Puerto Ricaanse leiders vonden het machomuziek, maar reggaeton breekt nu ook met gendernormen

Toen de senator van het Amerikaanse eiland Puerto Rico in 2003 in het honkbalstadion van San Juan tussen twee bekende reggaetonsterren op de ratelende beats voorzichtig haar heupen bewoog, vielen vele monden open. Nog geen jaar eerder had ze er alles aan gedaan om te voorkómen dat mensen zouden dansen op die ontaarde muziek. „Vulgaire teksten en video’s waarin meisjes bijna naakt staan te dansen”, zei ze. En ze was niet de enige. Reggaeton werd lang verguisd door de heersende orde in Puerto Rico, maar groeide uit tot een van de meest populaire muziekstromingen wereldwijd. Wat is het, waar komt het vandaan en wat moet ik ervan kennen?

Hoe klinkt het?

Reggaeton is feestmuziek. Bewegen zul je. Het is melodieus, catchy, en het vurige drumcomputer-ritme staat in direct contact met de heupen. Dansen kan op allerlei manieren, maar populair is de ‘perreo’: de kruis-achterwerk-duodans (daarvan afgeleid is twerken).

Waar komt het vandaan?

Toen in Panama arbeiders uit Jamaica, Barbados, Trinidad en andere Caribische eilanden samenkwamen om het Panamakanaal te graven, brachten ze reggae, hiphop en Afro-Caribische muziek bij elkaar. Via New York kwam die mengelmoes op Puerto Rico, waar acts als DJ Playero en DJ Nelson er hun eigen ding van maakten. Nelson was de eerste die het ‘reggaetón’ noemde – dat was korter dan ‘Reggae Maratón’, zeg maar snelle reggae. Het was de muziek van de armere klasse, die het straatleven in hun muziek liet doorklinken. Dat móést wel in verband staan met drugsgeweld, meende de overheid in de jaren negentig, waarop repressie volgde. Het hielp niets. Sterker, door op de radio ‘schone’ reggaeton te promoten met brave teksten zonder seks en geweld, kwamen ook middenklassekinderen met de muziek in aanraking. Zo groeide de stijl door tot het in de jaren nul internationaal werd opgepikt (grotendeels dankzij Daddy Yankee’s monsterhit ‘Gasolina’). En zo was het ook muziek van de onderdrukten, de verschoppelingen. „Reggaeton gaat over verzet”, zei veterane Ivy Queen in The New York Times. „Over hoe arme, gediscrimineerde kids weigerden hun mond te houden.” Reggaetonplaten staken al snel andere latin-genres in populariteit naar de kroon en vanaf 2017 (Daddy Yankee weer, met monsterhit ‘Despacito’) zouden reaggetonacts de streamingcijfers gaan domineren.

Wie moet ik kennen?

Ivy Queen bracht in 1997 haar vurige debuut En Mi Imperio uit, en op 51-jarige leeftijd is ze nog altijd relevant en duikt ze op in tracks met jongere adepten als Bad Bunny en Rauw Alejandro. Tego Calderón’s El Abayarde is een klassieker: zijn Afro-Caribische vibe, traditionele instrumentarium, sociaalkritische teksten en achteroverleunende stijl blijft aantrekkelijk. Daddy Yankee was de eerste reggaeton-superster dankzij ‘Gasolina’. Live zien? Dat kan niet, meneer Yankee ging vorig jaar op z’n 45ste met pensioen. Bad Bunny is het boegbeeld van de huidige generatie. In 2020 werd hij voor het eerst de meest beluisterde artiest op Spotify wereldwijd, afgelopen jaar moest hij alleen Taylor Swift voorlaten. J Balvin is een van de vele Colombiaanse reggaetonsterren. Hij pionierde de wat meer kwetsbare teksten in het genre. Zijn opvallende stem en harde beats doen de rest. Karol G is een nieuwe Colombiaanse ster. Ze mengt vrolijk genres, werkte met Bad Bunny en Shakira en Nicki Minaj, en had in februari nog een flinke hit met de Nederlandse Tiësto.



Delen