Pynarello’s Tsjaikovski-programma met storytelling is een schot in de roos

Mysterie is zo’n beetje de beste marketing die je je in de muziek maar kan wensen. Taylor Swift weet dat als geen ander. De geheime boodschappen die ze achterlaat in muziekvideo’s en liedteksten zijn voor haar fans onweerstaanbaar en maken haar nummers tot het gesprek van de dag.

Geheimzinnigheid hangt ook rond Tsjaikovski’s Zesde symfonie. Zijn dood, negen dagen na de première in 1893, was mysterieus en leidde tot speculaties: zijn symfonie moest haast wel bedoeld zijn als afscheid van het leven. De mythe maakte de Zesde tot Tsjaikovski’s meest gespeelde symfonie. Maar een afscheid? Dat is het allesbehalve, luidt de boodschap van ensemble Pynarello woensdagavond in Amersfoort bij de première van hun nieuwe tour.

Zoals altijd speelt het zelfbenoemde ‘rebellencollectief’ uit het hoofd, staand en zonder dirigent. Dat is een uitzondering in de klassieke muziek, maar voor Pynarello is het de normaalste zaak van de wereld. Mooi, want zo kan de aandacht gaan naar waar die hoort: de muziek. Op de première is het nog even inkomen. Tijdens het eerste deel staan de strijkers in snelle passages soms net in een andere versnelling, en deel twee, de ‘wals waarop niet valt te walsen’, kán dansanter. Maar bij ieder deel zit de geest er beter in, met een waar kippenvelmomentje bij de climax in de finale.


Lees ook
Confronterende vrede bij ensemble Pynarello: ‘Heeft de oorlog altijd al in kunst verstopt gezeten?’

Ensemble Pyranello in een eerder optreden.

Meeslepend verhaal

Tussen de delen door neemt actrice Maartje van de Wetering ons mee naar Tsjaikovski in de laatste dagen van zijn leven. Een meeslepend verhaal dat geschreven werd door pianist Thomas Beijer, die haar ook muzikaal ondersteunt.

Voor nieuwkomers in de klassieke muziek zijn concertformules op basis van storytelling essentieel om bekend te raken met het genre, klonk het deze maand op de Berlijnse klassiekemuziek-conferentie Classical:NEXT. Geen presentator die het programma met wat feitjes aan elkaar knoopt, maar een verhaal rond een protagonist met wie het publiek kan meevoelen en een plot met een flinke dosis suspense. Vanuit die gedachte is dit Tsjaikovski-programma een schot in de roos.

De eerste noten deze avond zijn overigens niet van Tsjaikovski, maar van pianist en componist Julian Schneemann (1992). Wat klinkt alsof het orkest gaat stemmen, blijkt het begin van zijn stuk The Moving Staircase, een grapje dat ook de Amerikaanse componist John Corigliano eens uithaalde in zijn hoboconcert. Schneemann schreef een energieke binnenkomer, waarin hij stijlen als minimal music en Ierse volksmuziek door elkaar weefde.

Met de voor Pynarello-begrippen flink uit de kluiten gewassen bezetting – niet eerder stonden ze met dik zestig musici op het podium – was het jammer dat er in Amersfoort geen goedgevulde zaal tegenover stond. Deze maand nog in Arnhem, Groningen, Eindhoven, Rotterdam, Utrecht, Enschede en Amsterdam: een plekje in je agenda is deze voorstelling meer dan waard.