Piet Raphael (1971-2024) was in Den Haag zoveel meer dan een leraar Engels

Ze schrokken enorm. Op maandag 4 maart kregen de leerlingen van het Haags Montessori Lyceum aan het begin van het vijfde lesuur van hun docenten te horen dat Piet Raphael die nacht was overleden. Raphael was leraar Engels, maar hij was veel meer: een geliefde coach, een niet te stuiten verhalenverteller, supporter van elke leerling met wie hij in contact kwam én het creatieve brein achter de op handen zijnde eindejaarsmusical, Odysseus, Odysseus. De repetities waren in volle gang, Raphael maakte lange uren met de acteurs en de band en het technisch team – hoe moest dit nou? De schooldag werd vervroegd afgesloten, leerlingen dropen huilend af.

Ze herpakten zich – maar niet voordat er voluit en collectief was gerouwd. Tientallen tieners maakten hun opwachting tijdens de wake in Raphaels Haagse woning. Op zijn uitvaart in een volle Nieuwe Badkapel in Scheveningen vormden honderden HML’ers een erehaag. Raphaels oudere broer Erik vermeldde in zijn toespraak dat Piet was gestorven aan een hartinfarct. Hij was 52 jaar, partner van Terttu van Lynden, vader van Louka (15) en Bobby (11) en in zijn vrije tijd een gepassioneerd muzikant: voor hem was elke dag te kort.

Overbodig gedrocht

„Het Centraal Schriftelijk Eindexamen is een overbodig gedrocht”, luidde de kop boven een opiniestuk van Piet Raphael dat op 21 mei 2022 in Het Parool verscheen. Na vijftien jaar in het middelbaar onderwijs – vanaf 2006 op het Gymnasium Haganum en sinds 2019 op het HML – en „minimaal vijftig examenklassen” kon hij met gezag concluderen dat dat ene examen waarin „in een paar uur 50 procent van het eindcijfer bepaald werd” voor maandenlange stress zorgde. Voor veel leerlingen was het Centraal Schriftelijk Eindexamen een van „cortisol, adrenaline en slaaptekort” vergeven trauma, en het hele eindexamenjaar een „strafkamp” vol toetsen.

En dat terwijl feitenkennis een achterhaald leerdoel was geworden, aldus Raphael. Dankzij laptop en telefoon had een kind alle feiten dag en nacht binnen handbereik. De rol van de leraar werd daarmee die van „katalysator”, iemand die leerlingen verder op weg helpt naar hun eigen talent – het liefst zonder bemoeienis van welke instantie dan ook. Waarom die cijfer- en controledwang?

Liever een goed boek

Zelf liet Raphael leerlingen liever een goed boek lezen dan de verplichte lesonderdelen af te vinken. Op het HML kreeg hij de kans om de Engelstalige boekencollectie te helpen actualiseren; voor hem een belangrijke reden om na dertien jaar van het Haganum naar het Haags Montessori Lyceum over te stappen.

Piet was zo gepassioneerd dat je dingen die je echt niet interessant vond interessant ging vinden, alleen omdat hij het zo blij kon vertellen

Simon (18)

Oud-leerlingen van beide scholen herinneren zich Raphaels lange monologen over zijn lievelingsauteurs: Chaucer, Shakespeare, Austen en Dickens, maar ook Agatha Christie en A.A. Milne (Winnie the Pooh). George Orwells 1984 was een must. Simon (18, HML): „Piet was zo gepassioneerd dat je dingen die je echt niet interessant vond interessant ging vinden, alleen omdat hij het zo blij kon vertellen.”

De tweede rode draad in Raphaels didactiek vormde de muziek. „Ik ontmoette Piet toen ik nog op de basisschool zat”, vertelt oud-leerling Guus van Diemen (23). „Ik mocht met mijn broer mee naar een open dag op het Haganum, en Piet en zijn vader Joe hadden er kennelijk lucht van gekregen dat ik trombone speelde, want ze kwamen op me af: ik was precies wat ze zochten voor het schoolorkest. Alles aan die dag was indrukwekkend, en in Piet herkende ik dezelfde urgentie om muziek te maken.”

Piet Raphael, 1978.
Foto uit familiebezit

Raphael was zelf oud-leerling van het Haganum, net als zijn vader afgestudeerd in Engelse taal- en letterkunde en ook wat zijn alomvattende liefde voor muziek betreft helemaal het kind van zijn ouders. Zijn moeder Nora Tours had conservatorium gedaan en gaf zangles aan huis; vader Joe schreef en regisseerde op het Haganum de eindejaarsmusicals, dirigeerde het schoolorkest en organiseerde elke zomer een muziekkamp waarbij zo’n zestig leerlingen kampeerden op het grasveld rond het familiehuis in het Franse Avalon.

Voor elke leerling met wie hij toevallig in gesprek raakte schreef hij er gewoon een rol bij

Eenmaal als docent in dienst bij zijn oude middelbare school nam Piet Raphael al die taken in een voor buitenstaanders opmerkelijke harmonie van zijn vader over en gaf er zijn eigen draai aan. Onder zijn leiding groeiden de Haganum-musicals uit tot megaproducties: voor elke leerling met wie hij toevallig in gesprek raakte schreef hij er een rol bij, totdat er honderden kinderen op het podium stonden. Een hoogtepunt was My Perfect Little Pretty World (2015), waaraan 531 kinderen meededen – meer dan de helft van de school. Ouders en docenten hielpen mee achter de schermen, en voor de uitvoeringen van de urenlange epossen werd het Zuiderstrandtheater afgehuurd. Na afloop was Raphael ondanks zijn enorme energie „kapot”, aldus Guus van Diemen: hij gaf zich helemaal.

„Leerlingen zijn mensen die als mens behandeld moeten worden: met liefde en persoonlijke aandacht”, schreef Raphael in 2022 in Het Parool, en daar leefde hij naar: hij kwam over als een vriend die toevallig voor de klas stond. Piet was gewoon Piet, vertellen oud-leerlingen, hij gaf niet om status en werd zelden tot nooit kwaad. Alleen wie overduidelijk niets uitvoerde, kreeg dat in heldere taal te horen. Floris (15, HML): „Hij zei altijd dat je moest geloven in jezelf en vertrouwen hebben dat je het kon.” Ryan (16, HML): „Piet heeft ooit tegen mij gezegd: ik zal altijd trots op je zijn voor de dingen die jij kan en doet in je leven.”

Ongeschikt voor tunnelvisie

Buiten schooltijd bracht Raphael graag lange avonden in de muziekstudio door. Als kind kreeg hij klassieke vioolles en lag hij met zijn broer Erik als in trance in de woonkamer naar Pink Floyd te luisteren; ook als volwassenen bleven ze muziektips uitwisselen, al bleef de liefde bij Erik „vooral passief”.

Piet bleek een multitalent: ongeschikt voor de tunnelvisie die een carrière als beroepsmuzikant met zich meebrengt, maar altijd bezig met gitaar spelen, zingen, schrijven en jammen, in stijlen die varieerden van funk tot (space-)rock en dance. Hij speelde in verschillende Haagse bands en vormde sinds 2020 met oud-leerling Guus van Diemen het duo Machina Volante. Hun zesde album, De Vliegende Machine, werd op 11 mei postuum gepresenteerd. „Dan ga ik vliegen…”, zingt Piet, ‘Don Pedro’ voor zijn muziekvrienden, met Haagse tongval op het laatste nummer. „Vliegen door de lucht…”