Het tienjarige meisje uit Vlaardingen dat in de nacht van 20 op 21 mei buiten kennis, met vele botbreuken, hersenletsel en ondervoed naar het ziekenhuis werd gebracht, zal nooit meer volledig herstellen. Haar hele leven zal ze afhankelijk blijven van intensieve zorg.
Dat zei de officier van justitie donderdagochtend tijdens de eerste niet-inhoudelijke zitting van de zaak, in de Rotterdamse rechtbank. De pleegouders worden onder meer verdacht van zeer ernstige en langdurige mishandeling van het meisje en van poging tot doodslag. Ze waren niet bij de zitting aanwezig. Het meisje dat begin juni van dit jaar werd overgeplaatst naar een revalidatiecentrum, was lange tijd in coma. Eind juli is ze bij kennis gekomen „maar dat klinkt positiever dan het is”, zei de officier. „Ze kan niet praten, niet staan, niet lopen.”
Kooi
Het beeld dat de officier schetste van de laatste maanden die het meisje in het gezin doorbracht, is gruwelijk. Ze zat opgesloten in een zelfgemaakte kooi, die waarschijnlijk onder stroom stond of gezet kon worden. Er waren stroomdraden aan bevestigd, die naar het stopcontact liepen. Er werden tiewraps gevonden, tape, een schokhalsband, gereedschap.
Op allerlei manieren werd ze aan haar armen en benen vastgebonden, wat veel van de littekens zou verklaren. Het onthouden van eten en drinken werd gebruikt als straf. Toen het meisje in mei in het ziekenhuis terechtkwam, woog ze 20 kilo bij een lengte van 130 meter.
Naast het meisje woonden twee andere pleegkinderen in het gezin én een eigen kind. Het stel wordt ervan verdacht ook de twee andere pleegkinderen te hebben mishandeld én nog een ander kind, zij het minder ernstig dan het tienjarige meisje. De kinderen zijn gehoord. Zo vertelde een van hen dat het meisje vanuit de kooi smeekte om water, dat ze haar niet durfde te geven omdat de pleegouders hadden verboden op de kamer van het meisje te komen.
Van de trap gegooid
Het lijkt erop dat de mishandelingen in de twee jaar dat het meisje bij het stel woonde, steeds ernstiger en heftiger werden. Tot op 21 mei de pleegouders volgens de officier het meisje van de trap gooiden of duwden, met het doel haar van het leven te beroven.
De advocaten van de pleegouders vielen vooral over dát punt. Volgens hen is dat niet bewezen. De pleegouders vertelden in verhoren dat het meisje zelf van de trap was gesprongen. Ook op andere punten wijkt hun verhaal af van dat van het Openbaar Ministerie, al gaf de pleegvader wel toe dat het meisje werd opgesloten. Volgens hem was dat nodig omdat ze zijn gezin in gevaar zou brengen.
De pleegouders verklaarden verder dat in de maanden voorafgaand aan de ziekenhuisopname ze zichzelf veelvuldig letsel zou hebben toegebracht, hetgeen de littekens zou moeten verklaren. De officier citeerde een kinderarts van het medisch centrum waar het meisje verbleef die verklaarde dat het letsel honderd tot tienduizend keer waarschijnlijker door derden is toegebracht dan door haarzelf.
Lees ook
De laatste twee jaar voordat het pleegmeisje uit Vlaardingen in het ziekenhuis belandde, lezen als een handboek voor wat mis kan gaan in de pleegzorg
Pleegzorg
De advocaten van de verschillende instellingen (pleegzorg, jeugdbescherming) die bij het gezin en het meisje betrokken waren, waren ook aanwezig bij de zitting. Het is duidelijk dat het is misgegaan met het toezicht en dat signalen over misstanden, onvoldoende werden opgepakt. Dat aspect kwam tijdens de pro-formazitting niet aan de orde.
De advocaat van pleegmoeder Daisy hekelde de vele verklaringen van buurtgenoten en ouders op het schoolplein, die meningen over haar cliënt zouden ventileren zonder haar te kennen. Ze zouden haar karaktereigenschappen toedichten zonder haar te kennen. „Dat irriteert me”, zei haar advocaat.
De pleegouders zullen worden onderzocht in de psychiatrische observatiekliniek Pieter Baan. Wachttijden zijn lang, ze kunnen er pas over zeven maanden terecht, ook omdat ze samen moeten worden geobserveerd. Het eindrapport wordt pas in de zomer van 2025 verwacht.
Lees ook
De berg met knuffels wordt in Vlaardingen steeds hoger