N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Eliso Virsaladze, pianist De Georgische Eliso Virsaladze (80) behoort tot de uitstervende generatie van een grote Russische pianotraditie. In Amsterdam verbindt ze Chopin en Mozart. „Beiden tonen ons de eindeloze diepten van de eenvoud.”
Soms zit je oog in oog met de geschiedenis. Een appartement in München, behangen met herinneringen. Kleine schilderijen aan de keukenmuur tonen een Georgisch landschap: een kerk aan een bosrand in oranjegeel avondlicht en korenschoven in een blauwgroene schemering.
De geschiedenis bakt pannenkoeken. Haar naam is Eliso Virsaladze. Tachtig jaar. Pianist. Geboren in Tbilisi toen Georgië nog als Sovjetrepubliek zuchtte onder de moordlust van communistisch dictator Jozef Stalin. Haar oom werd eind jaren dertig opgepakt door diens geheime dienst en verdween spoorloos. „Mijn oma, zijn moeder, bij wie we inwoonden, heeft altijd geloofd dat hij leefde en bleef wachten”, zegt ze. „Pas decennia later, ver na Stalins dood, kregen we te horen dat hij was vermoord.”
Met Elisabeth Leonskaja behoort Virsaladze tot de laatste generatie reuzinnen van de Russische pianoschool. De legendarische pianist Sviatoslav Richter (1915-1997) was voor haar een voorbeeld en een grote vriend; hij vond haar de beste Schumann-vertolker die hij had ontmoet. Haar spel kenmerkt zich door een innerlijke gloed, die kan verwarmen en verteren.
Als ze op zaterdag 1 april in het Amsterdamse Muziekgebouw speelt, wil de pianist de innige band tussen Mozart en Chopin blootleggen. „Beiden tonen ons de diepten van de eenvoud. Deze diepten zijn eindeloos. Daar dwaal ik al in rond sinds mijn grootmoeder – ook een concertpianist – in mijn kinderjaren Mozart op de lessenaar zette. En zelfs nu, op mijn tachtigste, onderwijst de muziek me dagelijks over het leven, over die zoektocht naar eenvoud. Mocht ik ooit ontwaken met de gedachte dat er voor mij achter de piano niets meer te ontdekken valt, dan sluit ik de klep voorgoed. Maar gelukkig onthullen stukken nooit al hun geheimen, ze lijken op een landschap dat voortdurend verandert.”
Haar inwonende grootmoeder Anastasia gaf thuis pianolessen en als kind zat Virsaladze dan in een naastgelegen kamer te luisteren. In die beginjaren leerde ze zichzelf spelen op gehoor, want haar oma wilde haar pas vanaf haar achtste onderwijzen. „Ik hoorde haar vaak met mijn vader praten over pianist Vladimir Horowitz, voor wie beiden grote bewondering koesterden. In 1924 reisden ze samen naar Berlijn om hem te zien. Datzelfde jaar deelde mijn oma het podium met hem in Tbilisi, bij een herdenkingsconcert na de begrafenis van de Georgische operazanger Vano Sarajishvili. Vier jaar later besloot Horowitz na een tournee definitief in Amerika te blijven. Na bijna zes decennia keerde hij terug. Ik bezocht dat legendarische concert in Moskou. De euforie en ontroering in de zaal en op straat zal ik nooit vergeten.”
Na haar studie aan het conservatorium in Tbilisi vertrok de 16-jarige Virsaladze naar Moskou, waar ze les kreeg van onder anderen Heinrich Neuhaus. „Zijn klas zat vaak vol. Niet alleen met studenten, maar ook met toehoorders. Hij was een meesterverteller, die in prachtige metaforen sprak. Neuhaus had problemen met zijn handen, maar wanneer hij aan de vleugel iets voordeed, ontlokte hij een ongelooflijk geluid uit dat krakkemikkige instrument. Het leerde me dat klank niet enkel in handen en vingers zit, maar in de mens. Na tien minuten ben je uitgekeken op vingervlugheid, dan verlang je naar iets anders, naar de ziel van de muziek. En die kon Neuhaus laten horen.”
Als twintigjarige won Virsaladze de derde prijs bij het prestigieuze Tsjaikovski Concours. Plotseling stroomden bij het Sovjet-staatsimpresariaat aanbiedingen binnen uit het kapitalistische Westen. Via de geruchtenmachine hoorde ze dat het New Yorkse Carnegie Hall had aangeklopt. „Vaak kregen ze als antwoord: ‘Virsaladze, die kennen we hier niet.’ Of ze is te druk. Of ziek.”
Een van de eerste buitenlandse trips buiten de communistische wereld voerde Virsaladze in 1969 naar Nederland. „Ik deed onder meer Tsjaikovski’s Eerste Pianoconcert met het Amsterdams Philharmonisch en dirigent Anton Kersjes, een geweldig musicus, een reus van een vent maar erg bescheiden.”
Nu keert ze terug naar Amsterdam met Chopin en Mozart. „Die muziek brengt me vrede in deze woelige tijd. Ik voel nog steeds de mateloze bewondering en fascinatie die ik als kind voor Mozart had. Met Chopin moest ik een langere weg afleggen. Ik hield van hem, maar mijn grootmoeder liet me zijn stukken niet studeren. Klasgenoten speelden zijn Prelude in A-groot, die je als achtjarige technisch zo onder de knie hebt. Ik was jaloers. Maar mijn oma hield voet bij stuk. Je laat een kind ook niet de Decamerone lezen, vond ze. Voor sommige muziek moet je eerst geestelijk rijpen. Om Chopins eenvoud te doorgronden, heb je levenservaring nodig.”
Haar tachtig levensjaren zitten Virsaladze niet in de weg. „Ik kan alles spelen wat ik wil”, zegt ze. Ze doceert in Moskou, Italië en Tokio. En overal ter wereld geeft de pianist concerten. Op de vraag welke plek ze thuis noemt, antwoordt ze met een grijns: „Het vliegtuig.”
Ze droomt ervan om nog eens met de Transsiberië Express van Moskou naar Vladivostok te reizen, zoals Sviatoslav Richter. „Onderweg stapte hij in elke stad uit voor een recital, waardoor de reis geen twee weken maar twee maanden duurde. Richter was een genie, niet alleen als pianist. Hij maakte prachtige schilderijen. In Moskou hangt er één bij mij aan de muur. Hij had een geweldig dirigent kunnen zijn. Maar het ontbrak hem aan tijd, zei hij. Weet je hoe lang hij studeerde op de eerste pagina van Prokofjevs Zevende Pianosonate? Zeven uur. Onlangs zei een pianist tegen mij: ‘Ach, dat doe ik zo van blad.’ Dan heb je het dus niet begrepen.”
Ze vertelt hoe de beroemde Emil Gilels – evenals Richter en Virsaladze een leerling van Neuhaus – op zijn Amerikaanse tournee Tsjaikovski’s Eerste Pianoconcert niet alleen zo’n vijftien keer speelde, maar het ook nog twee uur per dag oefende. „Ondanks het reizen, zijn fenomenale techniek en het feit dat hij dat werk kon dromen. Sommige pianisten herhalen alleen. Dan is het alsof je een pak uit je koffer haalt waarin motten zitten. Je houdt het omhoog, maar er vallen gaten in en het stinkt muf. Ware musici blijven zoeken hoe goed ze een stuk ook kennen.”
Eliso Virsaladze speelt Mozart en Chopin. Muziekgebouw aan ’t IJ, zaterdag 1 april, 20.15 uur. Inl: muziekgebouw.nl
Aan het front in Oekraïne loopt de 48-jarige priester Sergiy rond om een luisterend oor te bieden aan Oekraïense militairen. Hij straalt kalmte uit, maar diep van binnen gaat zijn hart tekeer. Dit weet Lotte Geeven (44), want ze heeft zijn hartslag opgenomen.
Geeven maakt multimediakunst. Ze werkte eerder als emergency evacuator in conflictgebieden. In 2022, het eerste jaar van de Russisch-Oekraïense oorlog, was ze in die hoedanigheid in Oekraïne en reisde er drie weken lang met een Oekraïense vertaler langs de frontlinie. Naast haar werk als hulpverlener nam Geeven aan het front de hartslagen op van 150 Oekraïense militairen, door een stethoscoop-microfoon op hun borst te houden. Van de hartslagen en veldopnames maakte de Oekraïense elektronische artiest Koloah een muziekstuk.
Geeven en de vertaler begonnen hun bijna duizend kilometer omspannende tocht in een dorp in de zuidelijke regio Cherson. Vanaf daar reisden ze verder in de richting van de oostelijke regio Charkiv. Aan het front ontmoette Geeven militairen met allerlei soorten achtergronden. „Er was een masseur bij, een boer, botanicus, bodybuilder, meubelmaker, monnik, blockchain developer, slotenmaker”, zegt Geeven. „Ze waren allemaal tot de tanden toe bewapend en strak ingesnoerd in een scherfvest.”
Stethoscoop-microfoon
De 19-jarige Nikolai, een icoonschilder, stond op het punt om in zijn vers gestreken uniform afscheid te nemen van zijn moeder. „In de armen van zijn moeder roffelde zijn hart in een hoog tempo”, zegt Geeven. Zijn hartslag was te horen via een ingebouwde microfoon in de stethoscoop. De microfoon heeft ze samen met technici in Amsterdam ontwikkeld.
Het raakt Geeven dat mensen snel moe worden van oorlogsbeelden. Ze merkt dat doordat mensen zich afvragen waarom er „überhaupt” nog gefilmd wordt aan de frontlinie, omdat volgens hen alle beelden er hetzelfde uitzien. „Met de audio-opnamen van de hartslagen hoop ik de weerslag van de oorlog op de mens op een intieme manier toch weer dichtbij het publiek te brengen.”
Geeven ontwikkelde in 2013 met hulp van wetenschappers al eens een microfoon om te luisteren naar hoe het diepste gat van de aarde klinkt. „Het leek doodstil, maar aangesloten op een grote speaker klonk het als ver verwijderd onweer.” Ook deed ze in 2020 en 2021 forensisch audio-onderzoek naar hoe vogels protestleuzen overnemen. „Het bleek dat spotvogels de kreten van menigten overnemen in hun zang.” Volgens Geeven zeggen de geluiden die zij opneemt iets over de staat van de wereld.
Het muziekstuk genaamd TILO (lichaam in het Oekraïens) en de rauwe opnames van de harten zijn vastgelegd op één grammofoonplaat. De veldopnames en de hartslagen zijn door artiest Koloah gemengd met elektronische muziek in een hoog tempo. Geeven: „Volgens Koloah is het aantal bpm (beats per minute) in de elektronische muziek momenteel wereldwijd ontzettend hoog en laat de razendsnelle muziek op de dansvloer horen hoe slecht het met de wereld gaat.”
Lichaamsdelen verzamelen
Tijdens hun reis sliepen Geeven en de vertaler bij vrienden van vrienden of in verwoeste hotels. Of ze zich onveilig voelden? „Ik weet hoe ik moet handelen in gevaarlijke situaties, omdat ik daarin ben getraind.” Zo was ze online betrokken bij de evacuaties tijdens de val van de Afghaanse hoofdstad Kabul. Zowel Geeven als de militairen waren gewend geraakt aan gevaar.
Onderweg ontmoette ze de 38-jarige Daniel, een Oekraïense presentator en acteur, die „doodsbang” is geworden voor stilte. „Hij kan alleen in slaap vallen met het geluid van oorlogsfilms op zijn koptelefoon.” Later kwam ze Irina tegen, een sluipschutter die haar lange blonde haren had afgeknipt en nu kort stekelig haar heeft. „Ze kon haar haren niet wassen omdat er op haar dienstplek amper water is.” Door het „eenzame beroep” als sluipschutter, leidt ze aan een klinische depressie, vertelde Irina aan Geeven. Van beide militairen heeft ze de hartslagen opgenomen.
Hoe verder Geeven reisde, hoe meer stress ze via de stethoscoop-microfoon beluisterde in de lichamen van de militairen. Een van hen vertelde haar dat hij op al zijn lichaamsdelen met een waterdichte stift zijn naam heeft geschreven, „voor het geval hij zou overlijden, dan zouden de restanten van zijn lichaam gemakkelijker geïdentificeerd kunnen worden”.
Tegen het einde van haar tocht kwam Geeven een jonge Zuid-Koreaanse monnik tegen. Hij had een gitaar van een overleden militair bij zich. De gitaar was van een Spaanse jongeman genaamd Angel, die net als de monnik uit het Oekraïense vreemdelingenlegioen kwam. „De gitaar moet ik naar de moeder van Angel brengen”, zei de monnik tegen Geeven. Ook zijn hart is te „voelen” via de opnames. Vanaf begin volgend jaar komt de muziekplaat in het War Museum in de Oekraïense hoofdstad Kyiv te staan.
De preview van TILO is op 29 november bij West in Den Haag te zien en te horen. Info: westdenhaag.nl
De Britse koning Charles III bezit een wereldvermaarde kunstcollectie, die gedeeltelijk voortkomt uit de verzameling van zijn 17de-eeuwse voorganger en naamgenoot Charles II (1630-1685). In die tijd kende Engeland, anders dan bijvoorbeeld de Nederlandse Republiek of Italië, geen bijzonder grote traditie van lokale kunstproductie. Dus moesten ze het doen met kunstenaars van het Europese vasteland die ze bewonderden. De Royal Collection bulkt zelfs van bladen door Italiaanse renaissancekunstenaars van topkwaliteit. De King’s Gallery in Buckingham Palace toont nu een selectie van zo’n 150 tekeningen van kunstenaars als Fra Angelico, Leonardo da Vinci, Correggio en Carracci.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery)” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery)” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131400/data124854245-7be862.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-16.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-14.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-15.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-16.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-17.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/WLPPSXDKHWxzu3M4BxqlrqU9WcY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131400/data124854245-7be862.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131358/data124854135-175e1e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/wuqgrsUx9mwix700ofgPXS786Fk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131358/data124854135-175e1e.jpg 1920w”>
Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery) en Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)
Foto’s Royal Collection Trust
De expositie – met secties als ‘figuren’, ‘koppen’, ‘studies voor paleisdecoraties’ – laat zien dat tekeningen in de 15de en 16de eeuw meestal niet bedoeld waren als zelfstandige kunstwerken. Vaak zijn figuren, motieven of composities getekend ter voorbereiding van een schilderij of fresco. Illustratief is een studie in rood krijt waarin de befaamde schilder Rafael de figurenrijke compositie van een groot tapijtontwerp voor de bijbelscène van de Sleuteloverdracht van Christus aan de apostel Petrus (ca 1514) uitprobeert in de vorm van een groep mannen die poseren in hun alledaagse kleren.
Bij de ‘studies naar de natuur’ zijn schetsen van landschappen, paarden en poezen, maar ook een opvallende houtskooltekening toegeschreven aan de Venetiaan Titiaan, met een natuurgetrouwe weergave van de exotische struisvogel (ca. 1550). Het lichtblauwe blad is voorzien van een raster dat erop duidt dat het motief bedoeld was om te worden overgezet naar een schilderij, maar dat werk is niet meer bekend.
De presentatie van werk van de ene briljante tekenaar na de andere, geeft daarmee een overvol maar ook adembenemend fraai overzicht van renaissance-tekeningen en hun functies, uit artistieke centra vooral in de noordelijke helft van het huidige Italië. De nadruk die daar destijds werd gelegd op het belang van het maken van tekeningen in het artistieke proces, en de grote aandacht die kunstenaars er daarom ook aan besteedden, verklaren de uitzonderlijke kwaliteit van de tekeningenproductie die deze expositie weerspiegelt.
Verbeten expressie
Van meer studieuze aard is een tweede tentoonstelling in Londen, in de Royal Academy, over Italiaanse renaissance-kunst, met 45 bruiklenen uit collecties in het Verenigd Koninkrijk en elders in Europa. Hier geen overdonderend aantal kunstenaars en tekeningen, maar juist een relatief klein aantal goedgekozen werken, uit een tijdsspanne van slechts enkele jaren, en gemaakt door drie iconische kunstenaars. In 1504 konden ze elkaar in Florence de hand schudden: Leonardo da Vinci (1452-1519) en Michelangelo (1475-1564), beiden uit de omgeving afkomstig, hadden elders gewerkt en waren in de eerste jaren van de 16de eeuw kortstondig terug in Florence. De jonge Rafael (1483-1520) uit Urbino, verbleef in dat jaar in de stad om te leren van de werken van de buitengewone kunstenaars van die tijd.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131350/data124853274-fb7729.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-27.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-25.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-26.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-27.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-28.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/8a3LOy5SoJLUBW0TXtzrCxrPcRk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131350/data124853274-fb7729.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131356/data124854129-a4a1ee.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-31.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-29.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-30.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-31.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-32.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/h0FZRYaCy1ZQiLUPLNCmuqf9x2Q=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131356/data124854129-a4a1ee.jpg 1920w”>
Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy) en Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.
Foto’s The National Gallery, Foto Royal Collection Trust
Op even ingenieuze als instructieve wijze toont de expositie de artistieke verhoudingen tussen de drie kunstenaars. Zo maakte Rafael schetsen naar een cirkelvormig, tachtig centimeter hoog, marmer-reliëf door Michelangelo, bijgenaamd ‘Taddei tondo’ naar opdrachtgever Taddeo Taddei (1504-1507). Het stelt de Maagd Maria voor met half liggend in haar armen het Christuskind. Hij lijkt weg te duiken voor een vleugelklapperend vogeltje (een distelvink, symbool van Christus’ latere lijdensweg) in de handen van de jonge Johannes de Doper. Rafaels tekening staat in de expositie op een sokkel precies halverwege de afstand tussen Michelangelo’s reliëf en een schilderij van Maria met kind (‘Bridgewater Madonna’, 1507), waarin Rafael een vergelijkbare compositie heeft toegepast.
Even doordacht is de plaatsing, pal tegenover Michelangelo’s tondo, van een tweede uitzonderlijk bruikleen: Leonardo da Vinci’s enorme houtskooltekening van de bijna levensgrote Maria zittend op schoot bij haar moeder Anna. Ook hier heeft het Christuskind een liggende pose en ook nu staat Johannes ernaast. Mogelijk, zoals in deze expositie en de bijbehorende catalogus voor het eerst wordt geopperd, was deze tekening bedoeld als ontwerp voor een nooit voltooid altaarstuk voor de grote zaal van het Florentijnse stadsbestuur in het Palazzo della Signoria.
Voor diezelfde zaal maakten Michelangelo en Leonardo tussen 1503 en 1506 ontwerpen voor frescoschilderingen van veldslagen waarin de stadstaat Florence in het verleden verwikkeld was geweest. Ook deze projecten zijn nooit voltooid, maar in een reeks tekeningen laat zich in de expositie prachtig volgen hoe de kunstenaars op papier hun schilderingen voorbereidden: Leonardo in de Slag bij Anghiari met aandacht voor verbeten expressie in de hoofden van mensen en paarden, Michelangelo geconcentreerd op de anatomie van naakte mannen die zich klaarmaken voor de Slag bij Cascina. En in een pentekening (1505), losjes geïnspireerd op Michelangelo’s fresco-ontwerp, maar dan met een zodanig gedraaid perspectief op twee naakte mannen dat het lijkt alsof de tekenaar zelf deel is geworden van het groepje, openbaart zich het compositorische genie van Rafael.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-8.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131342/data124853289-11e4b2.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-41.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-39.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-40.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-41.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-42.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/dV2RHM7xo4wsgxUzUXVELUqgqEo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131342/data124853289-11e4b2.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-9.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131355/data124853325-ff9483.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-45.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-43.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-44.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-45.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-46.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/13V9ayEYnAUiz9_3iHMefVixzYk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131355/data124853325-ff9483.jpg 1920w”>
Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy) en Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).
Zul je net zien: Kerst staat voor de deur – een afschuwelijke feestdag voor afschuwelijke mensen – en dan klieft je domme zusje ook nog eens haar hoofd in tweeën op de rand van haar badkuip. Het overkomt Carola (Nandi van Beurden), eigenaar van Carola’s Christmas Shop, voorheen Carels Christmas Shop. Rechtstreeks naar de hemel kan zusje Christel (Suzan Seegers) niet: ze moet zich eerst nog een laatste keer tegen Carola aan bemoeien.
Op Kerstavond meldt Christels spook zich daarom bij haar grote zus in huis om daar te verkondigen dat Carola bezocht zal worden door drie geesten. Die ervaring zal haar ervan moeten overtuigen haar leven te beteren. Daar zal wel een hoop overtuigingskracht voor nodig zijn, want Carola lijkt niet meteen onder de indruk van Christels spookverschijning. Al zal ze haar zusje (tevens haar werknemer) wel missen in de winkel. Carola: „Niemand maakt zo’n goede cappuccino als jij.”
In kerstmusical A XXXmas Carola is Carola een botte, gierige, ijskoude zakenvrouw met een hekel aan Kerst. Dat maakt haar de vrouwelijke tegenhanger van Ebenezer Scrooge, de hoofdpersoon van Charles Dickens’ A Christmas Carol, het verhaal waar A XXXmas Carola op is geïnspireerd. Wel kreeg de musical de ondertitel Precies zoals Dickens het nooit bedoeld heeft mee, dus verwacht geen adaptatie die al te loyaal blijft aan het bronmateriaal.
Sterrencast
Wat je wél van A XXXmas Carola kunt verwachten is een vijfkoppige sterrencast (naast Van Beurden en Seegers zijn ook Jeremy Baker, Thomas Cammaert en Luuk Haaze van de partij) die uitblinkt in vrolijke, meerstemmige nummers, waaronder veel bewerkingen van bekende kerstliedjes. Zowel de nummers als de grapjes volgen elkaar in rap tempo op in het script van Allard Blom. In de eerste scènes is het wel even wennen aan de dik aangezette humor, met een hoofdpersoon die veel weg heeft van een snauwerige Disneyfilm-slechterik. Carola lijkt zelfs te zijn vormgegeven als Cruella de Vil, geheel in het zwart-wit, terwijl de overige personages zich hullen in rood-groene sjaals en truien.
Naarmate Carola’s voorgeschiedenis wordt onthuld, wordt het personage minder eendimensionaal. Dat wil niet zeggen dat A XXXmas Carola een bijzonder gelaagd geheel is – qua plot en sentimentaliteitsgehalte komt het verhaal vrij dicht in de buurt van de Hallmark-films die deze maanden iedere avond op ‘Christmas Channel’ RTL8 te zien zijn. Al Carola’s herinneringen, trauma’s en dromen draaien om mannen. Maar op vrijwel alle andere vlakken dan het plot is de musical origineel en creatief; van de bij vlagen harde humor tot de catchy liedteksten. Ook naar de muziek van Sam Verhoeven kun je blijven luisteren. Vooral de kerstrevue, een jaarlijkse traditie van Carola’s vader, zit zo goed in elkaar dat het jammer is dat hij maar een paar minuten duurt. Het decor – dat bestaat uit huisjes op kniehoogte die regelmatig van plaats wisselen of eventjes in de lucht zweven – zorgt intussen voor een sprookjesachtige sfeer.
Het maakt dat je je gewillig overgeeft aan het suikerzoete einde waar A XXXmas Carola onvermijdelijk op afstevent. Zo’n suikerzoet einde is ook best lekker. Af en toe. Met Kerst, bijvoorbeeld.