Het is onrustig wakker worden in de wereld van Maganomics. Met het aantreden van president Donald Trump, afgelopen maandag, als 47ste president van de Verenigde Staten moeten overheden, bedrijven en financiële markten overal ter wereld zich de komende tijd zien te verhouden tot de onberekenbaarheid van een van de belangrijkste mondiale economische spelers. En als de eerste dag van ‘Trump 2.0’ een voorbode is, worden het een paar onzekere (economische) jaren.
Eerst het goede nieuws: in de barrage aan presidentiële decreten die Trump maandag ondertekende, zat níét de onmiddelijke invoering van importtarieven. Vooralsnog blijven China, Europa, Mexico en Canada verschoond van een heffing op alle producten die zij naar de VS exporteren. Trump had in zijn campagne meermaals gedreigd de Amerikaanse economie te zullen beschermen tegen landen die – in zijn ogen – Amerika bestelen. Dat zijn landen die meer naar de VS exporteren dan ze eruit importeren; landen die een handelsoverschot hebben met de VS. De mogelijke tarieven varieerden van 20 procent voor Europa tot 100 procent voor China.
Voorafgaand aan Trumps inauguratie kwamen diverse Amerikaanse media al met het nieuws dat Trump nog geen concrete tarieven ging opleggen. In plaats daarvan zou de president onderzoek beginnen naar mogelijk oneigenlijke steun van China, Europese en andere landen aan bepaalde producenten, en naar buitenlandse manipulatie van wisselkoersen om exportproducten goedkoper te maken. Dat onderzoek zou dan de basis moeten leggen voor eventuele latere gerichte tarieven, was de suggestie.
Dollar daalt en stijgt
De financiële markten reageerden opgelucht op dat nieuws: de koers van de dollar daalde ten opzichte van een heleboel andere valuta. Beleggers hadden blijkbaar al rekening gehouden met tarieven op dag één en de effecten daarvan op de dollar – die sterker wordt door zulke maatregelen – al ingeprijsd. Toen de directe dreiging van heffingen leek weg te vallen, daalde de dollar met een vol procent ten opzichte van andere internationaal relevante valuta als het Britse pond, de euro en de Chinese renminbi.
Hoewel de decreten uitbleven, brachten diverse uitspraken van Trump de mondiale markten maandag en dinsdag in beweging. Zo dreigde hij vanaf 1 februari een algemeen importtarief van 25 procent op te leggen aan alle Amerikaanse import uit buurlanden Mexico en Canada. De munten van die twee landen daalden met respectievelijk 1,1 en 0,9 procent ten opzichte van de dollar en aandelenbeurzen zetten zich schrap, maar ze openden vandaag nagenoeg vlak. Afwachten is blijkbaar het devies.
Ook zei Trump dat hij Europa wil dwingen meer Amerikaanse olie en lng af te nemen, een wens die hij al eerder uitsprak. Geeft Europa daar geen gehoor aan, zo suggereerde hij, dan zal hij het continent treffen met tarieven. „Ze kopen onze auto’s niet, ze kopen onze landbouwproducten niet, ze kopen bijna niets”, zei Trump. „En dat terwijl wij wel hun auto’s en landbouwproducten afnemen, we nemen veel van hen af.” Trump doelde daarmee op het negatieve handelssaldo van Amerika ten opzichte van Europa: Europa exporteert voor 150 miljard dollar méér naar de VS dan omgekeerd. De euro daalde direct met een half procentpunt ten opzichte van de dollar.
Lees ook
De impact van Trumps handelstarieven zal in de VS groter zijn dan in Europa of China
TikTok
Zo ging het maandag de hele dag door. Op Chinese producten kwamen niet direct enorme importtarieven – maar misschien komen ze toch nog. TikTok krijgt van Trump 75 dagen de tijd om voor minimaal de helft een Amerikaanse bedrijf te worden. Gebeurt dat niet, dan volgen alsnog importtarieven op Chinese producten. Met die opmerkelijke koppeling van zaken die weinig met elkaar te maken hebben, maakte Trump in één klap duidelijk dat de voormalige handelaar in onroerend goed de wereldeconomie als één groot onderhandelingsspel beschouwt. Heffingen kunnen als instrument in de kast blijven als armpjedrukken en dreigen voldoende is om bij andere landen concessies af te dwingen die enkel de Amerikaanse belangen dienen. Zo zet hij het principe van de werking van vrije markten op het spel.
Trump maakte in één klap duidelijk dat hij de wereldeconomie als één groot onderhandelingsspel beschouwt
In de Financial Times verzuchtte econoom Eric Winograd van investeringsmaatschappij AllianceBernstein: „Dit soort volatiliteit is het nieuwe normaal. Het beleid onder de regering-Trump zal waarschijnlijk minder voorspelbaar en minder procesgericht zijn dan we gewend waren onder Biden.”
‘Buitenaardse’ winstbelasting
Het meest concreet was Trump over de winstbelasting: Amerika trekt zich definitief terug uit het in OESO-verband gesloten akkoord over een minimumtarief hiervoor. Dit akkoord, waar 130 landen in 2021 na jaren onderhandelen hun handtekening onder zetten, wordt sinds maandag niet meer erkend door de VS. Amerikaanse bedrijven die in het buitenland toch worden aangeslagen voor een winstbelasting van 15 procent, zullen met specifieke maatregelen beschermd worden, aldus het decreet van Trump.
Dat is een geste aan Trumps Amerikaanse techvrienden, die zo de ruimte houden om te kunnen blijven schuiven met hun winsten naar landen die minder dan 15 procent belasting heffen. Amerika accepteert sinds Trumps eerste termijn een mondiale minimale winstbelasting van 10 procent.
Trump ging nog een stap verder. In hetzelfde decreet gelastte hij onderzoek naar landen die Amerikaanse multinationals ‘buitenaardse’ of ‘disproportionele’ belastingtarieven opleggen. Binnen zestig dagen zal dat moeten leiden tot vergeldingsmaatregelen tegen bedrijven uit deze landen. Daarmee geeft Trump aan dat hij niet schroomt om nationale belastingstelsels van andere landen aan te pakken. De economische oorlog wordt zo op meer fronten ingezet dan alleen met handelstarieven.