‘Queer’: uit vissen met Daniel Craig als beatnik-goeroe William Burroughs

In het oeuvre van beatnik-goeroe William Burroughs (1914-1997) is Queer vermoedelijk nog het eenvoudigst te verfilmen. Anders dan zijn observerende debuutroman Junkie (1953) loopt Queer in de finale weliswaar leeg in absurdistische terzijdes, paranoïde theorieën en wrede anekdotes: ‘routines’, zoals Burrough ze noemde. Zijn alter ego William Lee vertelt ze aan talloze passanten, in één geval raaskalt hij door tot hij ontdekt alleen aan tafel te zitten. Maar waar zijn onverfilmbaar geachte grote roman Naked Lunch van dergelijke ‘routines’ aaneen hangt, heeft Queer iets wat op een plot lijkt: een Amerikaanse expat tracht begin jaren vijftig radeloos een ongrijpbare jongere man in te palmen.

Burroughs’ alter ego, William Lee, hangt met zijn onafscheidelijke pistool in de holster rond in duistere kroegen, bordelen en restaurants van Mexico City, een van de vele Amerikanen op de vlucht voor iets – in Burroughs’ geval een drugszaak in New Orleans die pas over vijf jaar verjaarde. In september 1951 joeg hij zijn echtgenote Joan Vollmer, ooit het sprankelende middelpunt van de opkomende beatnik-scene, daar met zijn Star 380 automatic een kogel door het hoofd tijdens een stomdronken Wilhelm Tell-spelletje.

Lavender scare

Burroughs publiceerde Queer pas in 1985; indertijd achtte hij zijn homoseksuele confessies te riskant gezien de lavender scare die in de VS nauwelijks onderdeed voor de red scare: homofobie en communistenvrees lagen in elkaars verlengde. In zijn voorwoord uit 1985 stelde Burroughs dat Queer eigenlijk gaat over wat de roman nauwkeurig vermijdt: de dood van Vollmer. Zonder die gebeurtenis was hij geen schrijver geworden. Want was het een dronken ongeluk? Wilde hij onderbewust van de labiele, aan drank en speed verslaafde Vollmer af? Nam een malicieuze geest die avond bezit van hem? Speelde een recente trip naar Ecuador met de 21-jarige student Lewis Marker een rol? Burroughs was van de jongeman bezeten, Marker hield hem af.

In 1985 stelde de oude Burroughs dat zijn debuutroman Junkie de emotioneel insulaire, verdoofde toestand van een opiaatverslaafde weerspiegelt en vervolg Queer die van de afgekickte verslaafde: onzeker, emotioneel behoeftig, kwetsbaar en bovenal bloedgeil. Dat heeft de Italiaan Luca Guadagnino zich goed ingeprent bij zijn sensitieve verfilming van Queer , die gaat om een man met een zeer dunne huid. De voortreffelijke Daniel Craig laat hij de bekentenis van William Lee uit de roman woord voor woord herhalen. Hoe Lee als jongen panikeerde bij het besef dat hij homoseksueel was om daarna vol walging te besluiten dan ook enthousiast in de goot te wentelen. Maar dat zíjn homoseksualiteit niet „zacht en verwijfd” was maar keihard, bitter en macho. Zie William Lees sadistische grappen in Queer over levend geroosterde biggetjes of over de liberale, serieuze gay Bobo wiens ingewanden via zijn aambeien uit zijn lijf worden gerukt. Zie dat oeverloze zuipen, dat gecultiveerde dedain jegens Mexicanen, dat onafscheidelijke pistooltje van hem. Een spijkerharde pose van een onttakeld man: Burroughs maakt in Queer geen geheim van zijn fragiliteit. Het is een onthullend boek.

De duivel op de hielen

De Italiaanse maestro Luca Guadagnino filmt momenteel alsof de duivel hem op de hielen zit. In april ging Challengers uit, zijn campy driehoeksromance op de tennisbaan met Zendaya, nu volgt Queer met Daniel Craig en later dit jaar gaat een thriller met Julia Roberts in première, In the Hunt. Fijn, want Guadagnino is in bloedvorm. Queer is een biopic van William Burroughs geworden, net als David Cronenbergs bewerking van Naked Lunch in 1991. Daar dwaalde de vlakke Paul Weller met zijn vissenogen verstijfd van paranoia – de dood van Vollmer is hier leidmotief – door een mystieke ‘Interzone’ van geheim agenten, sinistere duizendpoten en typmachines die veranderen in insecten. Naked Lunch gaat over onbehagen, dislocatie, verdringing, walging. In Guadagnino’s Queer, dat enkele malen indirect aan Vollmers dood refereert, maken we kennis met een aardse, frêle en hunkerende Burroughs. Queer gaat over verlangen.

William Lee/Burroughs beweegt zich door een fraai kunstmatig vormgegeven Mexico City van diep verzadigd technicolor van paarse nachten; Guadagnino leeft zich uit in bravourefilmen vanaf dat eerste prachtige tracking shot waarin Lee op zijn favoriete barkruk arriveert. In stamcafé Ship Ahoy valt hij als een blok voor werkstudent Allerton – acteur Daniel Craig speelt met grappige pathos Lees halfdronken poging zichzelf voor te stellen met een „elegante oudewereld-buiging”, wat door de ‘naakte lust’ en kinderlijke overgave in zijn ogen zo „verminkt en hopeloos” overkomt dat Allerton gegêneerd de andere kant opkijkt. Lee weet de jongeman evenwel met zijn vrijgevendheid en flux de bouche in te palmen en op een avond ook in bed te praten. Om dan te ontdekken dat de jongeman een vis is: koud, glibberig en moeilijk te vangen. Na de seks houdt Alllerton tot Lees groeiende wanhoop afstand. Lee smacht, drinkt, spuit. Maakt zichzelf belachelijk.


Lees ook

een interview met regisseur Luca Guadagnino en acteur Drew Starkey over ‘Queer’

Daniel Craig (links) is voortreffelijk als William Burroughs, die als een blok valt voor de ongrijpbare Allerton (Drew Starkey), in ‘Queer’.

Gepast onpeilbaar

Acteur Drew Starkey vertolkt Allerton gepast onpeilbaar. In de roman leest Lee soms Allertons geest – mysticus Burroughs was gefascineerd door geestverruiming en telepathie. De jongeman is koel en gesteld op zijn vrijheid, beseft Lee. Hij wil zich niet verplicht voelen door cadeautjes. Zijn afhoudendheid is geen wreed machtspelletje, maar eerder onverschilligheid. Tegelijk is hij lui en passief en laat hij zich de avances van de welgestelde Lee aanleunen. Is hij sowieso gay? Hij bezocht nooit een gay bar, zegt Allerton zakelijk. Seks met Lee vindt hij niet vervelend, voegt hij daar tergend vlak aan toe. Ongrijpbaar als een vis.

Uiteindelijk accepteert Allerton een aanbod van Lee om door Midden-Amerika te reizen op voorwaarde dat hij twee keer per week ‘aardig is’ voor hem. Allerton blijkt een prima, zij het zakelijke reisgezel die Lee niet in de steek laat als hij klappertandend afkickt – hij wil dan zelfs lepeltje lepeltje met hem liggen. In die fase van de film krijgt Queer iets monotoons, met Lee die even routineus blijft komen als Allerton hem afhoudt. Maar in het laatste kwart herpakt de film zich in een hallucinante jungle-expeditie in Ecuador waarin Lee en Allerton op zoek gaan naar yage, ofwel ayahuasca: een ‘telepatische drug’ waarmee volgens Lee de Sovjets en de CIA experimenteren. Spoiler Alert: In Burroughs’ novelle eindigt die expeditie onverrichter zake, in Queer vervult Guadagnino wat hij vermoedelijk ziet als Burroughs’ diepere verlangen: naar versmelting, overgave, loslaten van zijn ego. Onder leiding van de locale botanist Cotter – een fraaie rol van een tandloze, bijna onherkenbare Lesley Manville – zijn we getuige van de meest indringende, angstwekkende en toch ook aantrekkelijke ayahuasca-trip ooit verfilmd. Misschien was het therapeutisch geweest als Lee wat langer daar in de jungle was gebleven om zijn demonen uit te drijven, zoals Cotter suggereert. Maar hij keerde terug en werd weer William Burroughs.