N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Arnt Schellekens, Nationaal Rapporteur Verslavingen, adviseert het online gokken fors te hervormen.
Gokken met Gezondheid. De titel van het allereerste advies van de Nationaal Rapporteur Verslavingen vat zijn perspectief op de legalisering van online gokken in Nederland puntig samen.
Vorig jaar november werd Arnt Schellekens, hoogleraar Verslaving en Psychiatrie aan het Radboud UMC, benoemd als eerste Nationaal Rapporteur Verslavingen. Die was nodig, sprak de coalitie af, om beter zicht te krijgen op de impact van verslavingen. In zijn donderdag verschenen rapport roept Schellekens aan de hand van 22 adviezen op tot snelle maatregelen om de schade van de toename van online gokken te beperken en voorkomen.
Zo moet ook online reclame verboden worden, zou er voor spelers een bij alle goksites geldende speellimiet moeten komen en moet expliciet wettelijk geregeld worden dat gokbedrijven aansprakelijk gesteld kunnen als zij niet voldoende doen om spelers tegen verslaving te beschermen. Ook dienen de voor gokbedrijven lucratieve, maar voor spelers verslavende online fruitmachines verboden te worden of drastisch aangepast zodat ze trager worden: want hoe korter de tijdsduur tussen inzet en resultaat, hoe verslavender het spel.
Lees ook: Hoe het legaliseren van internetgokken onbedoeld honderdduizenden nieuwe spelers opleverde
Nieuwe gokkers
Internetgokken werd in oktober 2021 gelegaliseerd met als doel de zeker honderdduizenden Nederlanders die op illegale websites speelden beter te beschermen. Aan gokbedrijven met een vergunning kan de staat namelijk eisen stellen rond verslavingspreventie en reclame. De legalisering, gepaard met een reclamegolf, trok echter honderdduizenden nieuwe mensen die voorheen niet gokten – veel jongvolwassenen. Nederland telt nu ruim driekwart miljoen internetgokkers die per maand 310 euro per persoon verliezen, aldus toezichthouder Kansspelautoriteit. Vorig jaar verloren zij ruim 1 miljard euro.
Hoeveel spelers problemen hebben is onduidelijk. Vandaar dat Schellekens pleit voor het beter monitoren van internetgokkers en gokgerelateerde schade. Tegelijkertijd schaart hij zich achter (verslavings)onderzoekers die voor een ander ‘schadeperspectief’ pleiten. In plaats van te kijken naar het verloren bedrag dient ook naar de persoonlijke en maatschappelijke schade van kansspelverslaving gekeken te worden. „Er is bijvoorbeeld een duidelijke, zeer zorgelijke relatie tussen gokken en suïcidaliteit, schuldenproblematiek, somberheid, depressie en alcoholgebruik.”
De meeste mensen in Nederland zijn verslaafd aan medicijnen, tabak en alcohol. Waarom richt u zich in uw eerste onderzoek op online gokken?
„Omdat niet zo lang geleden de online gokmarkt gelegaliseerd is en daar veel zorgen over zijn. Bij mij gingen er alarmbellen af, ook omdat dit zo’n toegankelijke verslaving is die bij mensen in hun broekzak zit.”
U stelt onder meer overkoepelende speellimieten en een nóg uitgebreider reclameverbod voor. Hoe verhoudt zich dat tot het hoofddoel van het Nederlandse beleid om online gokkers te bewegen naar legale websites met betere bescherming?
„Dat is precies de complexiteit van de legalisering. We moeten voorkomen dat we mensen de illegaliteit in jagen. Het is zoeken naar een balans tussen voldoende de ruimte geven aan mensen die recreatief voor hun plezier gokken en aan de andere kant degene beschermen die in de problemen komt. In de wetenschap noemen we dat de zoektocht naar de ‘sweet spot’.”
Die balans is nu zoek?
„Die zit onvoldoende in het beleid, vooral omdat de bescherming van de spelers niet voldoende is uitgewerkt en gokbedrijven nu relatief veel vrijheid hebben om dat zelf in te vullen. Toezichthouder de Kansspelautoriteit constateerde deze maand nog in een onderzoek dat gokbedrijven hun zorgplicht om spelers te beschermen en gokverslaving te voorkomen niet goed invullen.”
U heeft niet met kansspelbedrijven gesproken omdat uw onderzoek dan niet meer onafhankelijk zou zijn, schrijft u. Die onafhankelijkheid komt met een gesprek toch niet in het geding?
„Ik wil neutraal en objectief tot adviezen komen. Het is daarvoor voldoende als ik weet wat er onder meer in de literatuur en onder beleidsmakers, de toezichthouder en gokverslaafde patiënten leeft. Ik ben ook psychiater en ken hun verhalen. Bovendien is er genoeg verbinding tussen de gokindustrie en de beleidsmakers die ik wel heb gesproken, dus op die manier vindt er ook informatieoverdracht plaats. Het zou over de inhoud moeten gaan en niet over of ik wel of niet met ze wil praten.”
Er zijn geen accurate cijfers over gokverslaving, vandaar dat u ook adviseert de verslaving beter en structureel te laten monitoren. Waarom stelt u zonder betrouwbare cijfers drastische ingrepen voor?
„Er is genoeg reden om op basis van internationaal onderzoek te voorspellen welke kant het op gaat. Ik heb liever dat wij stevige maatregelen nemen en het uiteindelijk met de verslaving meevalt, dan dat we het uit de hand laten lopen. Aan bijvoorbeeld de opiaten-epidemie in de VS zie je hoe moeilijk het is om de geest weer in de fles te krijgen als je niet tijdig ingrijpt. De gokmarkt groeit snel en er zijn meer spelers dan ooit was voorzien. Vandaar ook dat ik adviseer om nu in te grijpen en niet te wachten tot een nieuw kabinet.”