Pinkpop was magisch. Wat is er toch met dat festival gebeurd?

Ik was trots. Ik had net van m’n eigen geld een shirt gekocht, het meteen aangetrokken en al tijdens m’n eerste wandeling over het festivalterrein kreeg ik een ‘hee cool shirt!’ te horen. Hij was van de band Fear Factory, met zo’n paarse, digitaal bewerkte ribbenkast erop. Het was niet mijn eerste rockshirt, wel mijn eerste grote festival. Pinkpop 1998. Zestien jaar, m’n haar net lang laten groeien en de overprikkeling gedempt door meegesmokkelde zakjes orange bud en blikken Best Bier. Een ‘hee cool shirt!’ was voor een zestienjarige een soort olympische medaille.

Pinkpop was magisch. Voor ik erheen mocht, nam ik de tv-uitzendingen op video op en luisterde naar de radio, live Sepultura horen in 1996 was lifechanging. Toen ik eindelijk zelf ging, zag ik concerten waar ik soms nog aan denk (NOFX legendarisch goed, Smashing Pumpkins legendarisch slecht). Ik leerde er wanneer je moest stoppen met orange bud combineren met Best, dat avondeten koken hooguit optioneel was, dat wc’s ondergewaardeerde luxe waren, dat Limburgers heel goed waren met patatjes stoofvlees, en ik kocht er de shirts en cd’s die ik thuis zelfs niet bij de Large kon krijgen. Pinkpop was een alternatieve oase. Walhalla. Shangri-La. Nirvana. Een totaal andere wereld, zonder school, ouders, zonder grenzen, soms helaas ook zonder wc-papier. Een weekend op een andere planeet.

Die planeet lijkt wel uit koers geraakt. Na jarenlang knarsetandend zien dat het festival inhoudelijk en qua sfeer stilstaat of zelfs achteruit gaat, moet dit even van het hart. Want waar is het avontuur, de durf, gevoel voor wat er toe doet op popgebied gebleven? En wat is er nog te doen op de woestenij van Megaland, waar de vercommercialisering om zich heen grijpt met een VIP ‘sky deck’ (met „watergespoelde toiletten”!) en McDonalds? Pinkpop, ooit alternatief en spannend, is verworden tot de Vinexwijk onder de festivals. Praktisch, pleasend en sfeerloos.

Dit jaar is de line-up zo bedroevend, dat de muziekredactie van NRC voor het eerst sinds jaren twijfelde om te gaan. Van de headliners heeft alleen hitkanon Calvin Harris iets van noviteitswaarde, want die speelt zelden in Nederland. De voorspelbare Ed Sheeran staat elke paar jaar in de Arena, en voor een uitermate slappe headliner als Måneskin, die al sinds 2021 op hun Songfestivalhit teren, hoef je ook niet naar Landgraaf. En ook de rest van de line-up trekt niet. Wat aardig is zagen we de afgelopen jaren al (Nothing But Thieves, Royal Blood, Keane, Sam Smith), veel Nederlandse acts die je op elke hoek van de straat kunt zien, en veel overige acts moet je scharen onder vergane glorie (Jane’s Addiction, Limp Bizkit, Avril Lavigne). En dan halen ze na zijn Songfestivaldebacle in Zweden Joost Klein binnen, een kans om nog even een middelvinger op te steken naar die brave EBU, een geheid feest én een publiekstrekker met een randje, zetten ze ’m al om 12 uur ’s middags neer!

Bijna alle Nederlandse artiesten staan nog voor het vallen van de avond geprogrammeerd, alsof het puur programmavulling is. Acda & de Munnik, waar de organisatie ‘zo naar uitkeek’, staan op de eerste dag om drie uur in de middag voor die paar mensen die er dan al zijn. Ilse DeLange krijgt op zondag net als Joost een dag eerder de respectloze ontbijtdienst. Alleen John Coffey en Oliver Heldens hebben een mooi tijdstip op zaterdagavond gekregen – ook al staat John Coffey exact tegenover Calvin Harris geprogrammeerd, bang om de gitaarliefhebbers tegen de haren in te strijken.

De bezoekers onderstrepen de armoede van het programma: ze verwachten op vrijdag en zaterdag niet meer dan 40.000 bezoekers, zo’n beetje de helft van wat ze aankunnen.

Pijnlijk

Niet alles lukt, natuurlijk. Ze wilden Madonna en Dua Lipa, las ik. Leuk en spannend, en bovendien: vrouwen, die zie je ook niet vaak als headliner – maar ze wilden niet. Tegelijk waren ze bezig om rockbands Muse en Foo Fighters binnen te halen, wat ook niet lukte. Tja, Muse tourt niet, maar zowel Dua Lipa als Foo Fighters staan wél op Rock Werchter.

Extra pijnlijk wordt het als je ziet wat er om ons heen gebeurt. Deze maand staan op festivals als Primavera, Rock Am Ring, Roskilde, Graspop, Rock Werchter en Glastonbury acts als Lana del Rey, SZA, Mitski, Charli XCX, Parkway Drive, Burna Boy, Dua Lipa, Judas Priest, Janelle Monae, Foo Fighters… In de Ziggo Dome staan deze maand Karol G, Troye Sivan en Doja Cat, nieuwe wereldsterren, die zouden het affiche van Pinkpop toch kleuren? Een week na Pinkpop staat notabene Lenny Kravitz in Amsterdam, die wél op Rock Werchter speelt. Taylor Swift staat drie keer in de Johan Cruijff Arena.

En als dan niks lukt, laat recordpinkpopper Anouk gewoon eens headlinen. Ze staat er voor de achtste keer en ze wordt op de site van Pinkpop bovendien „de grootste Nederlandse zangeres van de afgelopen 25 jaar” genoemd. Als je drie keer de Ziggo Dome kan spelen, durf die dan ook op het grootste voetstuk in Landgraaf te zetten.


Lees ook

IJzersterke show van Anouk doet Mumford & Sons verbleken op Pinkpop dag 1

IJzersterke  show van Anouk doet Mumford & Sons verbleken op Pinkpop dag 1

De poel spannende acts wordt ook wel klein als je, zoals Pinkpop-boeker Rob Trommelen laatst in Oor zei, een band als Radiohead al „te ingewikkeld” voor het Pinkpop-publiek vindt, en niet vrolijk genoeg. Dat is tekenend voor hoe lichtverteerbaar het blijkbaar moet zijn. Dat de AAA-acts niet in de rij staan om op zijn festival te spelen, begrijpt Trommelen evengoed niet, zei hij in De Limburger: „Ik snap nooit dat zo’n Bono niet denkt: het was vroeger zo leuk op Pinkpop en Roskilde, laat ik nog eens gaan.”

Wat mogelijk niet helpt is dat Pinkpop een grote kale vlakte is gebleven, waar je aan de weergoden bent overgeleverd. En als op een van de drie grote podia even niets staat waar je zin in hebt (kans is groot) is er niets anders te doen dan zuipen en vreten. Er is een pad met zeven miljoen verschillende foodtrucks, waar de veganistische saté en glutenvrije pizza margherita net zo’n godsvermogen kosten als elders, en naar standjes met lp’s, cd’s, shirts of andere zaken die ook maar iets met muziek te maken hebben moet je zoeken met een vergrootglas.

Saai, maar het kan ook plat: dit jaar staat McDonald’s op het terrein. „Kom even lekker schommelen, neem een duikje in de ballenbak of bestel een overheerlijke McFlurry”, luidde de aankondiging. Ja, dat is wat Pinkpop nodig had, hét symbool van slecht eten en milieu-ontwrichting, en het favoriete diner van Donald Trump. Ze plantten hun goudgele druipsnor al op Paaspop, en nu komen ze dus ook naar het festival waar Rage Against the Machine in 1994 een kleine aardbeving veroorzaakte met „fuck you I won’t do what you tell me!”

Slappe frietjes

Het is kritiek die wordt gevoed door liefde. Dat festival waar ik zulke goede herinneringen aan heb, waarvan ik sommige verhalen nog steeds tot in den treuren vertel – ik wil zo graag dat het leuk blijft. Dat het ze lukt die vette vissen binnen te halen. Dat ze de familiaire sfeer, een patatje stoof bestellen en die in plat Limburgs geserveerd krijgen, weten te behouden. Amerikaanse rock, prima, niet die slappe frietjes.

Je weet niet hoe een koe een haas vangt. Pinkpop kan zich altijd weer oprichten. Zoals gezegd, als daar volgend jaar een of twee (liefst meer) wow-namen staan, hebben we het nergens meer over. Het zijn golfbewegingen: in 1985 kwam er nog amper 15.000 man, dat waren er een paar jaar eerder nog 50.000. En ook in 2005 kwamen ze amper boven de 20.000 bezoekers uit – ze boekten Chemical Brothers en The Prodigy (zou je nu niet matig noemen trouwens), en hadden door de magere opkomst camping B niet eens nodig. En hup, een jaar later stonden er weer gewoon bijna 70.000 mensen. Zet je volgend jaar U2 of Taylor Swift neer, is het vast ook weer druk.

Maar de omstandigheden anno 2024 zijn lastig: de marges zijn klein, de prijzen voor materialen, podia, licht en geluid, beveiligers, infrastructuur en zeker ook artiesten stijgen en stijgen. De vraag is dus of dat soort artiesten überhaupt nog haalbaar zijn. Het bewijst ook dat als je als festival zo moet leunen op die ene smakelijke headliner, dat de rest van het festival gewoon niet interessant genoeg is.

Een kaartje voor een weekend Pinkpop kost nu niet voor niets 290 euro, weer 15 euro meer dan vorig jaar en een bizarre stijging vergeleken met 2019, de laatste editie voor de coronacrisis, toen het nog 169 euro kostte (en je daar ook nog Fleetwood Mac, Lenny Kravitz en The Cure voor kreeg). Dus als die fastfoodfuckers een nodige financiële impuls geven, je kan het ze haast niet kwalijk nemen. Maar what’s next? Een groentebar van Monsanto? EHBO-tentje van Philip Morris? Blackwater bellen voor de beveiliging?

De oplossing? Volhouden, het leuk houden, lief blijven, niet buigen voor het grootkapitaal, originaliteit nastreven, durf tonen, en doorselecteren bij het boeken in het héle programma. Dat meisje met die zwarte krullen en haar roze rokje verdient het.