Hoe zijn we hier beland? Dat is de vraag die New York Times-verslaggever Azeen Ghorayshi met de zesdelige podcastserie The Protocol over transgenderzorg bij jongeren wilde beantwoorden. ‘Hier’ is: meer dan twintig Amerikaanse staten die deze zorg verbieden, gezinnen die naar een andere staat verhuizen om alsnog de zorg te krijgen voor hun kind die het nodig heeft, wetenschappers die onderzoeksdata niet durven te publiceren uit angst dat politici ze misbruiken.
Weinig mensen hadden kunnen voorspellen dat het maatschappelijke debat zo uit de hand zou lopen op het moment dat de eerste trans jongere puberteitsremmers kreeg, in de jaren negentig, in Nederland. The Protocol begint daarom ook in Nederland, bij de pionierende psycholoog Peggy Cohen-Kettenis en ‘patient zero’, een inmiddels 51-jarige man die nu in een niet nader genoemde Europese stad een gelukkig leven leidt. Ghorayshi spreekt uiteraard ook psychiater Annelou de Vries die met collega’s in het VUmc de behandeling met puberteitsremmers begin deze eeuw uitwerkte tot een ‘protocol’.
Het ‘Dutch protocol’ ging de westerse wereld over. Maar in andere landen werd dat niet altijd even nauwkeurig gevolgd. Waar in Nederland kinderen maandenlang gesprekken moesten voeren met een therapeut, kregen sommige kinderen in de VS al na één sessie puberteitsremmers. „De kinderen kwamen vanuit heel het land, dus dan gaan ze niet helemaal naar mij reizen voor therapie”, zegt Laura Edwards-Leeper, die de eerste genderkliniek voor kinderen opzette in de VS. In de jaren daarna zag ze collega’s nog onzorgvuldiger te werk gaan, ze vreesde daarom al voor de huidige backlash.
De podcast laat vervolgens de mensen aan het woord die de laatste jaren het debat over transgenderzorg hebben bepaald. Ghorayshi laat alle verschillende stemmen kundig reageren op de belangrijkste kritiek. The Protocol geeft daardoor een vrij compleet beeld van de (medische) discussies die spelen.
Wat ook meer aan bod had mogen komen is waaróm transgenderzorg zo politiek is geworden, waaróm politici die zo gretig gebruiken in hun cultuurstrijd. De Nederlandse psychiater Annelou de Vries zegt: „Er zijn zo veel meer problemen in de wereld die veel meer mensen aangaan.”
Na het uitkomen van de podcast oordeelde het Amerikaanse Hooggerechtshof in een langverwachte uitspraak dat staten transgenderzorg voor jongeren mogen verbieden. Met het uiteenzetten van de medische discussie, vertelt The Protocol niet het hele verhaal over hoe we daar zijn beland.
‘Als ervaren psycholoog en fervent verdediger van de psychologie achter menselijk gedrag….’, schrijft de AI-auteur van het Vlaamse tijdschrift Psychologies. Het artikel over ‘typische menselijke gedragingen’ was helemaal niet geschreven door een ‘ervaren psycholoog’. Is het tijd voor een algemene richtlijn voor het gebruik van AI (kunstmatige intelligentie) binnen de journalistiek?
Vorige week onthulde de VRT dat drie tijdschriften uit België onvermeld AI gebruikte om artikelen te schrijven. Meer dan de helft van de artikelen die in 2025 verscheen op de website van de Belgische versie van het tijdschrift Elle werd geschreven door verzonnen auteurs met AI-gegenereerde profielfoto’s. Dat de artikelen eigenlijk waren gegenereerd door een computer, werd niet vermeld. Ook Marie Claire, Forbes en Psychologies gingen in de fout.
Een leidinggevende van Ventures Media, het moederbedrijf van de tijdschriften, verklaarde aan VRT dat het ging om een test, waarbij een ‘beperkt’ aantal artikelen werd gegenereerd door AI en niet redactioneel waren nagelezen. Naar aanleiding van het onderzoek zijn de nep-profielen verwijderd en worden er disclaimers gegeven bij de artikelen.
Met het gebruik van AI in de journalistiek ging het op internationaal vlak al eerder mis. Zo publiceerde de Chicago Sun-Times eerder dit jaar een kunstmatig gegenereerde boekenlijst, waar niet-bestaande boeken op bleken te staan. En het Nederlandse modetijdschrift Harper’s Bazaarwerd betrapt op AI-gebruik door onjuiste samenvattingen van boeken in een artikel.
AI staat wegens de snelle ontwikkeling overal hoog op de agenda. Voor de journalistiek ziet men ook kansen en nuttige toepassingen. Zowel The Washington Post als Associated Press gebruiken al meer dan 10 jaar zelfontwikkelde AI-modellen. Deze modellen werden ingezet om korte artikelen te genereren, en om de journalisten te helpen hun redactionele proces te versnellen.
Toch blijft de Nederlandse journalistiek terughoudend met het gebruik van AI. Er is tussen mediahuizen geen consensus over de reikwijdte en de toepassing. Veel redacties hebben zelf een AI-beleid opgesteld. Vooral bij kranten is dit beleid streng. In het protocol van de Volkskrant staat dat de krant AI als hulpmiddel ziet, maar dat het nooit het werk van een journalist kan vervangen. Ook in het beleid van NRC en FD zijn richtlijnen vastgelegd over het gebruik van AI, waarbij de belofte is dat AI nooit wordt gebruikt zonder menselijke betrokkenheid en toezicht.
De Raad voor de Journalistiek hanteert momenteel geen algemeen voorschrift voor het gebruik van AI. Zij laten aan NRC weten de huidige richtlijnen voldoende te achten om ook AI-gerelateerde kwesties te omvatten. In België bestaat deze richtlijn wel, en is het verboden AI-gegenereerde artikelen te publiceren zonder dit te vermelden. De Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) laat dan ook weten met „groeiende verontwaardiging” kennis te hebben genomen van de inzet van AI bij de Vlaamse tijdschriften.
Vertrouwen
Ook de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) keurt de redactionele keuzes van de verantwoordelijke Vlaamse tijdschriften af. „De titels die dit doen schaden de journalistiek”, zegt secretaris Thomas Bruning. ,,Uiteindelijk is journalistiek gebaseerd op vertrouwen. Het moment dat je dat principe loslaat, creëer je schade voor jezelf, maar ook het vertrouwen in de beroepsgroep.”
Docent-onderzoeker Nele Goutier, gespecialiseerd in AI in de journalistiek zegt dat het belangrijkste is om je publiek niet uit het oog te verliezen. „Ik denk dat Elle België zich heeft laten meeslepen in de vele mogelijkheden van de technologie, en niet heeft gedacht aan wat het publiek en de beroepsgroep van hen verwacht”, voegt ze toe. „Wil het publiek wel meer content? Ze worden tegenwoordig al overspoeld door de hoeveelheid online informatie. En onderzoek laat zien dat mensen het juist belangrijk vinden dat er altijd een journalist betrokken is.”
„AI kan de journalistiek veel moois brengen”, vindt Goutier. „Zeker als het wordt gebruikt als hulpmiddel bij het redactionele proces van de journalist of om de ervaring van het publiek te verrijken. Uit onderzoek blijkt dat het publiek bij AI-implicatie wel twee dingen heel belangrijk vindt: er moet altijd menselijke controle zijn en de journalist moet transparant zijn over het AI-gebruik.”
Ook de NVJ ziet die transparantie en menselijke controle als belangrijkste richtlijn bij het gebruik van AI in de journalistiek. De vereniging is al langer bezig journalisten op de hoogte te brengen van de risico’s, maar ook de mogelijkheden van AI. „Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij de redactie zelf. Maar het is wel belangrijk voor alle journalisten om hier duidelijke afspraken over te maken.”
Verschillende Nederlandse tijdschriften geven bij NRC aan geen AI-artikelen te publiceren, maar AI vindt wel steeds meer zijn weg op de redacties. Louise van Nispen, managing director van Linda (waar ook Vogue.nl onder valt), zegt dat op hun redacties AI wordt gezien als krachtig middel om hun ‘creative impact’ te vergroten. Er is wel een AI-beleid om verantwoord met de systemen om te gaan. Onze merken Linda, Linda meiden en Vogue.nl maken dus zeker gebruik van AI, maar niet voor het ontwikkelen en schrijven van content. Als er in de tijdschriften wel AI-content staat, wordt dit erbij vermeld.”
Of een algemene richtlijn de oplossing is, kan de NVJ niet zeggen. „Het is lastig om de geloofwaardigheid voor een journalist door derden te laten controleren”, geeft Bruning aan. „Wij kunnen dat sowieso niet doen en het is ook niet de taak van de Raad voor de Journalistiek. Een richtlijn zou daarom alleen voorschrijvend zijn en niet direct een probleem oplossen.”
Ondanks dat steeds meer redacties testen met de mogelijkheden van AI, is een toekomst waarin de AI de journalist overneemt onwaarschijnlijk. „De taalmodellen waar AI op gebaseerd is zijn eigenlijk gewoon statistiek. Ze begrijpen de inhoud van wat ze schrijven niet”, zegt Goutier. „Als je de mens uit de journalistiek haalt, verliest de journalistiek zijn basis van betrouwbaarheid. AI-modellen zijn momenteel inhoudelijk niet genoeg te vertrouwen om zonder menselijke controle in te zetten voor journalistieke doeleinden. De nieuwe modellen maken zelfs meer fouten dan de eerste modellen. De menselijke journalist is echt nodig om te zorgen voor betrouwbaar nieuws.”
Hoe zijn we hier beland? Dat is de vraag die New York Times-verslaggever Azeen Ghorayshi met de zesdelige podcastserie The Protocol over transgenderzorg bij jongeren wilde beantwoorden. ‘Hier’ is: meer dan twintig Amerikaanse staten die deze zorg verbieden, gezinnen die naar een andere staat verhuizen om alsnog de zorg te krijgen voor hun kind die het nodig heeft, wetenschappers die onderzoeksdata niet durven te publiceren uit angst dat politici ze misbruiken.
Weinig mensen hadden kunnen voorspellen dat het maatschappelijke debat zo uit de hand zou lopen op het moment dat de eerste trans jongere puberteitsremmers kreeg, in de jaren negentig, in Nederland. The Protocol begint daarom ook in Nederland, bij de pionierende psycholoog Peggy Cohen-Kettenis en ‘patient zero’, een inmiddels 51-jarige man die nu in een niet nader genoemde Europese stad een gelukkig leven leidt. Ghorayshi spreekt uiteraard ook psychiater Annelou de Vries die met collega’s in het VUmc de behandeling met puberteitsremmers begin deze eeuw uitwerkte tot een ‘protocol’.
Het ‘Dutch protocol’ ging de westerse wereld over. Maar in andere landen werd dat niet altijd even nauwkeurig gevolgd. Waar in Nederland kinderen maandenlang gesprekken moesten voeren met een therapeut, kregen sommige kinderen in de VS al na één sessie puberteitsremmers. „De kinderen kwamen vanuit heel het land, dus dan gaan ze niet helemaal naar mij reizen voor therapie”, zegt Laura Edwards-Leeper, die de eerste genderkliniek voor kinderen opzette in de VS. In de jaren daarna zag ze collega’s nog onzorgvuldiger te werk gaan, ze vreesde daarom al voor de huidige backlash.
De podcast laat vervolgens de mensen aan het woord die de laatste jaren het debat over transgenderzorg hebben bepaald. Ghorayshi laat alle verschillende stemmen kundig reageren op de belangrijkste kritiek. The Protocol geeft daardoor een vrij compleet beeld van de (medische) discussies die spelen.
Wat ook meer aan bod had mogen komen is waaróm transgenderzorg zo politiek is geworden, waaróm politici die zo gretig gebruiken in hun cultuurstrijd. De Nederlandse psychiater Annelou de Vries zegt: „Er zijn zo veel meer problemen in de wereld die veel meer mensen aangaan.”
Na het uitkomen van de podcast oordeelde het Amerikaanse Hooggerechtshof in een langverwachte uitspraak dat staten transgenderzorg voor jongeren mogen verbieden. Met het uiteenzetten van de medische discussie, vertelt The Protocol niet het hele verhaal over hoe we daar zijn beland.
Twee schoten, een schutter buiten beeld en een evenzo geliefd als gehaat tv-personage dat door z’n knieën zakt. Op 21 maart 1980 schreef de Amerikaanse soapserie Dallas televisiegeschiedenis met een enkele scène van nog geen minuut. Die avond werd J.R. Ewing (Larry Hagman), de schurk van de populaire tv-serie, neergeschoten. Wie de trekker had overgehaald was de grote vraag. J.R. had namelijk zoveel vijanden dat zelfs zijn eigen moeder, Miss Ellie, een geloofwaardige verdachte was.
Het was een mysterie dat Amerika, en de rest van de wereld, uiteindelijk maandenlang bezighield. Acteur Hackman sierde menig tijdschriftencover, van het gerenommeerde Time tot roddelblad People. Het net gelanceerde CNN besteedde volop aandacht aan het fenomeen, ook om wat lucht in een schema te krijgen dat verder werd opgeslokt door economische malaise en de gijzeling in Iran . Bedrijven sprongen erop in met speciale bumperstickers en bierblikjes die, net als J.R., neergeschoten konden worden. En de vraag ‘Who shot J.R.?’ – slim bedacht door een reclamebureau in opdracht van televisiezender CBS – was zo prangend, dat zelfs de moeder van de Britse koningin Elizabeth , Hagman tijdens een ontmoeting vroeg of hij haar het antwoord wilde onthullen (dat wilde hij niet).
Ross zegt de verkeerde naam tijdens zijn bruiloft in ‘Friends’.Foto Warner Bros.
‘Who Shot J.R.?’ was niet de eerste cliffhanger op televisie. Amerikaanse soapseries die overdag de huisvrouwen tijdens het strijken aan de buis gekluisterd moesten houden, gebruikten het verteltrucje al decennia voordat Dallas het deed. Net als campy serie Batman.
En al ver voordat er televisie was, sloten in serievorm gegoten verhalen (op de radio, in strips, in de vroege bioscoop, in romans als die van Charles Dickens die in delen in kranten werden gepubliceerd en ver daarvoor in de Duizend en een Nacht-verhalen) hun hoofdstukken af met een spannend, onopgelost moment dat de luisteraar, kijker of lezer zo moest prikkelen dat ze terug zouden keren om te achterhalen hoe het afliep. De term cliffhanger komt zelfs uit 1873, van een redelijk onbekende roman van Thomas Hardy die in delen in het Britse Tinsley’s Magazine werd gepubliceerd waarin een geliefde van de hoofdpersoon van een afgrond dreigt te vallen.
Oplossing na 26 jaar
Maar Dallas was de eerste die het op televisie zo succesvol deed. Zozeer zelfs dat de cliffhanger sindsdien niet meer weg te denken is van het kleine scherm. ‘Who Shot J.R.?’ inspireerde een aantal van de meest memorabele momenten uit de televisiegeschiedenis. Van Ross die in Friends „I take thee Rachel” zei, Jon Snow die in Game of Thrones voor dood achterbleef nadat hij was neergestoken door zijn eigen mannen, Sherlock Holmes die in Sherlock toch niet overleden bleek te zijn, Mr. Burns die – in navolging van J.R. – werd neergeschoten door een anonieme schutter in The Simpsons tot Eleanor die in The Good Place ontdekte dat ze eigenlijk in de ‘bad place’ was.
Ook David Lynch eindigde het tweede seizoen van Twin Peaks met Dale Cooper die bezeten bleek (een cliffhanger die pas 26 jaar later zou worden opgelost toen de serie terugkwam met een derde seizoen). En de cliffhanger waarmee The Sopranos eindigde, en die het lot van hoofdpersoon Tony Soprano in het ongewisse liet, bungelt nog steeds en zal waarschijnlijk nooit een vervolg krijgen.
De laatste aflevering van ‘The Sopranos’ was voer voor discussie. Foto Will Hart / HBO
In Nederland staat de cliffhanger gelijk aan Goede Tijden, Slechte Tijden. De soapserie trakteert de kijkers al decennialang iedere lente opnieuw op een schokkende gebeurtenis in de laatste minuten voor de zomerstop. Een onvoorziene plotwending die – als het even kan – alles op z’n kop zet. De ‘zomercliff’ noemen ze hem bij de langlopende soapserie, vertelt creatief producent Idse Grotenhuis. Hij omschrijft het moment als een cadeau voor de kijkers. „We stoppen er altijd net wat meer tijd en moeite in”, vertelt hij aan de telefoon. „Even weg van de bordkartonnen decors de studio. Dit jaar zijn we bijvoorbeeld weer naar het buitenland gegaan. En een paar jaar geleden hebben we een hele nacht een provinciale weg in het oosten van het land afgezet om een kettingbotsing met acht auto’s in scène te zetten.”
Kijkerspiek GTST
De zomercliff is volgens Grotenhuis een van de hoogtepunten van het hele seizoen en zorgt, net als de ontknoping ná de zomer, standaard voor een kijkerspiek. „We schrijven er vaak al maanden naartoe en het kan de verhaallijnen voor het seizoen dat daarna komt, nog heel lang beïnvloeden.” Ook de zomercliff van dit jaar, die al op Videoland te zien is en donderdag op RTL4 wordt uitgezonden en waarin de hele familie Sanders centraal staat, is al het hele seizoen in de maak. Grotenhuis: „We hebben een tijd lang kleine hints gegeven waarover op de socials volop gespeculeerd werd. Pas de afgelopen weken kwam het verhaal in een stroomversnelling.”
Naast de kettingbotsing van een paar jaar geleden, die volgens Grotenhuis erg werd gewaardeerd door de kijkers, eindigde Goede Tijden, Slechte Tijden het seizoen eerder al met een fatale parachutesprong, een hoofdpersoon die levend begraven werd, een grote brand en zelfs met een personage bungelend boven een afgrond. „Dat vonden we toen leuk”, vertelt Grotenhuis. „We dachten: laten we die cliffhanger eens letterlijk nemen.”
Streamers
Zo oud als de cliffhanger is, de komst van de streamingdiensten heeft er uiteraard wel invloed op gehad. Dankzij het door Netflix geïntroduceerde binge-model, waarbij alle afleveringen van seizoenen in één keer uitkomen, kreeg plots iedere aflevering een spannend, open einde – dit zodat de kijker direct op het ‘volgende aflevering’-knopje zou klikken. Daarnaast heeft de gretigheid waarmee streamers series schrappen die niet voldoende kijkers trekken, inmiddels voor menig onopgeloste cliffhanger gezorgd. Maar bovenal vraagt de huidige manier waarop series worden uitgebracht, bijzonder veel geduld van de kijker. Onlangs moesten fans bijna drie jaar wachten eer ze wisten hoe het de hoofdpersonen in Severance zou vergaan na de zenuwslopende slotmomenten van het eerste, geprezen seizoen.
J.R. Ewingnadat hij werd neergeschiten in de serie ‘Dallas’. Foto Arthur Schatz/Getty Images
In 1980 duurde het uiteindelijk zeven maanden voordat de wereld uit haar lijden werd verlost (een schrijversstaking in Hollywood en Larry Hagmans snoeiharde salarisonderhandelingen zorgden voor vertraging). Maar in de aflevering met de passende titel ‘Who Done It’, werd onthuld dat J.R.’s schoonzus Kristin (Mary Crosby) de dader was (ze bleek zijn kind te dragen, hij besloot haar daarom niet aan te klagen).
De aflevering trok wereldwijd driehonderdvijftig miljoen kijkers en is daarmee nog steeds een van de best bekeken afleveringen van een tv-serie ooit.