Waar lag het aan? Niet aan de muzikanten, die hun partijen met verve speelden. Niet aan de overtuigingsdrang van zanger Camil Meiresonne en niet aan de afgewogen opstelling en belichting waardoor een mooi schaduwpatroon ontstond. Toch werd het debuut van het Haagse Son Mieux in Ziggo Dome, Amsterdam, op vrijdagavond, niet de triomf die mogelijk leek.
Het populaire Son Mieux speelt op vele festivals en in concertzalen, en ook door heel Europa. Hun nummers, die vaak neigen naar discopop, zijn stuwend, hebben een weelderige klank en kregen een hoogwaardige constructie, met uitstapjes naar saxofoon- of percussie-solo’s. Van Son Mieux is bekend dat ze hun grote concerten, zoals in Afas Live, Amsterdam, in 2023, zorgvuldig vormgeven. In Afas was ‘kleur’ de inspiratie, een verwijzing naar hun doorbraakhit ‘Multicolor’ (2022), en werd de discosfeer onderstreept met glitter en glamour.
Nu, bij de eerste avond van twee uitverkochte concerten in Ziggo Dome, waren de muzikanten goeddeels in het zwart gekleed en was het podium vaak donker. Het optreden opende met het a capella ‘Will pt.1’ terwijl de bandleden langzaam zichtbaar werden, breed opgesteld op het toneel. De schemer was mooi geheimzinnig. Daarna was de presentatie een tijdlang statisch. De muzikanten speelden geconcentreerd, Meiresonne bleef op zijn plaats, en zelfs het wervelende ‘1992’ kreeg weinig elan. Pas toen Meiresonne zich tijdens ‘Nothing’ waagde tot halverwege de grote Y-vormige catwalk die vanaf het podium de zaal insteekt, ontstond er dynamiek.
‘Verdeeldheid’
Even later staat hij daar, in zijn eentje, gevangen in een lichtbundel, als op zijn eigen eiland. Tegen het publiek praat hij over ‘verdeeldheid’ en hoe muziek mensen kan samenbrengen. Het is een subtiel moment, en verrassend als vier strijkers naast hem opdoemen, en violiste Maud Akkermans bij ‘Heavy Water’ een mooie tegenpartij komt zingen.
Het concert is opgebouwd rond het inmiddels bekende repertoire van de eerste twee albums van de groep, en een reeks singles. De nieuwste twee singles, ‘Have a Little Faith’ en ‘Free for Another Day’, klinken bedaard en breken zo met de eerdere stijl.
Al wordt het publiek steeds uitbundiger, de band heeft gekozen voor soberheid en ernst, die maar met moeite worden afgeschud. Het nieuwe ‘Have a Little Faith’ biedt een mooie instrumentatie van verweven gitaargetokkel maar de melodie is vlak. Zo zwenkt Son Mieux op deze avond tussen de nieuwe, ingetogen stijl en de dansknallers die ze ook in het repertoire hebben. De band lijkt zichzelf tegen te houden.
Tot ver in het optreden is Meiresonne hard aan het werk om de zaal op te porren. Pas als een 12-koppig koor op het toneel verschijnt ter ondersteuning van het onweerstaanbaar opzwepende ‘This Is The Moment’, en ook het zittende publiek is opgestaan, bewegen zanger en muzikanten spontaan over het podium, waarbij gitarist Niels de Maa als een derwisj rondjes draait. Dan verspreiden de koorleden zich losjes over het podium, en doet Meiresonne wat hij even tevoren in een liedtekst beloofde: ‘I will dance like nobody’s watching’.
Waar lag het aan? Niet aan de muzikanten, die hun partijen met verve speelden. Niet aan de overtuigingsdrang van zanger Camil Meiresonne en niet aan de afgewogen opstelling en belichting waardoor een mooi schaduwpatroon ontstond. Toch werd het debuut van het Haagse Son Mieux in Ziggo Dome, Amsterdam, op vrijdagavond, niet de triomf die mogelijk leek.
Het populaire Son Mieux speelt op vele festivals en in concertzalen, en ook door heel Europa. Hun nummers, die vaak neigen naar discopop, zijn stuwend, hebben een weelderige klank en kregen een hoogwaardige constructie, met uitstapjes naar saxofoon- of percussie-solo’s. Van Son Mieux is bekend dat ze hun grote concerten, zoals in Afas Live, Amsterdam, in 2023, zorgvuldig vormgeven. In Afas was ‘kleur’ de inspiratie, een verwijzing naar hun doorbraakhit ‘Multicolor’ (2022), en werd de discosfeer onderstreept met glitter en glamour.
Nu, bij de eerste avond van twee uitverkochte concerten in Ziggo Dome, waren de muzikanten goeddeels in het zwart gekleed en was het podium vaak donker. Het optreden opende met het a capella ‘Will pt.1’ terwijl de bandleden langzaam zichtbaar werden, breed opgesteld op het toneel. De schemer was mooi geheimzinnig. Daarna was de presentatie een tijdlang statisch. De muzikanten speelden geconcentreerd, Meiresonne bleef op zijn plaats, en zelfs het wervelende ‘1992’ kreeg weinig elan. Pas toen Meiresonne zich tijdens ‘Nothing’ waagde tot halverwege de grote Y-vormige catwalk die vanaf het podium de zaal insteekt, ontstond er dynamiek.
‘Verdeeldheid’
Even later staat hij daar, in zijn eentje, gevangen in een lichtbundel, als op zijn eigen eiland. Tegen het publiek praat hij over ‘verdeeldheid’ en hoe muziek mensen kan samenbrengen. Het is een subtiel moment, en verrassend als vier strijkers naast hem opdoemen, en violiste Maud Akkermans bij ‘Heavy Water’ een mooie tegenpartij komt zingen.
Het concert is opgebouwd rond het inmiddels bekende repertoire van de eerste twee albums van de groep, en een reeks singles. De nieuwste twee singles, ‘Have a Little Faith’ en ‘Free for Another Day’, klinken bedaard en breken zo met de eerdere stijl.
Al wordt het publiek steeds uitbundiger, de band heeft gekozen voor soberheid en ernst, die maar met moeite worden afgeschud. Het nieuwe ‘Have a Little Faith’ biedt een mooie instrumentatie van verweven gitaargetokkel maar de melodie is vlak. Zo zwenkt Son Mieux op deze avond tussen de nieuwe, ingetogen stijl en de dansknallers die ze ook in het repertoire hebben. De band lijkt zichzelf tegen te houden.
Tot ver in het optreden is Meiresonne hard aan het werk om de zaal op te porren. Pas als een 12-koppig koor op het toneel verschijnt ter ondersteuning van het onweerstaanbaar opzwepende ‘This Is The Moment’, en ook het zittende publiek is opgestaan, bewegen zanger en muzikanten spontaan over het podium, waarbij gitarist Niels de Maa als een derwisj rondjes draait. Dan verspreiden de koorleden zich losjes over het podium, en doet Meiresonne wat hij even tevoren in een liedtekst beloofde: ‘I will dance like nobody’s watching’.
Kunstmatige intelligentie is een scale game, een spel dat draait om schaalgrootte: meer data, meer rekenkracht, meer geld om AI-modellen te trainen, meer energie om de datacenters van stroom te voorzien. Dat was, tot deze week, de breedgedeelde opvatting over artificiële intelligentie (AI). De aankondiging vorige week door de nieuwe regering-Trump van Stargate, een enorme investering in ‘superintelligente AI’, zette dat extra kracht bij. Met 500 miljard dollar en een ongekende uitbreiding van data- en energiecapaciteit zet de VS vol in op schaalgrootte. Maar toen was daar ineens DeepSeek.
Een nieuwe versie van dit Chinese AI-model, strategisch gelanceerd op de dag van Trumps inauguratie, blijkt op cruciale indicatoren beter te presteren dan de grootste, duurste modellen van Amerikaanse concurrenten zoals OpenAI’s ChatGPT en Anthropic’s Claude. Het leidde tot een schokgolf: nooit eerder verloor een bedrijf zoveel beurswaarde op één dag als AI-chipmaker Nvidia, bijna 600 miljard dollar.
Wat dit op termijn betekent voor techbedrijven, is ongewis. Schaal blijft hoe dan ook een factor van belang in AI-ontwikkeling. Maar DeepSeek toont in elk geval aan dat er ook andere manieren zijn om de AI-wedloop te winnen: met veel minder rekenkracht, met veel minder investeringen, met een open source-aanpak in plaats van een gesloten aanpak zoals (het zeer misleidend genoemde) OpenAI. Efficiëntie, slimheid en samenwerking in plaats van alleen schaal.
De rimpeleffecten hiervan kunnen aanzienlijk zijn. Voor de monopoliemacht van techreuzen zoals Google en Meta bijvoorbeeld. Voor het bouwen van zoekmachines en sociale netwerken moet je enorm investeren. Maar als je eenmaal een zoekmachine hebt, kost elke extra zoekopdracht bijna niets. Dit, samen met het feit dat veel webtechnologieën beter werken als veel mensen ze gebruiken (zogetehen netwerk-effecten), zorgt ervoor dat er vaak maar één grote winnaar overblijft. DeepSeek laat zien dat die dynamiek niet per se geldt voor AI.
Het is te hopen dat dit Europa eindelijk wakker schudt. Ook het oude continent, tot nu toe vrijwel nergens te bekennen in de AI-race, kan nog meedoen om de knikkers. En er staat met AI veel op het spel: de toekomst van werk, de snelheid van innovatie en wetenschappelijke doorbraken, maar ook geopolitieke invloed. DeepSeek biedt hoop dat ook Europese bedrijven nog kans maken om serieus mee te doen. Maar dat moet dan wel nú gaan gebeuren.
Wat dat betreft laat het nieuwe ‘concurrentiekompas’ van de Europese Commissie in elk geval zien dat zij de urgentie van dit vraagstuk inziet. Op die nieuwe Europese innovatiekoers, woensdag aangekondigd door Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, is veel aan te merken, maar er staan op zich zinnige ideeën en investeringsplannen in voor het versnellen van vernieuwing en het verminderen van regeldruk. Dat roept wel prangende vragen op, niet in de minste plaats over AI. In de VS gaan de grote AI-investeringen gepaard met het afschaffen van ethische richtlijnen. Die route moet Europa niet op.
Als kunstmatige intelligentie niet alleen draait om schaal, ontstaat er meer ruimte voor diverse smaken AI. Europese kunstmatige intelligentie kan zich dan onderscheiden door vanaf het eerste moment wél ethische vangrails in te bouwen, over bijvoorbeeld verantwoord toepassingen op de werkvloer, ethisch datagebruik, lager energieverbruik, eerlijker verdeling van de opbrengsten, en meer.
Dat is niet makkelijk. De ontwikkeling van ethische Europese AI zal de komende tijd een extreem precaire balanceeroefening vergen tussen aan de ene kant voldoende innovatie- en experimenteerruimte, en aan de andere kant het bewaken van maatschappelijke kaders. Europa heeft geen andere keus dan het ontwikkelen van een eigen, Europese smaak AI die de concurrentie aankan.
Bij de inauguratie van president Trump, met tech-topmannen op ereplekken, was helder zichtbaar hoe Big Tech er aanschuurt tegen Trumps politieke agenda. Amerikaanse super-AI hoeft bepaald geen goed nieuws te zijn voor democratie en persoonlijke vrijheid in Europa. Ook over het Chinese smaakje van AI past geen enkele naïviteit. DeepSeek weigert bijvoorbeeld antwoord te geven op vragen over gevoelige Chinese politieke onderwerpen.
Zonder stevige eigen AI-ontwikkeling maakt Europa zich volledig afhankelijk van de technologie én het ethische kompas van andere machtsblokken. Dat is een enorm, om niet te zeggen existentiëel, risico voor de strategische autonomie en vrijheid van de EU. Het plotse succes van DeepSeek laat zien dat Europa niet alleen mee kán doen aan de AI-race, maar ook mee móét doen om een democratische toekomst veilig te stellen waarin Europese waarden mee blijven tellen.
Jean-Marie Le Pen, die 96 werd, herinnert ons eraan dat het extreem-rechtse populisme al sinds de opkomst van de liberale democratie na de Tweede Wereldoorlog een hardnekkig kenmerk van de Europese politiek is. Le Pen werd in 1956 voor het eerst in het Franse parlement gekozen, maar heeft nooit de invloed gekregen die zijn dochter Marine nu heeft. Dat komt omdat de vraag naar populisten in de gouden jaren van de Europese democratie beperkt was.
Maar deze dynamiek is de laatste jaren drastisch veranderd. Niet alleen in Midden- en Oost-Europa zijn nativistische populisten als overwinnaars uit de bus gekomen, maar ook in Italië, Nederland, Oostenrijk en Frankrijk. Met de terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis lijken de populisten klaar te staan om het politieke landschap in de westerse wereld nog wel een tijdje te beheersen.
Veel mensen hebben zo hun eigen lijstje met personen of factoren die ze verantwoordelijk houden voor de opkomst van de populisten. Sommigen wijzen naar het kapitalisme, neoliberalisme, de migratie of mondialisering. Volgens anderen zijn China, Rusland, de Verenigde Staten of de Europese Unie de schuldigen. Er is ook een reeks progressieve centrum-linkse en centrum-rechtse politici die de schuld krijgen van de populistische golf. Voor sommigen ligt die bij Margaret Thatcher, voor anderen bij Tony Blair. Sommigen hebben kritiek op Gerhard Schröder of Angela Merkel, terwijl anderen naar Nicolas Sarkozy of Emmanuel Macron wijzen.
Deze lijst zou nog veel langer kunnen worden, maar we mogen daarbij niet voorbijgaan aan de stelling van de befaamde populisme-expert Cas Mudde. In zijn Leonard Schapiro-lezing van 2019 betoogde Mudde dat naarmate de liberale democratie afbrokkelt, de vraag naar populistische politici stijgt: „Het populisme is in wezen een illiberaal democratisch antwoord op ondemocratisch liberalisme.”
In een recent onderzoek van het Ipsos Knowledge Panel bleek bijna de helft van de respondenten ontevreden over het functioneren van de democratie in hun land. Een andere geloofwaardige peiling wees uit dat rond de 60 procent van de Europeanen erkende hun democratisch gekozen nationale regeringen en parlementen „niet te vertrouwen”. Tal van andere onderzoeken bevestigen de precaire staat van de democratie en beklemtonen hoe de populisten deze kwetsbaarheid uitbuiten.
Dat komt niet omdat de nieuwe generatie populistische leiders van nature vaardiger of charismatischer is dan hun voorgangers. Matteo Salvini is niet bedrevener dan Umberto Bossi, Marine Le Pen is geen betere spreker dan haar vader en Herbert Kickl bezit niet de lokale wortels van Jörg Haider (Kickl begon zijn carrière overigens als Haiders ghostwriter). Het huidige succes van de populisten komt voort uit de vervorming van de liberale democratie, waarin liberale waarden en normen wel worden beleden maar in de praktijk verwaarloosd, getuige de toenemende ongelijkheid, cultureel elitarisme, verwaarlozing van mensenrechten en militaire miskleunen. Daardoor worden kiezers aangezet om illiberale, ondemocratische alternatieven te omarmen. De prangende vraag is: hoe kunnen ontevreden kiezers worden teruggewonnen?
We zouden verwachten dat de liberalen hun fouten zouden toegeven en via een hernieuwde legitimiteit van de democratie zouden proberen de vraag naar populisme te verminderen. Dat is helaas niet het geval. Volgens sommigen is het beste tegengif tegen het populisme een liberale versie van het populisme. Anderen bepleiten een technocratie als bolwerk tegen het populistische post-truth-tijdperk. Beide kampen hebben krachtige publieke campagnes tegen de populistische partijen en leiders gevoerd, met hoogstens magere resultaten – een situatie die niet moeilijk te begrijpen is.
Weliswaar kunnen individuele populistische politici en partijen in diskrediet worden gebracht en van hun macht worden ontdaan, maar de achterliggende vraag naar populisme is hiermee niet opgelost. Zolang de democratie in verval blijft, worden figuren als Le Pen, Wilders of Kaczynski simpelweg door andere populisten vervangen. Het doel zou moeten zijn om de vraag naar populisme te verminderen, niet alleen om van bepaalde populistische figuren of partijen af te komen.
De technocratische oplossingen die de voorkeur van het antipopulistische kamp hebben kunnen een antwoord zijn op praktische problemen als financiële instabiliteit, overheidstekorten of gezondheidscrises. Maar technocratie heeft weinig gemeen met democratie, want het verkleint de rol van parlementen, beperkt de participatie van burgers en vermindert de transparantie in besluitvorming. Democratie moet én doelmatig én representatief zijn: burgers raken teleurgesteld als beslissingen worden uitbesteed aan niet-gekozen deskundigen of instellingen, vooral in moeilijke tijden. Wat voor zin hebben democratische verkiezingen als de beslissingen door technocraten, rechters of banken worden genomen?
Populisme met populisme bestrijden is een nog slechtere strategie, want dit legitimeert wetteloosheid, demagogie en racisme. Het idee van een ‘liberaal populisme’ deugt fundamenteel niet, omdat het populisme alles belichaamt waar de intellectuele grondleggers van het liberalisme tegen waren. Als een liberaal de retoriek en tactieken van een populist overneemt, is hij geen liberaal meer. Punt uit.
In 2021 vroegen onderzoekers aan de Europeanen wat ze ervan zouden vinden als het aantal nationale parlementariërs werd verminderd en vervangen door kunstmatige intelligentie (AI) met toegang tot burgergegevens. Verrassend genoeg toonde de helft van de respondenten, met name jongeren, zich enthousiast. Het is onduidelijk of dit een blijk is van vertrouwen in AI of van wantrouwen in de politieke klasse. Toch onderstreept het de noodzaak van democratische hervormingen die verder gaan dan de traditionele agenda’s van verkiezingen, parlementen, grondwetten en partijen. De democratie moet zich ook richten op de nieuwe uitdagingen die de technologische vooruitgang, waaronder AI, met zich meebrengt.
Het nationale kader waarbinnen de democratie opereert, past niet goed bij het mondiale digitale landschap van onderling verbonden communicatie en transacties. Bovendien is het huidige tempo van de democratie te traag voor een wereld die 24/7 werkt met de snelheid van het internet.
De populisten stellen voor om de democratie te ‘repareren’ door de rechtsstaat, de checks and balances, de onafhankelijke media en de rechten van minderheden te ontmantelen. In deze omgedoopte autocratie, bedrieglijk illiberale democratie genoemd, is snelle besluitvorming mogelijk zonder volksraadpleging of parlementair beraad. Maar snelle beslissingen zijn niet altijd verstandig of legitiem, wat verklaart waarom autocratieën vaak haperen. Bovendien botsen de soevereinistische neigingen van populisten met de internationale connectiviteit die door het internet wordt bevorderd.
De liberalen verwijten de populisten terecht dat ze de traditionele pijlers van de democratische orde ontmantelen. Alleen slaat dat verwijt vaak om in heimwee naar een vervlogen tijdperk waarin politieke partijen diepgeworteld waren in de burgermaatschappij, parlementen fora voor echt publiek debat vormden en ministers vertrouwden op ervaren ambtenaren. Inmiddels ligt de macht bij informele netwerken die hebben geprofiteerd van de digitale revolutie. Deze netwerken behandelen kiezers als consumenten, terwijl de nationale regeringen wel het gezag over kwetsbare burgers of migranten uitoefenen, maar machteloos staan tegen multinationale ondernemingen die de communicatie, het geldwezen en de arbeidsstromen beheersen.
In deze context zijn de begrippen sociaal contract of nationaal belang bijna virtueel geworden. De bestaande democratische instellingen hebben moeite om conflicten op te lossen en zinvolle compromissen te sluiten, omdat, in woorden van Zygmunt Bauman, „soevereiniteit en macht gescheiden raken van de politiek van de territoriale nationale staat”. Denk aan de zwakke en aarzelende reacties van de Europese liberale regeringen op de provocaties van Elon Musk.
Het is onmogelijk om de klok terug te draaien, want de digitale en AI-revolutie zullen door blijven gaan. De democratie moet zich daarom aanpassen aan een wereld waarin mensen anders denken, andere verlangens hebben en anders met elkaar omgaan dan in het gouden tijdperk van decennia geleden. Weliswaar is er geen blauwdruk voor een democratische transformatie, maar we moeten de moed hebben om te experimenteren. Kunt u belangrijke democratische hervormingen noemen die zijn doorgevoerd sinds de komst van het internet, ruim dertig jaar geleden?
Bedrijven hebben zich aangepast aan het digitale tijdperk, evenals de georganiseerde misdaad; maar de democratie is vast blijven zitten in een kader dat beter past bij de tijd van Alexis de Tocqueville. Het is tijd om nieuwe vormen van e-democratie te verkennen waardoor gewone burgers meer macht krijgen. We moeten een gelaagder bestuur omarmen, waarbij landen worden gedwongen om middelen en besluitvorming met lokale en internationale partijen te delen. Ook moeten informele netwerken worden ingezet om publieke goederen te leveren. Experimenten brengen risico’s met zich mee, maar als we ons bij onze vernieuwingen aan de liberale waarden houden, vinden we misschien onze weg uit het populistische labyrint.
Lees ook
‘De wereld kan wel zonder democratie bestaan, maar niet zonder internet’