Politiek fotograaf Han Singels (1942-2025) vond rust in lege landschappen

Han Singels bewoog zich met zijn camera moeiteloos tussen de politieke macht en persoonlijke verhalen van gewone mensen. Hij fotografeerde op het Binnenhof en in het drukke stadsleven, en vond later rust in het lege landschap. Op 10 mei 2025 overleed hij onverwachts.

Singels werd op 5 mei 1942 geboren in interneringskamp Brastagi op Noord-Sumatra, als derde kind van een Nederlandse planter en zijn Friese vrouw. Hij studeerde fotografie en grafisch ontwerp aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en de Rijksakademie in Amsterdam. In de vroege jaren zeventig werkte hij als grafisch ontwerper, al snel legde hij zich toe op fotografie.

Amsterdam en omgeving werd zijn biotoop. Op het Waterlooplein was hij een vertrouwd gezicht; hij voelde zich thuis in de stad en was sterk verbonden met de buurt. Als je hem tegenkwam was hij nooit te beroerd om stil te staan voor een goed gesprek, zegt Boudewijn Bakker, voormalig conservator van het Stadsarchief. Hij noemt Singels een echt „mensenmens, oprecht belangstellend. Hij stopte meteen zodra hij je zag. Het was een vreugde hem tegen te komen.”

Vanaf 1974 tot eind jaren tachtig werkte Singels als fotograaf voor De Groene Amsterdammer. Daar ontwikkelde hij zijn signatuur: maatschappelijke betrokkenheid met een voorkeur voor de rafelranden van de samenleving. Hij volgde de politiek van nabij, werkte voor de vakbeweging, bladen als De Nieuwe Linie en het Nieuw Israëlitisch Weekblad, en tal van culturele instellingen.

Leden van het sport- en fitnesscentrum Stoker op het strand van Hoek van Holland, 1983.

Foto Han Singels

In zijn politieke fotografie zat hij er vaak bovenop en kwam hij dicht bij zijn onderwerpen. Hij bewoog zich vrij tussen de politieke hoofdrolspelers binnen het parlement, de vakbonden en werkgeversorganisaties. Bekend is zijn foto uit 1977 van een woedende Joop den Uyl tijdens een opname van Den Haag Vandaag. Er was afgesproken dat de lijsttrekkers elkaar niet zouden onderbreken, Wiegel deed dat toch. Toen Den Uyl daarop wilde reageren, werd hij terechtgewezen. Singels legde precies dat moment vast: Den Uyl vol frustratie, Wiegel die kalm bleef.

„Han noemde zichzelf politiek fotograaf”, zegt Boudewijn Bakker „Hij was iemand die werkte door zich in te leven en echt één te worden met zijn onderwerp. Dit deed hij door lang met mensen te praten. Hij speelde met zijn werk een rol in de maatschappelijke en politieke geschiedenis. Zijn foto’s stonden in de krant en bepaalden mede hoe we die tijd zagen.”

Heldere, open blik

De foto’s van Singels verschenen ook in Vrij Nederland en Ons Amsterdam. Binnen de GKf, Beroepsvereniging van Fotografen, waarbij hij zich in deze periode aansloot, vond Singels geestverwanten die net als hij hun fotografie als maatschappelijk instrument zagen. Hij behoorde tot een belangrijke geëngageerde groep fotografen, onder wie Oscar van Alphen, Willem Diepraam, Bert Nienhuis en Maya Pejic die de heftige sociale en politieke ontwikkelingen van die periode vastlegden.

Singels kreeg tweemaal een documentaire opdracht van het Rijksmuseum (‘Verkiezingen en kabinetsformatie’ in 1977 en ‘Jongeren’ in 1984). Bijzonder was ook de spraakmakende serie over mensen met hiv en aids, die hij begin jaren negentig maakte in opdracht van het Stadsarchief Amsterdam en het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Hier slaagde hij erin om dicht bij de emoties van de mensen te komen, met zichtbaar wederzijds vertrouwen. Het Stedelijk Museum in Amsterdam kocht tien foto’s uit deze serie aan.

Singels was nooit een afstandelijk observator. „Hij zocht het vertrouwen en was gelukkig als hij dat vond”, zegt zijn vriendin Greetje van der Werf. „Je kunt niet fotograferen als er geen vertrouwen is. En dat vertrouwen is bij zijn aids-serie (1990-1993) uitzonderlijk sterk voelbaar.” Een voorbeeld is het portret van Henk Koers (1949-1992), één van de hoofdpersonen uit de serie. Singels volgde Koers in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam . Op een van de foto’s zit Koers op bed, het gezicht getekend door ziekte, maar met een heldere, open blik.

De thema’s van Singels ontwikkelden zich geleidelijk van politiek en maatschappij naar natuur en landschap. In de drukte van de stad voelde hij zich steeds minder op zijn gemak. Hij leed aan claustrofobie, voor hem was de buitenlucht letterlijk een verademing.

„Hij was elke dag uren op pad”, zegt Greetje van der Werf. Vanaf de jaren negentig trok hij er steeds vaker op uit met zijn brommer of fiets, vaak vanuit Amsterdam naar de polders, de uiterwaarden langs de Vecht of richting Muiden.

Foto Han Singels

Wat begon met het fotograferen van mensen in hun sociale context, verschoof naar koeien in het weiland, beelden waarin hij kon blijven zoeken naar vorm, rust en betekenis. Greetje van der Werf: „Hij keek eindeloos naar kunst, vooral naar zeventiende-eeuwse schilderkunst. Hij dacht lang na over wat een beeld tot een goed beeld maakt. Hij kon eindeloos koeien fotograferen, bracht soms zes weken in een weiland door tot hij de perfecte compositie had gevonden.” Het was belangrijk voor Singels dat bij de kijker ruimte bleef voor eigen interpretatie.

Uiteindelijk werd zijn werk nog verstilder: abstracte foto’s van water, steen en ijs. In zijn laatste project, de Waterfoto’s, waaraan hij ruim acht jaar werkt, legde hij de focus op spiegeling en water. Je zou de bijna abstracte beelden kunnen interpreteren als een visueel afscheid: sereen en verstild.