N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De gemiddelde verkoopprijs van bestaande koopwoningen lag in het laatste kwartaal van vorig jaar 6,4 procent lager dan een jaar eerder. Het is de eerste daling op jaarbasis in negen jaar, blijkt uit donderdag gepubliceerde cijfers van makelaarsvereniging NVM. De daling werd veroorzaakt door de gestegen inflatie, energiekosten en de hypotheekrente (die in één jaar tijd verviervoudigde) — woningkopers kunnen simpelweg niet méér betalen voor een huis. Desalniettemin werd bijna de helft van alle in het vierde kwartaal verkochte huizen boven de vraagprijs verkocht.
De prijzen van bestaande koopwoningen zijn in het vierde kwartaal van vorig jaar gemiddeld met 3,7 procent gedaald in vergelijking met de drie maanden ervoor. Dat betekent dat woningen voor het tweede kwartaal op rij goedkoper zijn geworden. De gemiddelde verkoopprijs lag vorig kwartaal op 407.000 euro.
Daarbij moet worden opgemerkt dat de regionale verschillen nog altijd groot zijn. De prijzen daalden gemiddeld het hardst in en rond Amsterdam (9 procent op jaarbasis), Den Haag en Utrecht (beiden 7 procent). In de Groningse plaats Delfzijl stegen de prijzen voor het tweede kwartaal op rij hard (15 procent). En ook in andere plaatsen buiten de Randstad, zoals Twente, Zeeland en Zuid-Limburg, gingen de prijzen nog omhoog.
Omslagpunt
Tegelijkertijd is het aantal woningen dat te koop staat het afgelopen kwartaal gestegen: de NVM ziet een verdubbeling in vergelijking met een jaar eerder. Er werden minder huizen verkocht en juist meer te koop aangeboden. De woningmarkt komt daarmee, zo stelt de makelaarsvereniging, in „wat rustiger vaarwater”. Kopers hebben meer keuze tegen wat lagere prijzen. Vanwege de fors gestegen hypotheekrentes dalen de maandlasten van kopers niet automatisch.
Volgens de NVM is met de prijzendalingen een „omslagpunt” bereikt ten opzichte van eind 2021. Toen stegen de huizenprijzen gemiddeld juist met zo’n 20 procent op jaarbasis. In het derde kwartaal van 2022 zakten de huizenprijzen, na jaren van stijgingen, gemiddeld met 5,8 procent vergeleken met de drie maanden daarvoor — dat was de grootste daling op kwartaalbasis ooit gemeten.
Bouwdoel
Om de huidige woningcrisis te lenigen, beloofde minister van Volkshuisvesting Hugo de Jonge (CDA) om tegen 2030 zeker 900.000 nieuwe huizen te laten bouwen, variërend van sociale woningen tot ouderenflats. De NVM maakt zich zorgen over het aanbod van nieuwe woningen. Omdat de bouwkosten zijn gestegen, kunnen de prijzen van nieuwbouwwoningen niet meedalen met die van andere woningen. De gemiddelde verkoopprijs van een nieuwbouwwoning ligt met 498.000 euro fors hoger dan die van andere woningen. Dat drukt de verkoopcijfers: het aantal verkochte nieuwbouwwoningen lag in het vierde kwartaal 20 procent lager dan het kwartaal ervoor.
Vicevoorzitter van de NVM-vakgroep Wonen Chris van Zantwijk vreest dat nieuwbouw „een zorgenkind” wordt. „Het is voor ons zeer de vraag of nieuwbouw wel haalbaar, schaalbaar en betaalbaar blijft”, aldus Van Zantwijk. „Kopers trappen op de rem en ontwikkelaars en bouwers maken ook pas op de plaats.” Volgens hem is het aan gemeenten en provincies om mee te werken met de bouwdoelstellingen en plekken aan te wijzen waar gebouwd kan worden. „Het is daarbij zaak goed te weten wat kopers zoeken. Zo zijn eengezinswoningen populair, maar nu voor een groeiende groep onbetaalbaar.”
Lees ook: Gaan de zes beleidsprogramma’s van Hugo de Jonge helpen de wooncrisis op te lossen?
Huurwoningen in de vrije sector
Ook de huurprijzen in de vrije sector zijn in het laatste kwartaal van 2022 licht gedaald in vergelijking met hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het gaat om een daling van 1,1 procent, meldt huurwoningplatform Pararius donderdag. Eind 2021 kostte een vierkante meter gemiddeld 16,78 euro, dat was een jaar later 16,59 euro. Volgens Pararius was al sinds begin 2022 een afvlakking van de huurprijsstijging te zien. Afgelopen kwartaal doken de huurprijzen voor het eerst onder het niveau van een jaar eerder.
Maar niet overal dalen de prijzen: in de steden, met name in de grote steden, meet het huurwoningplatform voornamelijk prijsstijgingen. In Amsterdam zijn de huurprijzen bijna 11 procent hoger dan een jaar eerder. Ook in Den Haag (5,9 procent), Eindhoven (6,7 procent), Rotterdam (2,3 procent) en Utrecht (1 procent) ging de prijs omhoog. Dat komt doordat er minder huizen beschikbaar zijn, stelt Pararius. Het aantal te huur aangeboden vrijesectorwoningen was afgelopen kwartaal 9 procent minder dan een jaar eerder. Omdat de vraag naar woningen in de grote steden wel toeneemt, blijven de prijzen stijgen.