De spanning hangt zwaar en drukkend in de lucht, als een naderende donderstorm op een hete zomerdag. Aan een houten eettafel zitten drie mensen van verschillende generaties: een man van middelbare leeftijd met een bedrukt gezicht, een nerveus ogende dame met witte haren en een jonge vrouw die stuurs voor zich uitkijkt.
In stilte probeert de oudere vrouw de goede vrede te bewaren, maar met elke gefaalde poging tot toenadering neemt de spanning toe. Tot die tot een onvermijdelijke uitbarsting komt: het meisje gooit met een harde zwiep de tafel omver en begint woest rondjes te rennen. Wanneer het de man niet lukt haar te stoppen, komt er een machteloze schreeuw uit zijn keel: het enige geluid dat hij tijdens de voorstelling zal maken.
Heat is het derde deel van theatermaker Davy Pieters’ vierluik over opgroeien in een toekomstige wereld. Ditmaal stelt Pieters de opwarmende aarde centraal, en de manieren waarop mensen omgaan met toenemende hitte. Net als in de voorgaande delen wordt er niet gecommuniceerd met woorden, maar in beelden: met groot gevoel voor esthetiek laat Pieters haar zwijgende spelers op het oranje-roodverlichte podium afwisselend de onrust, frictie, weemoed en loomte uitbeelden waarmee onontkoombare hitte gepaard kan gaan.
Een aantal van die beelden weet onder de huid te kruipen. Het tafeltafereel is geslaagd, evenals de scènes waarin een jonge vrouw steeds heviger meebeweegt met een ritmische, aanzwellende soundtrack, die diep doordreunt in je lijf. Haar energie en overgave worden versterkt door een koor dat het podium vult en de hitte verklankt met soms dromerige, dan weer beklemmende zang.
Wat minder goed werkt aan Heat is dat nagenoeg alle beelden veelvuldig worden herhaald. Dat betekent ook dat je er niet aan ontkomt om meermaals naar scènes te kijken waarin wel erg weinig gebeurt: een meisje dat aan tafel iets zit te schrijven. Een stel zonnebadende vrouwen. Die scènes worden van elkaar gescheiden door het naar beneden laten en weer omhooghalen van een zwart scherm, alsof je naar een bewegende diavoorstelling kijkt. Wanneer de nieuwigheid van die strakke stijlkeuze af is, maakt hij vooral bewust van het repetitieve karakter van het stuk.
Tegelijkertijd helpt het wel bij het afzonderlijk waarderen van de scènes van Heat. Net als bij een lange diashow is niet ieder beeld even sterk, maar kan er toch ineens een tafereel voorbijkomen dat diepe indruk maakt.