Voor een premier die in tijden van grote onrust de maatschappelijke vrede moet zien te bewaren, koos Dick Schoof maandagavond na de ministerraad een opvallend harde toon. Hij veroordeelde de aanvallen op Israëlische voetbalsupporters in Amsterdam zonder aarzeling als een „antisemitische geweldsuitbarsting” en noemde de gebeurtenissen „Nederland onwaardig”. En snel daarna wees hij, zonder dat de precieze feiten van donderdagnacht bekend zijn, expliciet naar de afkomst van een deel van de mogelijke daders, „een specifieke groep jongeren met een migratieachtergrond”. Om daaruit te concluderen dat Nederland „een integratieprobleem” heeft dat om een krachtige aanpak vraagt.
Misschien wel voor het eerst klonk de doorgaans bedachtzame Schoof bijzonder stellig en scherp. Hij voelde zich daartoe mogelijk gedwongen door het feit dat hij een coalitie van rechtse partijen leidt, onder leiding van de PVV. Daaruit klonk de afgelopen dagen al onverzoenlijke taal: PVV-leider Geert Wilders vond het veroordelen van antisemitisme „niet genoeg” en eist dat de daders het land uit worden gezet. VVD-Kamerlid Ulysse Ellian vergeleek op X de daders, volgens hem „een groep niet-geïntegreerde Nederlanders”, met de Sturmabteilung (SA), een knokploeg uit nazi-Duitsland.
VVD-Kamerlid Ellian vergeleek de daders met de Sturmabteilung, een knokploeg uit nazi-Duitsland
Schoof wierp zich nadrukkelijk op als beschermer van de Joodse gemeenschap, die zich „in de steek gelaten voelt” en vond dat de daders van de agressie tegen de Maccabi-supporters „onaangepast” en „moreel volstrekt ontaard” gedrag vertonen. Schoof kon zich vinden in de woorden van VVD-staatssecretaris Jurgen Nobel (Integratie), die maandag zei dat islamitische jongeren „voor een heel groot deel niet onze normen en waarden onderschrijven”. Schoof had alleen twijfels over de term ‘heel groot’, zei hij.
Afgelopen dagen zwengelden verschillende partijleiders de discussie over integratie al aan. CDA-leider Henri Bontenbal zei op het partijcongres zaterdag dat de „falende integratie van sommige groepen Nederlanders” een crisis kan worden genoemd. VVD-leider Dilan Yesilgöz schreef op de partijwebsite dat het antisemitische geweld mede door de „mislukte integratie” kwam. Ze haalde een interview met oud-partijleider Frits Bolkestein uit 2002 aan, waarin hij zich al beklaagde over antisemitisme binnen groepen met een migratieachtergrond. Volgens Yesilgöz is het een taboe om integratie te problematiseren, hoewel het onderwerp sinds de Fortuyn-revolte van 2002 veelvuldig in Den Haag wordt besproken. „Als de VVD wijst op oververtegenwoordiging van mensen met een niet-westerse achtergrond in de criminaliteit en in de bijstand, is de reactie van links dat we stigmatiseren en moeten benoemen wat er goed gaat”, schreef ze.
Impliciet
Vanuit GroenLinks-PvdA klonk maandag de oproep aan andere partijen om niet verder te polariseren. Partijleider Frans Timmermans schreef in een blog dat in een rechtsstaat „iedere vorm van wangedrag wordt aangepakt en het wangedrag van de één nooit een excuus vormt voor wangedrag van de ander”. En hij voegde toe, impliciet wijzend naar Wilders en Yesilgöz: „Politici die het wangedrag van de daders van donderdagnacht afschuiven op Nederlandse moslims dragen niet bij aan de oplossing, maar vergroten het probleem.”
Premier Schoof schaarde zich duidelijk aan de kant van coalitiepartijen PVV en VVD, al ging hij minder ver. Schoof wilde desgevraagd tijdens zijn persconferentie niet te zeggen dat de integratie is mislukt, dat vond hij een „te grote uitspraak” waar hij nog goed over zou nadenken.
Partijen eisen directe actie, maar de niet zo populaire waarheid is dat antisemitisme bestrijden een lange adem vereist
Integratie is doorgaans de term die wordt gebruikt om het inburgeringsproces van nieuwkomers aan te duiden, maar Schoof wilde het ook hebben over tweede- of derdegeneratiemigranten in Nederland. Hij sprak over problemen rond opvoeding, onderwijs en religie, waarbij hij expliciet islamitische weekendscholen noemde waar buitenlandse beïnvloeding zou plaatsvinden. En hij legde de schuld voor de geweldplegingen bij de ouders van de jongeren die daarbij betrokken waren. Die zouden hun kinderen moeten aanspreken, maar Schoof zei „niet zeker” te weten of zij dat wel doen.
Schoof gaat dinsdag op het Catshuis in gesprek met Joodse en maatschappelijke organisaties over de aanpak van antisemitisme. Later wil de premier ook met andere „religieuze gemeenschappen” in gesprek zei hij.
Nederlanderschap
Met zijn stevige taal op de persconferentie probeerde Schoof de controle terug te krijgen over het hoogoplopende politieke debat over het geweld in Amsterdam. Maar aan concrete acties ontbreekt het op dit moment. Justitieminister David van Weel (VVD) was al bezig met een nieuwe aanpak antisemitisme voor later dit najaar, die nu deze week al in het kabinet wordt besproken. Bij de ministerraad van vrijdag hoopt Schoof de eerste maatregelen te presenteren.
Waar partijen nu onmiddellijke actie eisen, is de niet zo populaire waarheid ook dat de bestrijding van antisemitisme een zaak van de lange adem is, bijvoorbeeld als het om dialoog- of onderwijsprogramma’s gaat.
Er lopen ook al veel initiatieven: zo behandelt de Tweede Kamer op dit moment een wetsvoorstel van Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) en Mirjam Bikker (ChristenUnie) dat zorgt voor een strafverzwaring bij antisemitisch gemotiveerde geweldsdelicten.
Mogelijk wil het kabinet een paar stappen verder gaan. Gevraagd naar het voorstel van Wilders om bij antisemitische delicten het Nederlanderschap in te trekken, zei Schoof dat dit „een van de oplossingsrichtingen” is waar het kabinet bij voldoende steun in de Tweede Kamer bereid is om naar te kijken. Het laat zien dat het verharde politieke klimaat zich zou kunnen gaan omzetten in een radicaal ander beleid.
Lees ook
Politie gepikeerd over kritiek op aanpak gewelddadigheden: ‘Politici moeten dempen in plaats van uitvergroten’