N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Podiumvrees Popmuzikanten lijden onder podiumvrees. Wat doen die zenuwen met hen? Een inventarisatie van onzekerheden en oplossingen. „Het kan gaan malen. Klink ik vals? Zijn we wel goed genoeg?”
De rokersgalerij aan de linkerkant van Paradiso, in Amsterdam, lijkt leeg, maar half weggedoken in een nis staat een vrouw. Ze heet Julia Korthouwer, is zangeres en trok zich terug uit de drukte binnen, voor een moment van bezinning. Over anderhalf uur begint het optreden van haar band Loupe, in de uitverkochte bovenzaal.
Ze voelt zich niet zo lekker, zegt ze. „Toen ik vanochtend wakker werd, was ik blij. Ha, we mogen, dacht ik. Maar nu ben ik misselijk. Ja, ik weet dat het goed komt, alleen nu even niet.”
Een paar uur later zal Korthouwer, met de vier muzikanten van haar band, trefzekere versies spelen van hun dromerige liedjes, waarbij zang en muziek een intense onderstroom krijgen.
De eerste uitverkochte show in Paradiso is geslaagd. Tevoren ging ze de zenuwen te lijf met een paar biertjes, en na afloop is Korthouwer blij: het was de misselijkheid „meer dan waard”. Dat hoort erbij, zegt ze, bij het leven van muzikant.
Lampenkoorts
Vooral nu, nu het festivalseizoen begint. Muziekliefhebbers verheugen zich op de concerten van idolen en van veelbelovende beginners. Blokkenschema’s worden bekeken, routes uitgestippeld. Maar wat gaat er vooraf aan die optredens? Hoe voelen de muzikanten zich voor ze de arena betreden?
Het kan ze zenuwen opleveren, oftewel podiumvrees, ooit ‘lampenkoorts’ genoemd: naar de schijnwerper die plotseling op je gericht staat.
Willem Smit, zanger van de populaire band Personal Trainer, die alternatieve rockmuziek speelt, zegt dat het gevoel van zenuwen samenhangt met die grote groep mensen die naar je staat te kijken. Hij vergelijkt het met een drukke winkelstraat. „Stel je voor dat je daar loopt en iets laat vallen waardoor iedereen ineens naar je kijkt. Hoe voel je je dan? Ik denk dat je het liefst weg wil rennen.”
Smits band speelde afgelopen februari voor het eerst een eigen show in de grote zaal van Paradiso. Dankzij het succes van hun debuutalbum Big Love Blanket was het optreden snel uitverkocht. Veel collega’s, familieleden en vrienden zouden komen kijken.
Het is „extra spannend” om te spelen voor bekenden, zegt Smit. In de dagen ervoor is hij zenuwachtig, hij slaapt slecht en is „opgewekter dan normaal”. „Ik ga veel praten en rondlopen en krijg allemaal nieuwe plannen die ik met de bandleden wil delen.”
Zenuwen geven ook energie, zegt hij, en die energie kan leiden tot de juiste stemming op het podium. „Optimaal is een situatie waarin ik geen angst voel, geen schaamte over mezelf, maar ondertussen weet dat ik niet te ver zal gaan. Ik wil me vrij voelen en toch een beetje de controle houden. Ik zou het vervelend vinden als ik geen oog meer had voor de mensen om me heen, of gekke dingen zou zeggen.”
Die avond in februari improviseerde Smit op zijn teksten, zong liggend op zijn rug en danste met familieleden over het podium. „In Paradiso liep het goed”, zegt Smit, „als een soort machientje.”
Nerveus
Rapper Ray Fuego heeft niet veel last van zenuwen voor optredens, zegt hij. Maar hij maakt zich wel druk, want Fuego is een „perfectionist”. „Iets nieuws op het podium is altijd spannend. Toen ik voor het eerst autotune op mijn zang gebruikte bijvoorbeeld, dat maakte me toen nerveus.” Dan moet hij extra vaak naar de wc.
Afgelopen januari gaf hij zijn eerste solo-concert in de Melkweg-Max in Amsterdam. Er hingen videoschermen, er was een nieuw decor met ijzeren hekken en bewakingscamera’s ter illustratie van zijn albumtitel Open, Bloot ‘N Paranoide. „Techniek is kwetsbaar. Voor het optreden controleer ik alle onderdelen, of ze kloppen.” Hij kan „geïrriteerd” zijn als de zaal niet de gevraagde spullen heeft geregeld. „Dan word ik soms een klein kind, sluit me op in de kleedkamer en zeg even niks.”
Anouk wordt van meer erkenning des te zenuwachtiger, vertelt ze in interviews
Zijn optredens begint Ray Fuego met een masker op, dat na enkele nummers afgaat. Het masker is niet bedoeld om zich achter te verstoppen, zegt hij. „Ik denk zelfs dat mensen meer van mij ‘zien’ als ik een masker draag. Dan horen ze mijn expressie, zonder te worden afgeleid door mijn gezichtstatoeages of charme” – hij lacht even.
Ray Fuego geeft zich graag bloot. Het optreden in de Max was een van de eerste sinds het overlijden van zijn moeder. „Ik keek naar het balkon waar ze normaal stond met mijn familieleden. Ik miste haar daar.” Hij werd overmand door tranen en vertelde de zaal wat er aan de hand was. „Mijn verdriet, woede, liefde. Het publiek mag alles van mij zien.”
Meditatie
Podiumangst kan verlammend zijn. Het kan leiden tot buikkramp en overgeven, tot zweten, slapeloosheid en mokken in de kleedkamer. Dat blijkt ook uit de documentaire How I’m Feeling Now over Lewis Capaldi, de Schotse superster die voor miljoenen concertbezoekers heeft gespeeld. In de film is te zien hoe beroerd hij zich voelt voordat hij het podium op moet. En ook tijdens het concert. Bij een optreden in de Wembley Arena in Londen, voor 12.000 mensen, moet hij zelfs stoppen met spelen, door de schokken in zijn lichaam en de rugpijn. ‘Zenuwen’, zegt zijn moeder.
Volgens Ray Fuego en Willem Smit worden de zenuwen minder als je langer bezig bent. Hoe vaker je hebt opgetreden, hoe beter het gaat. En: erkenning geeft vertrouwen. Maar het kan ook andersom. Nationale ster Anouk bijvoorbeeld, wordt van meer erkenning des te zenuwachtiger, vertelt ze in interviews.
Rapper/zanger Glenn de Randamie, alias Typhoon, zegt dat een goed optreden draait om goede voorbereiding. Voorafgaand aan een show is hij de hele dag in de zaal aanwezig, om de sfeer te voelen, en de crew te ontmoeten. De Randamie bedwingt zijn plankenkoorts door massage, meditatie en gebed. Maar het belangrijkste, zegt hij, is de verhouding met zijn bandleden. „Contact hebben met elkaar, samen chillen. Ik heb hun steun nodig. Als ik me minder stabiel voel, vraag ik mijn muzikanten ‘Help me’.”
Hij heeft zich aangewend om zijn optreden van tevoren te „visualiseren”. „Ik zie de liedjes voor me en bedenk me wat ik wil overbrengen, hoe ik me beweeg en hoe ik me daarbij voel.” Die concentratie probeert hij vol te houden tijdens het optreden. Want tegenwoordig wil hij bij optredens een zekere „mystiek” in stand houden. „Mijn valkuil was altijd dat ik te véél geef. Te veel energie, te veel emotie. Dan word ik te uitbundig.” Ooit speelden ze zijn hit Zandloper in een versie van twintig minuten. „Jeugdig enthousiasme, zeg maar. Dat zou ik nu niet meer doen. Ik zoek meer beheersing. Om uiteindelijk samen met het publiek tot een diepe ervaring te komen.” Een „diepzeeduik”, noemt hij het.
Plassen helpt
Julia Korthouwer is nu 23. Op haar twaalfde begon ze met optreden: in haar eentje zong ze op bruiloften en in kroegen, zichzelf begeleidend op een gitaar. „Uren achter elkaar, en dat vond ik nooit eng”, zegt ze. „Omdat ik de hele avond covers speelde.”
Het zingen van zelfgeschreven liedjes met Loupe is spannender. „Steeds vraag ik me af hoe de mensen het zullen vinden.”
Zodra ze op het podium staat begint het malen: „Klink ik vals? Zijn we wel goed genoeg? Hoe verhoud ik me tot de band? En dan moet ik ook nog zingen.”
Franti Marešová is gitarist in Personal Trainer. In haar vijftienjarige carrière als muzikant heeft ze „nooit een snaar gebroken”, maar Marešová’s zenuwen draaien meestal om de techniek. „Ik maak me dan zorgen over een snoer dat niet werkt of dat contacten los zitten.” Ze houdt van overzicht. „Daarom heb ik onlangs een paar pedalen uit mijn verzameling gehaald, dan kan ik ook niet in de war raken. Nu zijn het er nog drie.”
Onlangs heeft ze haar pedalen beplakt. „Met lijnen van tape, zodat de instellingen meteen duidelijk zijn. Dat helpt tegen de onzekerheid.”
Franti Marešová heeft veel ervaring met optredens. „Vroeger had ik geen probleem. Maar ineens begon er een periode dat ik zenuwachtig was.”
Nu ze veel optreedt met Personal Trainer, voelt Marešová zich beter. Doordat ze goed op elkaar ingespeeld zijn, maar ook doordat ze „een knopje heeft gevonden” in haar hoofd. „Het lukt me nu mezelf te overtuigen: ‘We gaan een goed concert geven, er zijn allemaal leuke mensen.’” Dan zet ze de knop om. „Zenuwen en enthousiasme liggen dicht bij elkaar. Ze geven allebei adrenaline. Ik beschouw zenuwen nu als ‘enthousiasme’.”
Voor hij het podium opgaat, heeft Typhoon één noodzakelijke handeling. „Plassen, altijd een paar minuten voor we beginnen.” Dat helpt zowel fysiek als geestelijk. „Ik wil ‘leeg’ zijn als ik het podium opga.”
Julia Korthouwer vond een oplossing voor de zenuwen: erover vertellen aan het publiek. „Na een paar nummers maak ik een praatje en dan zeg ik: ‘Ik ben heel zenuwachtig.’ Dan gaat het daarna beter.”