Sinds de grootschalige Russische invasie in februari 2022 zijn 43.000 Oekraïense soldaten om het leven gekomen. Daarnaast raakten er 370.000 gewond.
Voor het eerst in bijna drie jaar heeft president Volodymyr Zelensky gedetailleerde cijfers gegeven over de verliezen aan Oekraïense kant. Zelensky deed dat een dag na zijn ontmoeting met aanstaand Amerikaans president Donald Trump en de Franse president Emmanuel Macron in Parijs. In februari van dit jaar, twee jaar na de invasie, noemde Zelensky voor het laatst een concreet getal van het aantal gesneuvelde Oekraïense soldaten: 31.000. Begin deze maand weersprak Zelensky een bericht in The Wall Street Journal dat inmiddels 80.000 Oekraïense soldaten zouden zijn gesneuveld.
Over aantallen gewonden aan Oekraïense kant liet Zelensky zich niet eerder uit. Hij schreef over „370.000 gevallen van medische behandeling van de gewonden”. Daaronder vallen volgens Zelensky ook de soldaten met lichte verwondingen. „Ook moet worden vermeld dat binnen onze krijgsmacht ongeveer de helft van de gewonde soldaten later terugkeert naar het slagveld”.
Burgerslachtoffers
Volgens de meest recente cijfers van Verenigde Naties zijn in de oorlog tot en met augustus van dit jaar 11.743 burgers om het leven gekomen. De VN gaan er vanuit dat het werkelijke aantal burgerslachtoffers beduidend hoger ligt. Zo is er weinig tot geen betrouwbare informatie over Oekraïense burgers in de bezette gebieden.
Volgens president Zelensky zijn de militaire verliezen aan Russische kant veel groter dan die aan Oekraïense zijde. Hij noemde zondag het getal van 198.000 gesneuvelde Russische soldaten sinds de invasie in Oekraïne, en meer dan 550.000 gewonden. „Sinds september van dit jaar zijn de Russische verliezen op het slagveld soldaten in een verhouding van vijf op één, of zelfs zes op één, vergeleken met ons.”
Lees ook
Oekraïnespecialist Bob Deen: ‘Dit is een existentieel conflict. Daarin is geen compromis mogelijk’
Moskou geeft zelf geen cijfers over gesneuvelde, gewonde of vermiste Russische soldaten in de oorlog in Oekraïne. Het onafhankelijke Russische medium Mediazona, dat samen met de BBC op basis van openbare bronnen geverifieerde gegevens bijhoudt van Russische slachtoffers aan de frontlinies in Oekraïne, gaat op dit moment uit van 82.050 gesneuvelde Russische soldaten.
Vredesgaranties
In zijn statement herhaalt Zelensky dat Oekraïne „meer dan wie ook vrede wil”. Maar gelet op het recente Russische verleden wil Kyiv eerst praten over „effectieve vredesgaranties” voordat er kan worden gesproken over vrede met Rusland. Zelensky wijst op de recente Russische bemoeienissen in Georgië, Moldavië, Syrië en de destabiliserende politiek van Moskou in Afrika als voorbeelden waarom Oekraïne garanties wil. „Rusland heeft ons land in oorlog gebracht, en het is Rusland dat de kans op vrede zoveel mogelijk probeert te verstoren.”
Een staakt-het-vuren zonder garanties kan op elk moment worden geschonden, „zoals Poetin al eerder heeft gedaan”, stelt Zelensky. „Om er zeker van te zijn dat de Oekraïners niet langer verliezen hoeven te lijden moeten we de betrouwbaarheid van een vredesakkoord vastleggen, en niet onze ogen sluiten voor de [Russische] bezetting.”
President Zelensky heeft de afgelopen maanden gepleit voor het lidmaatschap van de NAVO, in elk geval voor de delen van het land die niet door Rusland zijn bezet. Maar met name de Verenigde Staten en Duitsland lijken daar op dit moment niets voor te voelen.
De vraag is of die situatie voor Oekraïne drastisch zal veranderen na de inauguratie van Donald Trump als president, in januari. Trump heeft steeds gezegd dat hij de oorlog in Oekraïne binnen 24 uur wil beëindigen, maar geeft geen details over hoe hij dat denkt te doen. De aanstaand president zei in het afgelopen weekeinde in Parijs dat Zelensky graag vrede wil. In een interview met NBC zei Trump zondag dat Oekraïne zich „waarschijnlijk” moet gaan voorbereiden op de komst van minder wapensteun uit de Verenigde Staten.
„Premier Mitsotakis, wanneer stopt u eindelijk met liegen?” De vraag van de Nederlandse correspondent Ingeborg Beugel, geuit vanachter een opvallende rode mondkap en vanonder dito hoed, snijdt in 2021 door de zaal waar de Griekse premier een persconferentie geeft naast zijn Nederlandse ambtgenoot Mark Rutte. „Liegen over de pushbacks. Liegen over wat er gebeurt met vluchtelingen in Griekenland”, vervolgt ze. Beugel refereert aan berichten over Griekse grenswachten die vluchtelingen met geweld de grens terug over zouden dwingen en de kustwacht die vluchtelingenboten de zee op zouden duwen.
Mitsotakis reageert furieus en zegt dat Beugel niet in de nieuwe kampen op Samos is geweest, waarop zij antwoordt die als een van de eerste journalisten te hebben bezocht. „U kunt niet hierheen komen en mij beledigen”, bijt de premier haar vervolgens toe.
Beelden van de woordenwisseling gaan de hele wereld over. De maanden erop wordt Beugel bedreigd, getreiterd en zelfs fysiek aangevallen met een steen. Ze neemt de wijk naar Nederland, maar keert zeven weken later terug naar haar woning op het Griekse eiland Hydra.
In de Griekse havenstad Piraeus legde de rechtbank de 64-jarige journalist acht maanden voorwaardelijke gevangenisstraf op voor het verbergen van een illegale migrant voor de autoriteiten, meldde De Groene Amsterdammer woensdag. Beugel was vanwege ziekte zelf niet in de rechtbank aanwezig tijdens de uitspraak.
Wet uit 1991
Feitelijk bood Beugel de destijds 21-jarige Afghaanse vluchteling Fridoon onderdak in haar huis. Ze ontkent dat ze hem voor de autoriteiten verborgen heeft gehouden. „Er is een wet uit 1991 gebruikt, bedoeld om het goedkoop inhuren van illegale Albanese migranten die toen in groten getale Griekenland binnenkwamen aan banden te leggen”, vertelt Beugel telefonisch. Onderdeel van die wet is dat het verboden is deze immigranten zonder papieren onderdak te geven en te verbergen voor de autoriteiten.
Beugel had ook een boete van 10.500 euro kunnen krijgen, maar die werd uiteindelijk niet opgelegd. Tineke Strik, Europarlementariër en hoogleraar Burgerschap en Migratierecht aan de Radboud Universiteit, stelt dat de Griekse rechter met deze uitspraak meegaat in „de criminalisering van het helpen van vluchtelingen”.
De zaak tegen Beugel staat niet op zichzelf. Griekenland vervolgt ook tientallen anderen voor het helpen van vluchtelingen, onder wie de Nederlander Pieter Wittenberg en de befaamde zwemster Sarah Mardini, die zelf als vluchteling uit Syrië kwam en vanaf het eiland Lesbos drenkelingen tegemoet zwom. Zij worden verdacht van mensensmokkel, omdat ze met hun hulp vluchtelingen zouden lokken.
Beugel werkt in Griekenland als correspondent voor De Groene Amsterdammer en BNNVARA en liet zich, onder meer in NRC, kritisch uit over het „mensonterende” Griekse vluchtelingenbeleid. De regering van Mitsotakis is beschuldigd van het terug de grens over dwingen van vluchtelingen en terugduwen van vluchtelingenboten op zee, met soms verdrinkingen als gevolg.
De zaak draait om de 21-jarige Afghaanse vluchteling Fridoon, die ze in 2018 in een opvangkamp net buiten Athene ontmoette toen ze bezig was met een documentaire over de vluchtelingencrisis in Griekenland. Beugel besloot Fridoon, die inderdaad geen papieren had, onderdak te verlenen nadat hij in elkaar geslagen was. Ze betaalde ook zijn advocaat.
Inmiddels is Fridoon in Nederland, waar hij herenigd is met zijn moeder en zusje. Na maanden actie van Beugel konden die vanuit Afghanistan naar Nederland overkomen. Ze heeft Fridoon niet verteld over haar veroordeling: „Dat zou hij mentaal niet aankunnen.”
Beugel heeft beroep aangetekend tegen de rechterlijke uitspraak, maar focust zich voorlopig op haar medisch herstel. „Ik heb een ongelooflijk goede advocaat en ik verman mij toch erop te vertrouwen dat als puntje bij paaltje komt er nog wel iets van onafhankelijke Griekse justitie is.”
De ontwrichtende rol die het videoplatform TikTok heeft gespeeld bij de Roemeense presidentsverkiezingen, leidt in Roemenië en elders in de Europese Unie tot groeiende ongerustheid over het populaire sociale netwerk. „Als dit in Roemenië kan gebeuren, kan het overal gebeuren”, zegt onderzoeker Madalina Botan.
Botan, verbonden aan de Nationale Universiteit voor Politiek en Bestuur in Boekarest, is auteur van een analyse van de razendsnelle opkomst van de ultranationalistische kandidaat Calin Georgescu – eerst als trending topic op TikTok, en vervolgens ook in de stembus. Het verbod op betaalde politieke reclame dat in de huisregels van TikTok is opgenomen bleek „grotendeels niet-effectief”, luidt een van de bevindingen van de analyse van Botan. Een gebrek aan toezicht van TikTok op de naleving van de eigen regels is daar volgens de analyse van Botan vermoedelijk de oorzaak van.
Georgescu was de onverwachte winnaar van de eerste ronde van de verkiezingen op 24 november. Kon hij kort voor de verkiezingen volgens peilingen rekenen op niet meer dan 5 procent van de stemmen, drie weken later kreeg hij 23 procent van de daadwerkelijke stemmen. Maar die uitslag werd door het Constitutioneel Hof ongeldig verklaard, nadat uit documenten van Roemeense veiligheidsdiensten was gebleken dat Georgescu was geholpen door een grootscheepse beïnvloedingsoperatie op TikTok, mogelijk aangestuurd vanuit Rusland. De tweede ronde, die afgelopen zondag had moeten plaatsvinden, verviel daarmee automatisch.
Lees ook
Extreem-rechtse Georgescu is bevoordeeld door TikTok, zeggen Roemeense veiligheidsdiensten
Data bewaren
„De Russen hebben echt ontdekt hoe ze verkiezingen kunnen beïnvloeden”, zei EU-buitenlandchef Kaja Kallas dinsdag op een bijeenkomst van de site Politico. Ze noemde Roemenië als voorbeeld, maar zei het ook elders te zien. De Europese Commissie droeg TikTok vorige week op om alle data die verband houden met de Roemeense presidentsverkiezingen te bewaren. „Een cruciale stap”, bij het onderzoek naar wat er precies gebeurd is, verklaarde Eurocommissaris Henna Virkkunen (Digitale soevereiniteit).
In het Europees Parlement werden twee vertegenwoordigers van TikTok vorige week aan de tand gevoeld. Zij erkenden dat twee clusters van accounts die Georgescu en een andere kandidaat steunden, de regels die betaalde politieke advertenties verbieden hadden overtreden. Maar in de aanloop naar de verkiezingen zou TikTok wél 66.000 nep-accounts met bij elkaar tien miljoen volgers hebben verwijderd. In Europa, verzekerden de TikTok-vertegenwoordigers, beschikt het platform over 6.000 moderatoren, van wie er 95 Roemeens spreken.
Zo wordt TikTok een instrument voor een illegaal gefinancierde campagne
„Wat deden die dan in hemelsnaam tijdens de verkiezingen?”, vroeg Europarlementariër Dirk Gotink (NSC) daarop. Telefonisch voegt hij daaraan toe dat het er nu op aankomt dat de Europese Commissie nagaat of TikTok in strijd heeft gehandeld met de nieuwe Europese regels voor sociale media, die zijn vastgelegd in de zogeheten Digitale Dienstenrichtlijn (DSA).
Het onderzoek van Madalina Botan geeft belangrijke aanwijzingen over de technieken die de pro-Georgescu-campagne gebruikte. Door slim in te spelen op het algoritme van TikTok lukte het om de relatief onbekende kandidaat in de laatste weken van de verkiezingscampagne op te stuwen tot een alomtegenwoordig fenomeen op TikTok in Roemenië – een land met 19 miljoen inwoners, van wie er 9 miljoen TikTok gebruiken.
Gebruik van hashtags
Een andere radicaal-rechtse kandidaat, George Simion, had aanzienlijk meer volgers op TikTok dan Georgescu. Dat Georgescu niettemin meer mensen bereikte, dankte hij aan het feit dat er veel meer interactie was met filmpjes over hem: die werden massaal geliked, gedeeld en van commentaar voorzien. Het algoritme van TikTok zorgde voor verdere grootschalige verspreiding van de schijnbaar populaire filmpjes.
Het versterkende effect werd nog bevorderd door een intensief, en gecoördineerd, gebruik van hashtags, legt Botan uit. Daarbij ging het niet alleen om bijvoorbeeld #calingeorgescu of #georgescu2024, maar ook om ogenschijnlijke neutrale hashtags, zoals het veelgebruikte #echilibrusiverticalitate, „wat je kan vertalen als evenwichtig en integer”, kwaliteiten die men in een president wil zien.
Lees ook
Opeens wankelt Roemenië als belangrijke pijler voor NAVO en Oekraïne
De geautomatiseerde filters van TikTok lijken deze ‘neutrale’ hashtags niet herkend te hebben als middelen om filmpjes van Georgescu te promoten. Maar dat waren ze wel. Want de influencers die zich voor Georgescu inzetten, plaatsten de hashtags weliswaar in de eerste plaats bij filmpjes van hun favoriet, maar ook in de commentaren onder filmpjes van zijn rivalen. Dat leidde tot extra grote verspreiding van die hashstags – waarvan vooral Georgescu profiteerde, onder meer omdat ook die schijnbaar neutrale hashtag bij zijn filmpjes – in combinatie met zijn naam – het meest voorkwam.
Doordat de filmpjes van die influencers vooral de persoon van Georgescu toonden, zonder politieke leuzen en in schijnbaar a-politieke situaties (rijdend op een paard of in judo-tenue) konden ze door het TikTok-filter als entertainment worden gezien, in plaats van als politieke propaganda.
Volgens de openbaar gemaakte rapporten van de Roemeense veiligheidsdiensten hebben meer dan honderd influencers tegen betaling geholpen om Georgescu onder meer op die manier in de kijker te spelen. De campagne zou zo goed zijn gedaan, dat het gecoördineerd moet zijn door een „statelijke actor” (lees: een land) met hulp van een „bijzonder goed digitaal-marketingbedrijf”. Zaterdag deed de Roemeense politie een inval in het huis van de 36-jarige crypto-ondernemer Bogdan Peschir in de stad Brasov, die de betaling van de influencers zou hebben verzorgd. Per 20.000 volgers zouden ze omgerekend 80 euro hebben ontvangen, tussen 24 okober en 24 november zou hij zo 361.000 euro hebben betaald.
„Zo wordt een technologiebedrijf als TikTok een instrument voor een illegaal gefinancierde campagne”, zegt Botan. Calin Georgescu zegt zelf helemaal niets voor zijn campagne te hebben uitgegeven, ontkent iedere betrokkenheid bij de betaling van influencers en verwijt de heersende macht in paniek geraakt te zijn en niet te accepteren verloren te hebben. Ook Moskou zegt er niets mee te maken te hebben.
Rond het middaguur stapt een groepje mannen in een wit busje dat geparkeerd staat aan een smalle, modderige weg in Motril, in het zuiden van Spanje. Langs die weg liggen tientallen boerderijen die zijn afgezet met hekken en plastic zeil. De mannen werken in een van de kassen waar groente en fruit worden verbouwd en gaan tijdens de pauze wat eten.
„No puedo hablar”, zegt Luis Ayala uit Ecuador, gekleed in een beige overall en wit petje, als hij gevraagd wordt naar de werkomstandigheden in de kassen. Hij kan niet praten, zegt hij. „We werken zwart, dus je kunt je voorstellen dat we niet echt rechten hebben.” „Pero bueno, we hebben werk én inkomsten”, zegt hij schouderophalend. „Dat is beter dan niets.”
Hier, tussen de bergen aan de Middellandse Zee bij Motril, glinstert een gigantische witte oppervlakte in de zon. Het heeft iets weg van sneeuw, maar het zijn de plastic daken van de kassen waar jaarlijks voor 3,5 miljoen ton aan onder meer tomaten, paprika’s en komkommers worden verbouwd voor de Europese markt.
Het beeld is niet uniek. In de nabijgelegen plaatsen El Ejido en Níjar schittert het plastic van mijlenver. Zelfs op ruimtebeelden van de NASA is deze ‘mar de plastico’, een zee van plastic, te zien. In de provincie Almería zijn zo’n 13.000 landbouwbedrijven. Immigranten vormen bijna 98 procent van het personeel. Hoewel seizoenarbeiders met een tijdelijk contract in Spanje kunnen werken, hebben de meeste werknemers net als Ayala geen legale verblijfstatus.
De regering van de socialistische premier Sánchez wil de positie van deze groep verbeteren. Zij keurde vorige maand een wet goed die migratieregels moet versoepelen. Vanaf januari 2025 krijgen zo’n 900.000 ongedocumenteerden een verblijfsvergunning, in een tijdbestek van drie jaar. Illegale migranten komen in aanmerking voor een legale status als ze kunnen aantonen dat ze al twee jaar ‘geworteld’ zijn in Spanje. Eerder was dat drie jaar. Verder moeten ze een arbeidscontract van minstens twintig uur per week kunnen voorleggen. Dat was voorheen dertig uur per week.
Wie betaal anders de pensioenen?
De regering Sánchez hoopt met de versoepeling van de regels het gat op de arbeidsmarkt te dichten dat is ontstaan door de vergrijzing . Daarnaast heeft Spanje de immigranten nodig om de pensioenen te betalen. „Zonder immigranten stort onze economie in”, zei premier Sánchez tijdens de presentatie van de plannen. Het is de bedoeling dat Spanje over dertig jaar in totaal zo’n 24 miljoen immigranten naar het land heeft gehaald om de pensioenen te kunnen betalen en de economie te „redden”.
„Spanje moet kiezen tussen het zijn van een open en welvarend land, of een gesloten en arm land. Wij kiezen voor het eerste”, zei minister Saiz (Inclusie, Sociale Zekerheid en Migratie). Spanje vaart hiermee een hele andere koers dan veel andere Europese landen, die juist strengere migratieregels voorstellen en de grenzen willen sluiten.
Ik ben dankbaar ondanks dat er misbruik van ons wordt gemaakt
„Ik hoop dat er wat gaat veranderen”, zegt de Marokkaanse Amina. Zij wil niet met haar achternaam in de krant uit angst haar baan te verliezen. Ze staat, gekleed in een oranje tuniek en met een donkergroene schort om haar arm, met een groepje vrouwen bij een bushalte. Amina werkt sinds 2021 zwart in Motril, vertelt ze, en is al vier keer van werkgever veranderd. „Als het oogstseizoen klaar is, sturen ze ons weg tot er weer werk is”, legt ze uit.
Samen met andere – voornamelijk Marokkaanse – vrouwen haalt ze rotte stukken groente en fruit van een lopende band, maakt ze de rest schoon en zet ze de oogst klaar voor transport. „We moeten heel snel en hard werken en krijgen weinig betaald.” Amina’s salaris ligt tussen de 6 en 8 euro per uur. „Het is naar Europese standaarden heel laag, maar het is tien keer meer dan ik in Marokko zou verdienen. Daarom ben ik dankbaar, ondanks dat er misbruik van ons wordt gemaakt”, zegt ze verlegen.
Over de nieuwe wet van premier Sánchez had Amina nog niet gehoord. „Regulering van onze verblijfsstatus? Ook die van mij? Dat wist ik helemaal niet”, zegt ze verbaasd. Vragend kijkt ze naar haar collega. „Wist jij dit?” Haar eveneens Marokkaanse collega schudt haar hoofd. „Ik hoorde iets vaags, maar had niet het idee dat dit voor ons geldt”, antwoordt ze. „Maar wat denk je nou zelf? Als wij papieren krijgen, dan betekent het dat ze ons een contract moeten geven én dus meer moeten gaan betalen. Dat gaan ze echt niet doen hoor. Vooral niet deze profiteurs hier.”
Het kan voor de meeste landbouwarbeiders in Almería inderdaad nog wel eens moeilijk worden om in aanmerking te komen voor een verblijfsstatus. De arbeidsovereenkomst van minstens twintig uur die de nieuwe regeling vereist, vormt een groot obstakel. In de zwarte economie van Almería schort het vaak aan papieren.
Misstanden
Met een jaarlijkse opbrengst van zo’n 2,2 miljard euro is de landbouwsector in Almería, ook wel de moestuin van Europa genoemd, een belangrijke economische motor voor de regio. Maar die hoge opbrengsten gaan gepaard met slechte arbeidsomstandigheden. In de afgelopen vijf jaar werden in Andalusië boetes opgelegd voor een totaalbedrag van 14,5 miljoen euro wegens de slechte arbeidsomstandigheden, zoals illegale arbeid, onderbetaling, gebrek aan sociale zekerheid en het schenden van mensenrechten. Door het vele zwartwerk liep de Spaanse staatskas alleen al tussen 2019 en 2021 voor 45 miljoen euro aan belastingen mis.
Mensenrechtenorganisaties wijzen al langer op de slechte werkomstandigheden van ongedocumenteerde arbeiders. Met hun salaris kunnen de meeste arbeidsmigranten geen fatsoenlijke kamer huren. Daardoor zijn de meesten gedwongen om in chabolas te wonen, zelfgebouwde huisjes van ijzeren platen, plastic zeil en planken, veelal zonder stromend water en elektriciteit.
De regering van Andalusië, bestuurd door de rechts-conservatieve Partido Popular, wil van deze geïmproviseerde huizen af. Afgelopen zomer deed de regionale overheid maar liefst 79 voorstellen om de sloppenwijken te verwijderen. In de gemeente Níjar, op 40 kilometer afstand van Almería-stad, is het afbreken van sloppenwijk El Cañaveral al begonnen. De bewoners kunnen nergens heen.
‘Angstcultuur’
Een legale status zou het voor arbeidsmigranten makkelijker maken zich te verzetten tegen deze omstandigheden en op te komen voor hun rechten, zonder de angst het land uit te worden gezet. Mensenrechtenorganisaties zoals Andalucía Acoge en Asociación Pro Derechos Humanos de Almería noemen de maatregel van de regering Sánchez dan ook een stap vooruit. Maar ze wijzen er ook op dat de regionale overheden boeren dan wel strenger moeten controleren en zwaarder moeten straffen als zij immigranten zonder contracten laten werken.
„Er heerst een angstcultuur in de kassen”, zegt de Ecuadoriaanse Ayala terwijl hij de klep van zijn pet vasthoudt. „Eigenlijk slaat dat nergens op, want we zijn in de meerderheid. Als we allemaal het werk neerleggen hebben ze hier echt een groot probleem. Dan moeten ze ons wel tegemoetkomen met een contract.” Maar niemand wil lastig zijn en het risico lopen zijn werk kwijt te raken en teruggestuurd worden. „We zijn hier allemaal met één doel: geld verdienen en terugsturen naar ons thuisland.”