Door een verdubbeling van het aantal demonstraties – van 1.600 in 2023 naar 3.000 in 2024 – en steeds meer overlast van daklozen en mensen die verward of onbegrepen gedrag vertonen, kampt de Amsterdamse politie met een groot capaciteitstekort.
Op dit moment heeft de politie in de hoofdstad een onderbezetting van driehonderd voltijdsbanen. Dat dwingt het Openbaar Ministerie in Amsterdam tot het maken van harde keuzes. In 2024 werden onderzoeken naar twee moorden, drugshandel, terrorisme, schietpartijen en zedenzaken stilgelegd vanwege capaciteitsgebrek. De gespecialiseerde rechercheurs die zich bezighouden met dit soort onderzoeken, waren afgelopen jaar elders nodig.
Amsterdam is al jaren ‘demonstratiehoofdstad’. In 2018 werden hier 1.000 demonstraties gehouden, in 2023 liep dat op naar 1.600 en in 2024 werd dus ruim 3.000 keer geprotesteerd. Tijdens de presentatie van de jaarlijkse politiecijfers waren burgemeester Femke Halsema, hoofdofficier van justitie René de Beukelaer en politiechef Peter Holla dan ook helder: als extra capaciteit uitblijft, gaat dat op de middellangetermijn ten koste van de veiligheid in de hoofdstad. „Er komt veel op ons af en de capaciteit is onvoldoende”, aldus De Beukelaer.
Lees ook
De politie vindt het zelf ook niet meer uit te leggen: overvallers en drugscriminelen gaan te vaak vrijuit
Veiligheid
Hoewel de meeste van die demonstraties – gemiddeld zestig in de week – vreedzaam verlopen, vraagt dit volgens Halsema veel van de politie. Zeker in de gevallen dat het uit de hand loopt. „De toenemende agressie waarmee agenten worden bejegend, valt niet te onderschatten. Dat doet wat met mensen.”
Door overbelasting is de politie volgens Peter Holla minder aanwezig in de wijken, terwijl daar het verschil kan worden gemaakt. „Daar staan we naast de mensen en kunnen we meewerken aan het tegengaan van tegenstellingen.”
Naast de ‘klassieke’ groep met psychische problemen, groeit het aantal dakloze arbeidsmigranten en oorlogsvluchtelingen met PTSS
Het aantal incidenten rond mensen met onbegrepen of verward gedrag neemt ook toe. En dat kost eveneens veel politiecapaciteit. Het gaat meestal om mensen die door de stad zwerven, vaak zorg mijden en zich zeer onvoorspelbaar gedragen. Ze praten bijvoorbeeld hardop tegen zichzelf of schreeuwen en schelden zonder duidelijke reden.
In het totaal heeft de Amsterdamse politie 11.000 meldingen gehad over mensen met onbegrepen gedrag, zo meldde politiechef Holla. Ze vormen een grote groep met uiteenlopende problemen.
Alcoholverslaafd
Naast de ‘klassieke’ groep met psychische problemen, groeit het aantal dakloze arbeidsmigranten en oorlogsvluchtelingen met PTSS. Volgens Halsema is een deel van deze groep verslaafd aan alcohol en/of drugs en bovendien in toenemende mate dakloos.
Dat leidt tot verloedering en uitvergroting van hun psychische of psychiatrische problemen, die juist zorg vereisen, maar die is schaars. „Het patroon is dat ze in de zorg thuishoren, maar in het strafrecht terechtkomen”, aldus de Amsterdamse hoofdofficier De Beukelaer. En dat is terug te zien in de cijfers. Zeven van de twintig moorden in Amsterdam in 2024 werden gepleegd door daders met psychische problemen.
Afgelopen najaar is de gemeente Amsterdam een proef begonnen waarbij alle instellingen, die mensen met onbegrepen gedrag aanpakken en behandelen, samen optrekken. Het gaat onder andere om gemeentelijke instellingen als de stadsdelen en de GGD en de ggz, maar ook om de politie en woningbouwcorporaties.
Voor klachten en vragen is inmiddels ook een centraal meldpunt. Daar kunnen mensen terecht die overlast ervaren, maar ook hulpzoekenden of hun familie. Dat moet voorkomen dat meldingen worden gemist of dat mensen die hulp zoeken zich melden bij het verkeerde loket.
Zorgfinanciering
Met deze nieuwe initiatieven hoopt de gemeente Amsterdam de druk van meldingen van onbegrepen gedrag op de politiecapaciteit te verminderen. Daarnaast moet de landelijke overheid volgens Halsema ook kijken naar de zorg voor ernstige psychiatrische patiënten die zorg mijden of geen hulp accepteren. In jargon ook wel ‘bemoeizorg’ genoemd, omdat deze mensen al in een vroeg stadium worden benaderd.
„De gemeente kan dit niet allemaal zelf financieren”, aldus Halsema. „Er moet voldoende geld komen van het Rijk om mensen met zware, complexe problemen langdurig zorg te kunnen bieden. Iedereen verdient de hulp die ze nodig hebben.”
Lees ook
Elk jaar hetzelfde debat over ‘verwarde personen’: politiek, kom nu eens tot echte oplossingen
Dat de nieuwe post-apocalyptische zombiehorrorfilm van regisseur Danny Boyle en scenarist Alex Garland 28 Years Later heet, staat voor iets meer dan alleen een verwijzing naar hun visionaire en doodenge 28 Days Later uit 2002. Want dat rekensommetje klopt niet helemaal.
Maar goed, in het zombie-universum van Boyle (bekend van Trainspotting) en Garland (die recentelijk de verontrustende hyperactuele oorlogsfilms Civil War en Warfare regisseerde) klopt wel meer niet. Zo vormen 28 Days en Years géén trilogie met 28 Weeks Later uit 2007, al borduurde die film wel voort op het woedevirus dat zij in 28 Days Later introduceerden. Years moet juist het startpunt van een nieuwe trilogie worden. Het tweede deel is al gedraaid, en de terugkeer van acteur Cillian Murphy uit Days en inmiddels wereldberoemd dankzij Peaky Blinders en Oppenheimer wordt als een lokkertje voorgehouden aan de financiers van deel drie.
Belangrijker is dit. Het is nu, in 2025 vooral 28 jaar nadat de Britse kinderserie Teletubbies voor het eerst op televisie werd uitgezonden. Hou dat vast. Want dat de Teletubbies in de proloog opduiken, lijkt misschien grappig of verwarrend, maar zorgt aan het einde voor een alarmerende cliffhanger. Dus kom er maar in met je mediakritiek. Die was immers ook al het startpunt van 28 Days Later: de proefdieren die het woedevirus verspreidden waren „geïnfecteerd” door de 24-uurs nieuwscyclus van dood en geweld. Wat dus als je met de Teletubbies bent zoetgehouden, terwijl in de wereld om je heen een strijd van allen tegen allen woedde?
Een andere coming-of-age
Voor we daar zijn, vertelt 28 Days Later een andere coming-of-age, namelijk van Spikey, geboren op een eilandje voor de Schotse kust. Daar heeft een groepje overlevenden met bij elkaar gesprokkelde spullen kans gezien een nieuwe samenleving op te bouwen. In 28 jaar kan er een hoop kennis verloren gaan, zo is er op het eilandje geen arts. Dus besluit Spikey, nadat hij met zijn vader naar het vasteland is geweest voor zijn first kill, met zijn doodzieke moeder op zoek te gaan naar de illustere dokter Kelson. Dat ze daar à la The Last of Us allerlei doorgeëvolueerde zombies aantreffen, van kruipende Slow-Lows, tot hypersnelle Alpha’s is goed voor de horroreffecten, de knipogen naar het genre, maar eigenlijk niet het interessantste aan de film.
Lees ook
Zombiefilm was de start van het apocayptische genre
Dat is eerder hoe de film, net als The Last of Us, maar dan chaotischer en experimenteler, op de resten van dit genre nieuwe wegen inslaat. Waar 28 Days Later esthetisch innovatief was door het gebruik van digitale camera’s – het was ook de tijd van Dogma – maakt Years gebruik van mobiele telefoons, drones en nachtkijkers, archiefmateriaal uit Britse oorlogsfilms en intrusiemontages waarin zombies opduiken als angstflitsen. De dreigende muziek is van de Schotse hiphopgroep Young Fathers. Er is een gesproken woord-opname van Rudyard Kiplings oorlogsgedicht ‘Boots’ geweven door het sounddesign van Johnnie Burn, die net als bij Hollocaustfilm The Zone of Interest een immersieve geluidswereld creëerde die sinister contrasteert met het groen van de Schotse Hooglanden.
Het is daardoor behalve een maffe en avant-gardistische, ook een rijke film, met referenties naar het Britse sociaalrealisme (Ken Loach’ Kes!), Joseph Conrads koloniale kritiek in Heart of Darkness en Anthony Burgess’ geweldssatire A Clockwork Orange. Vergeet niet dat Doyle ooit met Trainspotting doorbrak. Dit is Trainspotting met zombies. De plot zit vol verrassingen, waardoor veel al snel een spoiler is. Op z’n best is het eclectisch, maar na een eerste keer zien komt het ook over als een plunjezak van invallen, die Doyle en Garland tijdens hun eigen strooptochten door de popcultuur hebben verzameld.
Kabinetten die veel beloven en vervolgens weinig waarmaken, dat is Reinier van Zutphen naar eigen zeggen wel gewend. Maar de beloften waarmee het kabinet-Schoof nog geen jaar geleden aantrad, zegt de Nationale Ombudsman op zijn werkkamer in Den Haag, „die zijn, hoe zeg ik dat nou netjes… nóg onverstandiger dan die door eerdere kabinetten werden gedaan”.
Van Zutphen bedoelt: grotesk. Beloften waarvan al vooraf duidelijk was, zegt hij, dat ze nooit waargemaakt konden worden.
„Het meest in het oogst springend was ‘het strengste asielbeleid ooit’. Er is nog geen wet aangenomen in de Tweede Kamer. De situatie van asielzoekers die bij mij aankloppen, is verergerd. Wat wij schreven over de crisisopvang en de azc’s, is nog steeds aan de orde. Wat wij schreven over de IND is alleen maar erger geworden.”
„Ook zou de bestuurscultuur veranderen, hardheden zouden uit wetten verdwijnen, de Toeslagenaffaire zou versneld opgelost worden en boeren zouden duidelijkheid krijgen. Het is allemaal niet gebeurd.”
Lees ook
‘Te veel beloven en niet leveren is desastreus’, zegt de Ombudsman over het hoofdlijnenakkoord
Hebben politici kiezers voor de gek gehouden?
„Ze zijn niet eerlijk behandeld, na wat afgelopen jaar is beloofd, na wat is afgesproken en op papier gekomen. Ik vind dat niet eerlijk tegenover de mensen in Nederland. Het heeft stilgestaan.
„Na de val van het kabinet-Rutte III (2022) sprak ik van een demissionaire stilte. Afgelopen jaar was er sprake van een oorverdovende stilte.”
Het hoofdlijnenakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB presenteerden, heeft als titel ‘Hoop, Lef en Trots’. Zag u sindsdien iets hoopvols?
„Hoewel ik aan het begin sceptisch en kritisch was, had ik wel enige hoop. Dat het beloofde goede bestuur inderdaad ter hand zou worden genomen. Dat er wat zou gebeuren rond de bestrijding van armoede.
„Als je heel erg optimistisch bent, zou je kunnen zeggen dat het ravijnjaar dat gemeenten zien aankomen, een grote financiële terugval in 2026, minder erg wordt omdat het kabinet daar geld voor vrij heeft gemaakt. Het ravijn wordt minder diep. Maar weet je, of je nou honderd of tweehonderd meter naar beneden dondert, waarschijnlijk val je in beide gevallen toch dood.”
„Ik heb het kabinet wel lef zien tónen, maar het hád het niet echt”
Hebt u lef gezien bij het kabinet?
„Ja, maar op de verkeerde manier. Ik heb ze wel lef zien tónen, maar ze hádden het niet echt. Er werd gezegd dat ze van alles zouden doen, maar het werd niet gedaan. Ja, het was stoer doen.”
Waarop kan het kabinet trots zijn?
„Het demissionaire besluit van vorige week om zich aan de nieuwe NAVO-norm te committeren. Hoewel het onduidelijk is hoe dat betaald gaat worden, dat mag de volgende ploeg oplossen, begrijp ik. Maar het besluit laat zien dat ze wel ergens voor staan: het verdedigen van onze rechtsstaat tegen tegenkrachten van buitenaf.”
Wat heeft u het afgelopen jaar zien gebeuren?
„Ik denk dat we hebben zitten kijken naar een kabinet dat er veel moeite mee had om het algemeen belang voorop te stellen. Partijen wilden laten zien wat de éígen plannen waren, de eigen overtuigingen. Het ging partijen die samenwerkten in het kabinet en in de Tweede Kamer als coalitie om hun eigen deelbelangen. Niet om de burger, die stond niet centraal.”
In de beschouwing bij het jaarverslag dat u deze donderdag presenteert, schrijft u dat wetsvoorstellen, moties en argumenten vaak ‘meer zijn gericht op de bühne dan op de burger’.
„Neem de asielnoodmaatregelenwet. Volgend jaar gaat een Europees migratiepact in werking, waarin heel veel is geregeld. Met toezicht op wie Europa binnen mag, hoe snel mensen weer terug moeten keren als ze niet mogen blijven, met terugkeerhubs buiten de grenzen van de EU. Nederland zou daar veel harder mee aan de slag moeten dan met die noodmaatregelenwet. Waar is die nog voor nodig?
„Nu wordt een discussie overgedaan die allang is afgerond op het niveau waar de verantwoordelijkheid en macht liggen. Ook de woorden die zijn gekozen, ‘noodmaatregelen’, zijn voor de bühne. Er is geen crisissituatie in de asielopvang.”
Demissionair premier Dick Schoof begon bij zijn eerste persconferentie over het regeerprogramma over ‘een gevoelde asielcrisis’ in de samenleving, het kabinet wilde daarom het noodrecht inzetten.
„Met gevoel heb ik helemaal niks. Een gevoel dat er een crisis is, tja… Dat weet je of dat weet je niet. Dus met dat soort gevoel heb ik helemaal niks. Dat zijn woorden die ik niet gebruik en ook niet accepteer van anderen als argument.”
Politieke partijen zullen zeggen: dit is helemaal niet voor de bühne, we doen het voor onze kiezers.
„Dat is dan toch tegen je kiezers zeggen dat je iets voor elkaar kan krijgen wat niet gaat lukken.”
De PVV-asielplannen in het document ‘De grens is bereikt’ in een kartonnen doos tijdens een persconferentie in perscentrum Nieuwspoort. Foto Bart Maat
Uiteindelijk heeft Wilders het kabinet laten vallen omdat de andere coalitiepartijen – VVD, NSC, BBB – hun handtekeningen niet wilden zetten onder zijn ‘tienpuntenplan’. Achteraf zeiden die partijen dat ze zich prima konden vinden in alle punten.
„Bij een aantal van die punten dacht ik: als je naar de verdragen, wetten en regels kijkt, dan zouden ze kunnen. Het tweestatusstelsel bijvoorbeeld, dat is een keuze die je kunt maken binnen de spelregels.
„Maar een paar van die maatregelen uit dat plan kunnen verdragsrechtelijk, grondwettelijk en mensenrechtelijk niet. Mensen uit een asielzoekerscentrum op straat zetten en ze zo door de overheid dakloos maken, dat vind ik nogal wat.
„Ik ga heel goed opletten als de asielnoodmaatregelenwet in behandeling wordt genomen door de Tweede Kamer, hoe dat eruit gaat zien.”
En toch zeggen de resterende coalitiepartijen dat ze er wel wat in zien.
„We moeten even afwachten wat dat precies betekent. Want is dat nou voor de bühne of voor de burger?”
Is dat een retorische vraag?
„In zekere zin niet, omdat het heel interessant is om te kijken hoe de wet eruitziet die minister David van Weel (Justitie, Veiligheid en Asiel, VVD) gaat inbrengen. Gaan we op basis van de eerder ingediende wet een aanpassing krijgen die aan de ene kant de adviezen van de Raad van State verdisconteert? Zijn de tien punten erin verwerkt? Dat lijkt me niet erg reëel, dat beide bij elkaar gebracht kunnen worden. Het vraagt om alertheid.”
Geert Wilders (PVV) en demissionair premier Dick Schoof tijdens het debat in de Tweede Kamer over de val van het kabinet. Foto Remko de Waal / ANP
Voormalig asielminister Marjolein Faber van de PVV was vrij stoïcijns, zij wilde niets aan haar wetten veranderen, ook niet na kritisch advies van de Raad van State. Ziet u nieuwe mogelijkheden?
„Als ik nu minister zou zijn dan zou ik zeggen: kom maar hier met dat advies. Wat heeft de Adviesraad Migratie gezegd? Wat vindt de ombudsman? Vluchtelingenwerk? Amnesty? Kan mij het schelen wie het allemaal zijn. Maar dan zou ik ze bij elkaar pakken, goed bekijken, serieus nemen. Het zijn argumenten die a fortiori niet terzijde worden geschoven. En dan laten we weten wat we ervan vinden.”
Hebt u aanwijzingen dat dit gaat gebeuren?
„Dat hangt heel erg af van de parlementaire behandeling. Kijk, als ik in het parlement zou zitten, zou ik eerst willen weten hoe we dat migratiepact gaan implementeren. Waar heeft de nationale wetgever ruimte? Welke keuzes gaat de regering maken? Wilt u mij daar uw argumenten voor geven? En kunt u vervolgens laten zien wat dan nog de toegevoegde waarde is van het voorstel van Faber? In welke vorm dan ook, gewijzigd of niet. Volgens mij is dat een goed wetgevingstraject.”
Afgelopen jaar werd de Raad van State door de partijleider van Faber weggezet als ‘een stelletje ongekozen bureaucraten’…
„Dat zijn ze ook! Haha. Vat het op als een compliment!
…als argument om helemaal niets te doen met de adviezen rond Fabers asielwetten.
„Mensen die zo praten, komen hier niet langs. Met mevrouw Faber heb ik nooit een gesprek gevoerd. Aan het begin van een nieuw kabinet praat je met elkaar. Als er een nieuwe ploeg is, moet die bij mij komen. En ik niet bij hen. Ik heb met meneer Schoof gesproken, met Van Weel, met heel veel bewindspersonen. Maar niet met haar, omdat ze niet kwam. En zij niet alleen. Maar als ik denk dat ik iemand echt moet spreken, dan ga ik daar op af.”
Dat dacht u niet bij Faber?
„Nee.”
Waarom?
„Ik had natuurlijk gezien wat ze zei over het advies van de Raad van State [dat ze hoogstens een punt of een komma zou wijzigen]. Maar op een gegeven moment dacht ik: is dit nou ijdeltuiterij van mij? Ik ben er natuurlijk voor de burger, anders komt die nog ernstiger in de knel. Uiteindelijk heb ik gezegd dat ik graag het gesprek met haar zou willen voeren, maar zover is het niet gekomen.”
„Uiteindelijk heb ik gezegd dat ik graag het gesprek met Faber zou willen voeren, maar zo ver is het niet gekomen”
In Den Haag gaat het al jaren veel over asiel en migratie. Komt dat overeen met de klachten van burgers die bij u terechtkomen? Was dit het belangrijkste onderwerp voor hen?
„Nee.”
Wat dan wel?
„Huisvesting, zorg, jeugdzorg. Daar waar de gemeente een rol te spelen heeft. Maar ook politieoptreden, het demonstratierecht.”
In zijn jaarverslag verbindt de Nationale Ombudsman het recht op gelijke behandeling met het demonstratierecht. „Dat betekent meer dan het toepassen van dezelfde regels voor iedereen”, schrijft hij. Het recht op demonstreren „staat onder druk als minderheidsgroepen worden belemmerd in het uiten van hun mening”.
Ziet u een dubbele maat vanuit de handhaving?
„Dat is wat ik wil onderzoeken, en waar ik mee bezig ben. Ik heb vragen over hoe wordt opgetreden tegen demonstranten. We gaan heel precies kijken waar er problemen waren. Waardoor werden die veroorzaakt? En heeft dat te maken met de aard van de demonstratie? Of met een vooroordeel over wie demonstreren?”
Ministers Van Weel en Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC) hebben bekendgemaakt dat ze met een landelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding willen komen – tegen de adviezen en wensen van lokale bestuurders in. Begrijpt u deze stap?
„Nou, nog niet echt. Als een burgemeester vindt dat er beperkingen moeten worden opgelegd, dan kan dat nu al. Dus waar is deze wet dan voor nodig? Ik zie de dragende motivering heel graag op mijn bureau verschijnen.”
Oud-premier Mark Rutte verlaat het Torentje en wordt uitgezwaaid door premier Dick Schoof. Foto Bart Maat
Lees ook
Ombudsman: overheid handelde ‘onbehoorlijk en ongepast’ door afpakken van tenten asielzoekers Ter Apel
Een groep van bijna honderd advocaten vindt dat rechtbanken en gerechtshoven hun taak niet naar behoren uitvoeren in strafzaken die draaien om bewijs uit cryptotelefoons van EncroChat en Sky. Daarover hebben ze zich beklaagd in een brief aan de Raad voor de Rechtspraak, een orgaan dat de belangen van rechtbanken en gerechtshoven behartigt.
Volgens de ondertekenaars worden juridische argumenten rond de rechtmatigheid van bewijsmateriaal uit deze cryptotelefoons „systematisch” afgewezen en is er sprake van „ontoelaatbare oordeelsvorming”. Volgens de advocaten is dat in strijd met het beginsel dat iedere verdachte recht heeft op een eerlijk proces.
Kern van het juridisch debat is het vertrouwensbeginsel dat draait om de omgang met bewijsmateriaal dat in andere landen is verkregen. Omdat de onderzoeken naar Encrochat en Sky formeel in Frankrijk hebben gelopen, moeten vraagstukken over rechtmatigheid en betrouwbaarheid van bewijs volgens het Openbaar Ministerie worden getoetst in Frankrijk.
Frans of Nederlands onderzoek?
Nederlandse rechters moeten erop vertrouwen dat Franse rechters dat naar eer en geweten doen. Hoewel Nederlandse opsporingsautoriteiten hebben samengewerkt met de Franse in deze onderzoeken betekent dat in de praktijk dat bewijsmateriaal uit Encrochat en Sky wordt geaccepteerd zonder dat in Nederland nog wordt getoetst op rechtmatigheid en betrouwbaarheid. Dat is immers in Frankrijk gedaan.
In een arrest over deze kwestie oordeelde de Hoge Raad in 2023 dat het vertrouwensbeginsel terzijde kan worden geschoven als blijkt dat de samenwerking tussen Frankrijk en Nederland heel intensief is geweest of als Nederland het initiatief heeft genomen tot de samenwerking.
Over dit laatste is nu discussie naar aanleiding van een Frans proces-verbaal uit het oorspronkelijke onderzoek naar Sky, dat recent is ingebracht in een aantal Nederlandse strafzaken. Daarin staat dat de Nederlandse autoriteiten hebben verzocht „de servers van Sky te gaan tappen”. Volgens de ondertekenaars van de brief kan uit dat stuk worden afgeleid dat Nederland daadwerkelijk het initiatief heeft genomen tot het onderzoek naar Sky.
Maar een verzoek tot het horen van de Franse rechercheur die dit stuk heeft opgesteld, is door het hof in Amsterdam afgewezen. Volgens het hof blijkt uit dit verzoek van Nederland om de servers van Sky te tappen niet dat Nederland, kort gezegd, het initiatief heeft genomen voor het onderzoek naar Sky. En kennelijk vindt het hof ook niet dat deze tekst suggereert dat er sprake is van „intensieve samenwerking”.
Richtingaanwijzer naar de Amsterdamse rechtbank aan de Zuidas. Foto Kim van Dam ANP / HH
Dit oordeel van het hof over de feiten is in een aantal andere strafzaken door rechters vrijwel letterlijk overgenomen. Dat betekent volgens de ondertekenaars van de brief dat rechtbanken en gerechtshoven hun taak verzaken om „volledig, onafhankelijk en grondig onderzoek te doen naar en te oordelen over” de feiten in strafzaken.
En dat vinden zij onterecht, concluderen ze in de brief: „Elke onschuldig vermoede verdachte heeft het recht op een eerlijk proces, ook als dat ongemakkelijk voelt. Juist daarin onderscheidt en bewijst zich de rechtsstaat.”