N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Presidentsverkiezingen Tsjechië De oorlog in Oekraïne speelt een grote rol bij de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Tsjechië, deze vrijdag en zaterdag. Andrej Babis, in het verleden kritisch over Poetin, toont zich een tegenstander van sancties tegen Rusland.
Het zou een gure winter vol burgerlijke onrust worden in Tsjechië en misschien wel op het hele continent. Toen zich in september 70.000 ontevreden Tsjechen verzamelden in Praag die niet alleen het vertrek van hun liberale regering eisten, maar ook een einde aan de sancties tegen Rusland, wankelde het Europese zelfbeeld van eenstemmige bondgenoot van Oekraïne. De protestslogan ‘Tsjechië eerst’ was luidruchtig gericht tegen de Europese Unie en de NAVO.
Veel demonstranten op het historische Wenceslausplein kwamen uit oprechte angst voor inflatie en onbetaalbaar hoge energierekeningen. Maar T-shirts bedrukt met het gezicht van Vladimir Poetin en pro-Kremlinretoriek vanaf het podium verraadden ook een ander sentiment. „Wie langer dan vijf minuten bij die demonstratie is gebleven kan niet ontkennen dat hij daar stond ten dienste van Rusland”, zegt Ondrej Kundra, onderzoeksjournalist voor het tijdschrift Respekt. Kundra is expert op het gebied van Russische spionage en inmenging.
Het pro-Russische narratief domineert inmiddels de campagne voor de presidentsverkiezingen deze vrijdag en zaterdag. De beslissende strijd gaat tussen de oud-NAVO-generaal Petr Pavel (61) en de populistische ex-premier Andrej Babis (68). In de eerste ronde gingen de mannen nek-aan-nek. Pavel kreeg 35,4 procent van de stemmen en Babis bijna 35 procent. Die laatste lijkt nu te berekenen dat de enige manier om zijn tegenstander te verslaan is zorgen dat diens potentiële kiezers thuisblijven, terwijl hij zelf de meer extremistische rechter- en linkerflank weet te mobiliseren. „Angst is daarin de belangrijkste factor”, zegt Roman Máca, die Russische propaganda en desinformatie onderzoekt.
Zo schittert Babis nu op reclameborden die beloven dat híj het land niet een oorlog in zal trekken. Tijdens een televisiedebat opperde hij om een vredesconferentie tussen Rusland en Oekraïne in Praag te organiseren. Op de vraag of hij Polen en de Baltische staten te hulp zou schieten als die worden aangevallen, antwoordde hij: „absoluut niet”. Babis trok die woorden later in, maar zijn campagne echoot die waarmee Viktor Orbán in april in Hongarije herkozen werd: dit is niet onze oorlog.
Ik denk dat veel mensen de hoop op verandering hebben opgegeven
Jarda Nápravník demonstrant
Babis, een van de rijkste Tsjechen, heeft daarin de steun van de media die hij via zijn bedrijf Agrofert bezit, maar ook van anonieme desinformatie online. Op een website die de illusie wekt van Pavel zelf te zijn, is de kandidaat donderdag doodverklaard. In een persbericht naar journalisten gebeurde hetzelfde. „Een professionele actie waar de bron zich niet van laat achterhalen. Alles hieraan heeft de vingerafdrukken van Russische staatspropaganda”, zegt Máca.
Lees ook: Een stap weg van populisme en corruptie, maar niet alles wordt anders in Tsjechië
Op de laatste zaterdag voor de verkiezingen hebben de ‘Tsjechië eerst’ demonstranten zich opnieuw verzameld op het Wenceslausplein. Guur is het zeker in januari, maar een beweging van massale onvrede is dit niet meer te noemen. Zo’n duizend mensen zijn komen opdagen om te luisteren naar speeches van communisten en antivaxers die tekeergaan tegen „de elite” en „onrechtmatige sancties die vredelievende Tsjechen raken”.
Protest uiteengevallen
Daniela Malinová (67), een gepensioneerde ambtenaar, is samen met twee vriendinnen gekomen omdat ze wil dat haar regering „ophoudt wapens te sturen naar Oekraïne, we hebben niet eens genoeg geld voor onze eigen defensie”. Ze stemt deze week op Babis, zegt ze, maar niet van harte. Verderop staat IT’er Jarda Nápravník (43) met een twee meter lange houten stok met een Tsjechische vlag. Het is zeker zijn vijftigste protest sinds het begin van de pandemie. Nu de coronamaatregelen voorbij zijn, ageert hij vooral tegen de NAVO. „Het is vandaag wel erg leeg hier. Ik denk dat veel mensen de hoop op verandering hebben opgegeven.” Zijn stem zal deze week blanco zijn.
Lukas Parízek (39) is overtuigd communist, zegt hij, maar zal toch op de oligarch Babis stemmen. „In dit geval de minste van twee kwaden.” Parízek denkt met weemoed terug aan het protest van september, toen het lukte alle onvrede in de Tsjechische samenleving te kanaliseren in één mars. „Sindsdien is het weer helemaal uit elkaar gevallen.”
Daar zijn drie belangrijke redenen voor. Ten eerste bleek de voornaamste organisator van de demonstratie de anti-regeringsprotesten vooral te gebruiken om donaties binnen te halen in een poging zijn eigen faillissement af te wenden. Daarnaast nam de Tsjechische regering in het najaar maatregelen om energieprijzen te begrenzen, waardoor de ergste financiële zorgen afnamen. Experts zien die echter als onvoldoende en ongericht. „De steun komt niet terecht bij de mensen die het het hardste nodig hebben en hebben een enorme impact op de toch al dramatische overheidsfinanciën”, zegt econoom Linda Kunertová.
Het sociologische onderzoeksinstituut PAC becijferde dat veel Tsjechische huishoudens door de hoge inflatie en energieprijzen nauwelijks buffers meer hebben. In 2021 hield 19 procent niets over om te sparen, in 2022 liep dat op tot 35 procent. „Tsjechië heeft de reputatie een relatief welvarend Midden-Europees land te zijn”, zegt onderzoeker Daniel Prokop. „Maar we hebben te maken met een groeiende groep armen.”
Een derde reden is dat de pro-Russische agenda van de protesten en de retoriek van Babis maar een beperkte aantrekkingskracht hebben. Tsjechië is niet zo fervent anti-Russisch als Polen, maar ook zeker niet zo pro-Russisch als Hongarije en Slowakije, zegt analist Máca. „Misschien 5 procent is echt loyaal aan Poetins regime en nog eens maximaal 10 procent is gevoelig voor het narratief dat de oorlog niet de schuld van Rusland is: de zogenaamde ‘voorstanders van vrede’.” Zij worden doelgericht bestookt met kettingberichten via e-mail – onder oudere Tsjechen populairder dan sociale media – vol desinformatie. „Mijn moeder krijgt zulke mails met lijsten ‘staatsvijanden’. Het zou me niet verbazen als ik daar een keer op kom te staan”, zegt Máca.
Maar de vatbaarheid daarvoor in Tsjechië is beperkt, zegt ook onderzoeker Prokop. In peilingen blijft Babis flink achter op zijn tegenstander Pavel. Het pro-Russische sentiment kan een veel grotere rol gaan spelen in verkiezingen die later dit jaar gehouden moeten worden in Slowakije en Bulgarije. „Met alle pro-Russen in Tsjechië kun je makkelijk een keer een plein vullen”, zegt Prokop. „Maar je wint er geen verkiezingen mee.”
Kandidaten tweede ronde