Ze zitten met witte knokkels vastgeklemd onder een veiligheidsbeugel. De gondel met vier inzittenden kiept, kantelt, trilt, hobbelt en draait soms 360 graden om zijn as. Ze ervaren een achtbaan en zo klinken ook hun kreetjes. De klim, de val en de looping – maar ze komen niet vooruit. De G-krachten die ze denken te voelen zijn te danken aan de VR-bril die hoort bij The Hurricane, een space shuttle-achtige simulator van attractieontwerpbedrijf DOF Robotics.
De grootste pretparkenbeurs van Europa, van 23 tot 27 september in de RAI, wordt georganiseerd door de International Association of Amusement Parks and Attractions (IAAPA). Het evenement, met 691 stands verspreid over vier grote hallen, trekt mensen vanuit de hele wereld. De nationaliteit van elke bezoeker – het zijn er zo’n tienduizend per dag – staat op de badge om diens hals afgedrukt. Nagenoeg allemaal zijn ze werkzaam in de industrie. Dit komt waarschijnlijk doordat een kaartje op uitnodiging 85 euro kost, terwijl een kaartje voor leden 200 euro kost (studenten 50) en de prijs voor een particulier zelfs op kan lopen tot 450 euro.
Dat is een bewuste keus van de organisatie, want het woord ‘pretparkenbeurs’ kan dan wel pretpark in de naam hebben, het is toch echt vooral een beurs. Het is om inspiratie op te doen, te netwerken en van elkaar te leren – niet voor achtbaanfanaten. Mannen in strakke pakken staan naast stands met miniatuurwaterparken, achtbanen gebouwd van Playmobil en levensgrote dinosauriërs. Achter amusementenparken zit niet nóg meer magie, maar een industrie waarin honderden miljoenen omgaan.
De expo wordt op veel meer plekken dan alleen in Amsterdam gehouden. De grootste van allemaal vindt plaats in Orlando, Florida, vlak bij Universal Studios. Die expo is zo groot dat er daadwerkelijk achtbanen opgesteld staan.
Dat deze beurs in licht afgeslankte vorm juist ook in Nederland staat, is niet vreemd. „Nederland heeft van Europa, op Denemarken na, de hoogste pretparkendichtheid per hoofd van de bevolking”, zegt Peter van der Schans, executive director van de beurs en vice-president van de Europa-, Midden-Oosten- en Afrika-tak.
Nederland heeft van Europa, op Denemarken na, de hoogste pretparkendichtheid per hoofd van de bevolking
„Het zit in onze cultuur, we zijn allemaal opgegroeid met de Efteling. De liefde voor pretparken wordt van generatie op generatie doorgegeven.” Het kan deels verklaren waarom Nederland op zo’n beetje alle facetten van de markt bedrijven heeft die ook ver buiten de landsgrenzen marktleider zijn. Van online ticketverkoop (Convious) tot het ontwerpen en bouwen van achtbanen (Vekoma Rides). „Het hele ecosysteem”, zegt Van der Schans. Van de stands die op de expo staan is 10 procent Nederlands. „Het is bizar als je erover nadenkt. Nederland draait in deze sector een enorme omzet, en toch hoor je er niemand over.” Over een paar weken komt de IAAPA om dit te onderbouwen met een rapport over de omzet van de sector, „maar dat is helaas nog niet af”.
‘Darkrides’
Op de beurs zijn conferenties, edutalks (inhoudelijke sessies over onder andere „emotionele betrokkenheid van bezoekers”) en een keur aan presentaties. Zo ook bij Jora Vision, een bedrijf gevestigd in Rijnsburg. Het is expert op het gebied van ‘darkrides’, attracties die zich binnen bevinden, om in een andere wereld ondergedompeld te kunnen worden. Jora Vision heeft op de expo nieuwe details over zijn attractie Enchanted Greenhouse gedeeld. De attractie hebben ze ontworpen in opdracht van Six Flags Qiddiya City, een compleet nieuw pretpark dat in Riad, Saoedi-Arabië „uit de grond wordt gestampt”.
Projectmanager productie Ernst-Jan Pels vertelt dat „de hele branche” bij zo’n gigaproject betrokken is. „Als je bedenkt hoeveel parken er wereldwijd zijn, is het wat de mensen betreft een kleine wereld. En waar je ook komt: er zijn áltijd Nederlanders.” Toch is de voertaal in Rijnsburg Engels. Het bedrijf bestaat voor zo’n 50 procent uit mensen die uit het buitenland komen. „Er zijn nu eenmaal veel mensen echt fan van pretparken”, zegt Pels. „Pretparkgekkies, noemen we ze. Maar goed, dat zijn wij ook.”
‘Intellectual property’
Jakob Wahl, de topman van IAAPA, heeft tot zijn spijt niet veel tijd om rond te lopen op de beurs. „Ik probeer er op de laatste dag altijd even een halfuurtje tussenuit te glippen”, zegt Wahl. „Just to play games.”
Hij ziet deze expo veel attracties en parken die zich baseren op specifieke „intellectual properties”, afgekort tot IP’s. „Van Mickey Mouse tot het Louvre, allemaal hebben ze een merk te verkopen, dat zetten ze in. Een attractie of park is dan helemaal gebaseerd op zo’n IP. Zo is in Dubai pasgeleden een Real Madrid-themapark geopend.”
De IP’s zijn inderdaad overduidelijk aanwezig op de beurs. Van een photobooth van Peppa Pig, de presentatie van een nieuwe darkride met als thema Smurfenland tot knuffels van bekende cartoons. Zoals de Stitch-knuffel (bekend van Lilo), waar een man in pak mee onder zijn arm loopt.
Foto’s Simon Lenskens
Langs hem scheert een man voorbij die op zijn elektrisch gedreven rolkoffer zit. Hij kijkt niet op of om terwijl hij langs de levensgrote beelden rijdt die bij de stand van het Deense Universal Statues tentoongesteld staan. Er staan zoenende skeletten, er is een bewegende band van chimpansees, een gigantische tarantula en voor het beeld genaamd ‘The Butcher’, van een gigantische man met twee grote messen in zijn gigantische mannenklauwen, staat een beeld van een vrouw aan het spit (‘Woman on fire’, Product Number 2505-6291, prijs op aanvraag).
Het aanbod van stands op de expo is breed en verdeeld over verschillende hallen. Er is een hal die zich focust op grote attracties, voor thema- en waterparken. Er is een hal met klassieke kleinere attracties, zoals de draaimolen en het springkussen. In die laatste hal, bij het bedrijf Concept1900, dat dit jaar anders dan de naam doet vermoeden 42 jaar bestaat, bouwen ze klassieke carrousels. En er is meer uit het verleden. Bij het Duitse Hofmann – slogan: figuren, natürlich, dynamisch – staan bewegende beelden die doen denken aan het Sprookjesbos in Kaatsheuvel.
Bij de hal met nieuwe ontwikkelingen staat een achtbaan van Playmobil, daar opgesteld door een bedrijf dat zoekt naar nieuwe veiligheidstechnieken. Een Franse man drukt op een groene knop, waardoor het karretje gaat rijden. Bij de looping gaat het mis: het karretje gaat te snel, komt los van de plastic rails en klem te zitten tussen de loop en de volgende bocht. De man plaatst het karretje voorzichtig terug. Nog een keer op de groene knop. „Et voilà”, zegt hij. De banner leest: ‘Unlimited fun – with safety’.
Boksmachine
Met vijftien man sterk is de familie van de Duitse Tim Biebel hier vandaag, inclusief kinderen. Als familie zijn ze actief op de Schaustelle, een kermis die in de omgeving van Frankfurt rondreist. „We hebben botsauto’s, een draaimolen, een kraam met eten en gokspelletjes”, zegt Biebel. Ze zijn hier ’s ochtends naartoe gereden, ’s avonds rijden ze meteen terug. Ze zijn hier om hier inspiratie op te doen, te kijken wat er nieuw is op de markt. „Welke knuffels zijn er bijvoorbeeld, maar we willen ook een boksmachine.”
Ze zoeken hal 8, die specifiek gericht is op de kermis. Deze hal is donkerder dan de rest van de expo. Hier wordt niet zoals in hal 10 sushi geserveerd, maar er is wel een FEBO-muur met kaassouflés voor 4 euro. Het is hier, vrij letterlijk, een kermis. Er klinken harde bellen. Een spookhuis piept, kraakt, krijst en gilt. Eendengekwaak klinkt op uit een eendenracemachine. Place your bets! On your marks! Er staan ratelende gokmachines. Bezoekers hameren lustig los op varianten van de wack-a-mole. Jonge mannen met hoodies en tatoeages en een VR-bril op hun hoofd schieten met plastic geweren op iets wat de andere bezoekers niet zien.
Het contrast met de serene stand van achtbaanontwerper- en bouwer Vekoma Rides, in hal 10, is groot. De witte stand straalt uit: hier staat de wereldmarktleider op het gebied van rollercoasters. In 2022 draaide het Limburgse bedrijf een omzet van ruim 100 miljoen. „Mensen zijn altijd extreem verbaasd als ze horen dat dit bedrijf in Vlodrop zit”, zegt topbestuurder Anne-Mart Agerbeek-Cox. „En dat snap ik.”
Dat de ogen gericht zijn op dit bedrijf blijkt onder meer uit de vele complimenten die ze krijgt over de speech die ze zojuist heeft gegeven in de Members Lounge. „Dat ging over aftersales.” Een niet te onderschatten aspect van de branche, zegt ze. Want het stopt niet bij de levering. „Onze coaster staat daar dertig, veertig jaar of nog veel langer.”
De trend die zij ziet, zijn de „family launch coasters”. Ze wijst naar een karretje dat ontwikkeld is voor het Poolse pretpark Mandoria. Toegankelijk voor kinderen vanaf 95 centimeter, een lengte die ze rond drie jaar oud bereiken. „Maar het is zeker niet alleen voor kinderen. Het is een thrill-beleving voor de hele familie.”
Ze wordt weggeroepen. „Ik moet naar een klant”, zegt ze verontschuldigend. Ze verdwijnt achter een onopvallende deur, waarachter zich een ruimte bevindt uit het zicht van de rest van de beurs. Want hier worden óók handtekeningen gezet.
Nieuwe generatie
Hoewel de industrie bloeit, zijn er ook zorgen. „Van onze leden geeft 49 procent aan personeelsproblemen te hebben”, zegt Wahl. Gelukkig staat een nieuwe generatie te trappelen. Stijn Schurkens (22) en Tristan Spithoven (21) zijn tweede- en vierdejaars bij de opleiding Attractions and Theme Parks Management, in Breda. Spithoven weet nog niet welke kant hij uit wil, dus is hij hier drie volle dagen. „Om te netwerken en keynotesessies te volgen.”
Foto’s Simon Lenskens
Schurkens weet wel wat hij wil bereiken. „Ik heb vier jaar in de gehandicaptenzorg gewerkt. Als ik dan met cliënten naar een pretpark ging, dacht ik: dat kan echt beter. Ik hoop dat ik die kennis op termijn kan implementeren om parken inclusiever te maken.”
Mensen blij maken, zegt Wahl, dat is het doel van iedereen hier. „Er gaat zoveel werk zitten in de voorbereiding van een magische dag voor de bezoeker van een park. Je móét mensen leuk vinden om in deze branche te werken. Het is onze baan om elke dag miljoenen mensen gelukkig te maken.” Hij glundert. „It’s a wonderful business.”