Pronken met je Europese welvaart op de boulevard van Tanger

Rondjes rijden op de boulevard in de nieuwste Porsche of een speciale uitvoering van een Bentley, met de raampjes omlaag. Dit is geen scène uit Monaco of St. Tropez waar rijke zakenmensen hun nieuwste aankopen showen. In de Marokkaanse havenstad Tanger zijn het jongeren uit Amsterdam, Utrecht en Rotterdam die indruk willen maken met gehuurde auto’s. Waarom?

Iedere zomer wordt Marokko overspoeld door Marokkanen uit Europa die vakantie komen vieren in het land van hun (groot)ouders. Het land verwelkomde dit jaar tussen 5 juni en 15 augustus 1,9 miljoen vakantiegangers. De meesten – voornamelijk Marokkaanse Nederlanders – blijven hangen in noordelijke steden als Tanger, Tetouan, Nador en Al Hoceima waar ze gedurende de vakantie een jetsetleven leiden.

Want de vakantie bestaat niet alleen uit familiebezoekjes en stranddagjes. Onder Europese Marokkanen uit de diaspora lijkt de vakantie steeds vaker te draaien om zien en gezien worden. Wie heeft de duurste auto? Wie heeft het nieuwste horloge? En wie kan de meeste vrouwen versieren?

Van top tot teen gekleed in dure merkkleding, zoals Dior, Louis Vuitton en Amiri rijden jonge mannen de hele avond rondjes in Tanger. Soms maken auto’s wel tien keer hetzelfde rondje, terwijl de bestuurders van achter hun Cartier-zonnebril speuren naar een vrouwelijke prooi – of gewoon checken of ze wel gezien worden door voorbijgangers op de boulevard.

Wanneer een zwarte Mercedes G-wagon met Duits kenteken op Avenue Mohamed VI abrupt stopt, spreek ik de jonge inzittenden aan. Waarom nemen ze deel aan deze modeweek, met de straat als catwalk?

Een 26-jarige bestuurder stapt uit en staart een beetje beschaamd naar de grond. „Weet ik veel”, zegt hij, gekleed in een beige pakje met zwarte Hermès-sandalen en een zwart nektasje. Hij komt uit Utrecht en huurde de auto in Duitsland, want „dat is goedkoper”. „We willen gewoon een beetje genieten, weet je? We vallen niemand verder lastig.” Het groepje loopt naar het Turkse restaurant Beymen, een hotspot voor Marokkaanse Nederlanders.

Rond middernacht verzamelen meer patsers zich voor café Cappuccino, waar ze koffie drinken en een toetje eten. Op social media circuleren talloze video’s van dit café en van de voor de deur geparkeerde Lamborghini’s en andere dure auto’s met Duitse, Nederlandse en Belgische kentekens.

„Overal waar ik kijk, zie ik Nederlanders met dit soort wagens”, reageert ene Hind onder een video. Voor de zaak staan mensen in de rij om binnen te komen. Vrouwen zijn gekleed in hun mooiste jurkjes, met designertassen en vers geföhnd haar. Mannen die aandacht willen, klikken quasi nonchalant op de sleutel van hun huurauto om te laten zien welke van hen is.

Tegenover Cappuccino’s parkeerplaats vol dure auto’s, staat een snackkarretje van een jong gezin dat geld probeert te verdienen. Wat voor de Europeanen onschuldig genieten lijkt, zorgt bij de lokale bevolking voor irritatie en onrealistische dromen over Europa.

Eind augustus probeerden honderden Marokkanen zwemmend de grens van Marokko naar de Spaanse exclave Ceuta over te steken. Op video’s is te zien hoe mensen in de dichte mist wanhopig Spaans grondgebied probeerden te bereiken. Velen van hen werden door de politie onderschept. Volgens de Spaanse grenspolitie waagden op één dag vijftienhonderd mensen een poging de grens over te steken.

Onder de lokale bevolking hebben de Marokkanen uit de diaspora de bijnaam zmegria gekregen: vervelende migranten uit het Westen die de lokale bevolking vertellen hoe ze moeten leven. „Die buitenlanders denken echt dat ze heel wat zijn. Ze creëren chaos in de zomer en gaan dan weer weg en laten ons achter met niets”, zegt een vrouw op leeftijd afkeurend terwijl haar ogen een auto volgen die keihard voorbij scheurt.