N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Tweede Kamerverkiezingen De nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract moet niet gelijk te groot worden, maar „verantwoord groeien”, zo verkondigt lijsttrekker Pieter Omtzigt. Een vreemde boodschap, vinden politicologen. „Hoho, stem op mij, maar niet met z’n allen.”
46 zetels, zoals de I&O-peiling voorspelt? Pieter Omtzigt moet er niet aan denken. De populaire oud-CDA’er wil met zijn nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract (NSC) niet te groot worden bij de komende Tweede Kamerverkiezingen. Onverantwoord om groot te beginnen, als nieuwe partij, zei hij zondag in dagblad Tubantia: „Dit land heeft geleerd van wat er met LPF en Forum voor Democratie is gebeurd.” Op zijn website voegde hij daaraan toe: „Een partij die goed bestuur als hoofdthema kiest, doet er verstandig aan dat zelf ook in de praktijk te brengen. (…) Het streven is zoals wij dat noemen: een verantwoorde groei.”
Maar hoe doe je dat: klein blijven als partij?
Dat kan op twee manieren. Zo kan NSC een maximaal aantal mensen op de kandidatenlijst zetten – de rest van de behaalde zetels worden dan restzetels en verdeeld over andere partijen. Maar sinds het afschaffen van de lijstverbindingen in 2017 heeft een partij geen invloed meer op waar die restzetels naartoe gaan, wat kan leiden tot teleurstelling bij kiezers. „Dan ben je dus niet vertegenwoordigd als je op Omtzigt stemt. Ik kan me niet voorstellen dat een kiezer dat wil”, zegt Gerrit Voerman, directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Bert van den Braak, bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel aan de Universiteit Maastricht, wijst op een ander gevaar: lijstuitputting. „Als je bijvoorbeeld twintig mensen op de lijst zet en die komen allemaal in de Tweede Kamer, dan heb je niemand meer over als er tussentijds een paar uitvallen.”
Minder kieskringen
Er is nog een mogelijkheid om klein te blijven: meedoen in een beperkt aantal kieskringen om zo het aantal zetels in de Tweede Kamer te beperken – veel kiezers zien dan de naam van Omtzigt niet op hun stembiljet staan. Nederland telt twintig kieskringen, inclusief de kieskring Bonaire, Saba en Sint-Eustatius. In die laatste doen nooit alle partijen mee, omdat het lastig is te organiseren. NSC zou ervoor kunnen kiezen in nog minder kieskringen mee te doen, bijvoorbeeld alleen in Overijssel (Omtzigt woont in Enschede) en enkele andere. Op basis van het aantal voorkeursstemmen van Omtzigt bij de vorige Kamerverkiezingen kan hij een ruwe schatting maken van hoeveel stemmen en hoeveel zetels dat oplevert. „Maar dat blijft een lastige gok”, zegt Van den Braak.
Kiezers mogen overal in Nederland stemmen, mits ze van tevoren een kiezerspas aanvragen. Tijdens vakantieperiodes gebeurt dat al, als mensen op hun vakantiebestemming willen stemmen. Op 22 november zouden Omtzigt-fans dan bijvoorbeeld vanuit andere plekken naar Overijssel kunnen rijden om daar op hem te stemmen. „Het kan, maar het is misschien een beetje theoretisch”, zegt Van den Braak.
Partijen leveren op 9 oktober hun definitieve kandidatenlijsten in en geven dan gelijk aan in welke kieskringen ze deelnemen. Nieuwe partijen (en partijen die bij de vorige verkiezingen vijftien zetels of minder haalden) mogen maximaal vijftig kandidaten op hun lijst zetten.
Dilemma
Voerman zegt het merkwaardig te vinden dat „iemand van het statuur-Omtzigt” niet overal kan meedoen en de kandidatenlijst en het programma nog niet op orde heeft. „Dat is toch een kwestie van organisatie.”
Zowel Voerman als Van den Braak vindt het vreemd dat juist een partij die zegt op te komen voor ‘goed bestuur’ zelf probeert klein te blijven. Die boodschap is niet uit te leggen aan de kiezer, zegt Voerman: „Hoho, stem op mij, maar niet met z’n allen’. Dat is dan het visitekaartje van je partij. Het staat haaks op waar verkiezingen over gaan: zo veel mogelijk stemmen en zo veel mogelijk invloed krijgen.” Hij noemt de boodschap van Omtzigt „een curieus verhaal. Het is een compleet nieuw perspectief: een partij die niet groot wil worden.”
Het is een curieus verhaal, een compleet nieuw perspectief: een partij die niet groot wil worden
Gerrit Voerman hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen
De verkiezingen, versneld door de val van het kabinet-Rutte IV vlak voor de zomer, zijn voor Omtzigt een duivels dilemma: de kans op teleurgestelde kiezers is groot als in het stemhokje blijkt dat ze niet op hem kunnen stemmen. „Dat hoor je ook bij provinciale verkiezingen”, zegt Van den Braak. „Dan zoeken mensen naar iemand die de Eerste Kamer in wil, maar die blijkt dan niet op de lijst te staan.”
Maar het alternatief: als nieuwe partij snel heel groot worden, is voor Omtzigt evenmin aantrekkelijk. Van den Braak. „Stel, je hebt vijftig mensen en de helft blijkt later onbetrouwbaar. Dat slaat ook meteen terug op je partij. Je wilt geen LPF-achtige toestanden.”
Lees ook deze analyse: Waar staat Pieter Omtzigt voor? Een analyse van zijn stemgedrag