Philips heeft over het tweede kwartaal van dit jaar een omzet van 4,5 miljard euro geboekt. Dat is een toename van 2 procent in vergelijking met een jaar eerder. Dat maakt het bedrijf maandag bekend. Ook wist Philips over het tweede kwartaal winst te noteren en het bedrijfsresultaat flink op te schroeven.
Uit de recente kwartaalcijfers blijkt dat het bedrijf ruim 530 miljoen euro aan verzekeringsinkomsten kon noteren. Dat bedrag staat in verband met de schadeclaims na de terugroepactie van slaapapneu-apparaten. Die overeenkomst met verzekeraars was al bekend, maar is nu ook daadwerkelijk uitbetaald. Philips noteerde in totaal een bedrijfsresultaat van 816 miljoen euro.
Na een aangekondigde reorganisatie begin dit jaar, kon Philips in het tweede kwartaal van 2024 452 miljoen euro bijschrijven. Ten opzichte van diezelfde periode vorig jaar, is dat een verbetering: toen noteerde het bedrijf 74 miljoen euro. Ook het aantal bestellingen nam in april, mei en juni toe (9 procent).
In het eerste kwartaal van dit jaar noteerde Philips nog een verlies van ruim 660 miljoen euro, veroorzaakt door een reservering van 575 miljoen voor schadeclaims over gebrekkige slaapapneu-apparaten.
In januari kondigde het bedrijf een reorganisatie aan: zesduizend banen zouden verdwijnen, daarvan ruim duizend in Nederland. Philips meldt maandag wereldwijd 68,700 werknemers te tellen – dat zijn er ongeveer 360 minder dan een kwartaal eerder.
Lees ook
Philips reserveert honderden miljoenen voor schadeclaims
De slechte verkiezingsuitslagen voor de Duitse Groenen in de deelstaten Brandenburg, Thüringen en Saksen maken slachtoffers. Woensdagochtend kondigden de twee partijvoorzitters van Bündnis 90/Die Grünen, Ricarda Lang en Omid Nouripour, aan dat zij zullen aftreden. Lang en Nouripour blijven aan tot het partijcongres in november. Daar wordt een nieuw bestuur gekozen.
Volgens het duo, in functie sinds februari 2022, is er een „nieuwe start” nodig en bevindt de partij zich in de „diepste crisis in tien jaar”. In Brandenburg en Thüringen haalden de Groenen de kiesdrempel niet, in Saksen behaalde de partij 5 procent en kwam zo op het nippertje in het parlement. Bij de Europese Verkiezingen in juni werd het aantal zetels van de Duitse Groenen in het Europees Parlement bijna gehalveerd.
Op dit moment staan de Groenen op zo’n 11 procent in landelijke peilingen. Ruim drie jaar geleden, in de zomer van 2021, leek de partij in sommige peilingen wel 25 procent van de stemmen te kunnen halen en was er zelfs sprake van dat lijsttrekker Annalena Baerbock, nu minister van Buitenlandse Zaken, kanselier zou kunnen worden. Die populariteit is volledig verdampt, en in plaats van meedingen naar het hoogste ambt vecht de partij nu in sommige deelstaten om haar voortbestaan.
Uit coalitie stappen
Ook bij de andere regeringspartijen in Berlijn zorgen de magere resultaten bij de recente deelstaatverkiezingen voor grote onrust. Binnen de liberale FDP gaan steeds meer stemmen op om uit de coalitie te stappen, in de hoop dat dat de kiezersgunst positief beïnvloedt. De FDP dreigt volgens peilingen bij volgende Bondsdagverkiezingen de kiesdrempel niet eens te halen.
In de SPD bestaat grote onvrede over kanselier Olaf Scholz, die nog maar weinig voor elkaar lijkt te krijgen in zijn regering van SPD, Groenen en FDP. Sommige SPD’ers zouden Scholz bij volgende verkiezingen het liefst als lijsttrekker vervangen. Als de coalitie niet voortijdig klapt, zijn de volgende nationale parlementsverkiezingen in september 2025.
Lees ook
Kanselier Olaf Scholz staat er slecht voor; verkiezingen in Brandenburg kunnen zijn politieke lot bepalen
Stellen die kinderen willen krijgen, hebben veel baat bij een gezonde leefstijl al vóórdat ze proberen zwanger te worden. Dat stelt kinderarts Vincent Jaddoe van het Rotterdamse Erasmus MC. Half september publiceerde hij hierover samen met collega’s een grote studie in het medische tijdschrift JAMA Network Open.
Vrouwen én mannen met een gezond gewicht hebben namelijk een grotere kans op een zwangerschap dan mensen met overgewicht of obesitas, concludeerde de studie. Met elk punt op de BMI-schaal boven de gezonde range (25) neemt die kans af – het sterkst bij vrouwen, maar dus ook bij mannen. En vrouwen met overgewicht of obesitas hebben bijna anderhalf keer meer kans op een miskraam.
De nieuwe studie komt voort uit het langjarige onderzoek Generation R van het Erasmus MC. Dat programma onderzoekt de groei, ontwikkeling en gezondheid van kinderen in Rotterdam. „Tussen 2002 en 2006 is de eerste lichting ouders ingestroomd”, vertelt Jaddoe. „Zij kregen bij elkaar bijna tienduizend kinderen, die nu volwassen zijn. Dat onderzoek liet zien dat factoren in de vroege zwangerschap heel bepalend zijn voor de latere ontwikkeling en gezondheid van kinderen. Sinds 2017 onderzoeken we, in het nieuwe programma Generation R Next, ook de invloed van de fase vóór de zwangerschap.”
Rol van vaders
Aan dit recentere onderzoek, wereldwijd het eerste in zijn soort, deden bijna vierduizend aanstaande ouderparen mee. Zij werden gevolgd vanaf het moment dat ze zwanger probeerden te worden. „Er is al wel vaker onderzoek gedaan naar de relatie tussen overgewicht en vruchtbaarheid”, vertelt Jaddoe. „Maar dit is de eerste studie die jarenlang een hele bevolkingsgroep volgde, dus niet alleen stellen die al zijn doorverwezen omdat ze moeilijk zwanger werden. We onderzochten daarbij de héle BMI-range. En dus ook de rol van de aanstaande vaders. Daarover is nog weinig bekend.”
Uit kleinschalige studies weten we dat bij veel mannen met obesitas het sperma afwijkend is
„We wisten uit eerder onderzoek al wel dat ouders die te zwaar zijn, vaak ook kinderen hebben met overgewicht”, vertelt Jaddoe. „De gezondheidsproblemen die samenhangen met overgewicht strekken zich dus vaak uit over meerdere generaties. Nu blijkt dat de impact op die volgende generatie al vóór de zwangerschap begint, in de vorm van de kans op een zwangerschap. Dat biedt mogelijkheden om daar iets aan te doen.”
De BMI (body mass index) kijkt naar het gewicht in relatie tot lengte. Bij volwassenen in de vruchtbare leeftijd ligt een gezonde BMI tussen de 18,5 en 25. Dat betekent dat iemand die 1 meter 70 lang is, tussen de 54 en 72 kilo weegt. Boven de 72 kilo heeft deze persoon overgewicht; boven de 87 kilo wordt gesproken van obesitas.
De doorsnee deelnemer aan het Rotterdamse onderzoek zat aan de bovengrens van de gezonde BMI: 23,5 voor de vrouwen en 24,9 voor de mannen. Van de vrouwen in de studie was een op de drie te zwaar; van de mannen bijna de helft. Landelijk is circa 40 procent van de volwassenen in de vruchtbare leeftijd te zwaar. „Het gaat om héél veel mensen, en het is een belangrijke uitdaging voor de samenleving.”
Lees ook
‘Obesitas is nooit de schuld van het kind of de ouders’
Want naast overgewicht zijn ook vruchtbaarheidsproblemen een omvangrijk probleem, legt hij uit. Wereldwijd kampt circa een op de zes koppels hiermee; in Nederland vinden jaarlijks bijna 14 duizend IVF-behandelingen plaats.
De Rotterdamse onderzoekers gebruikten twee maten voor de vruchtbaarheid: de kans dat je in de volgende maand zwanger wordt, en de kans dat je na twaalf maanden nog niet zwanger bent (dan spreken onderzoekers van vruchtbaarheidsproblemen). Bij vrouwen daalt die maandelijkse zwangerschapskans met zo’n 2 procentpunt voor elk punt op de BMI-schaal boven de 25; bij mannen met ongeveer 1 procentpunt. Uiteindelijk hebben vrouwen met overgewicht ongeveer 30 procent meer kans op vruchtbaarheidsproblemen en met obesitas ongeveer 60 procent. Voor mannen geldt dat laatste ook.
„Vooral die uitkomsten bij de mannen zijn opvallend”, merkt Jaddoe op. „Uit kleinschalige studies weten we al dat bij veel mannen met obesitas het sperma afwijkend is. Dat zit hem in het aantal zaadcellen, en mogelijk in het functioneren daarvan. Maar ook in de samenstelling van de vloeistof eromheen.” Nu blijkt dus dat bij mannen direct buiten de gezonde BMI-range de zwangerschapskans al afneemt – dus niet alleen bij obesitas.
Preconceptiespreekuur
„Veel vrouwen gaan pas naar de verloskundige als ze al zwanger zijn”, vervolgt Jaddoe. „Er bestaan ook zogeheten preconceptiespreekuren, waar stellen met een kinderwens terecht kunnen voor voorlichting, vaak zelfs vergoed door de verzekering.” Dergelijke spreekuren kunnen verwijzen naar bestaande hulpprogramma’s, zoals de landelijke Gecombineerde Leefstijlinterventie. „Die is succesvol, maar wordt nog te weinig gebruikt door vrouwen en mannen vóór ze proberen kinderen te krijgen.”
Daarnaast bereiken de preconcepiespreekuren nog niet altijd de juiste doelgroep, denkt Jaddoe. „Er gaan vooral vrouwen naartoe die toch al erg met gezondheid bezig zijn. Daarmee loop je het risico dat je de gezondheidskloof alleen maar vergroot.” Jaddoe ziet daarom brood in veel bredere aandacht voor dit onderwerp, bijvoorbeeld via scholen, verzekeraars of een landelijke campagne. „Dat kan enorm veel positieve effecten hebben op toekomstige ouders en hun kinderen.”
Lees ook
Generation R: de baby van toen beslist nu zélf of ze meedoet
Onzekerheid, onduidelijkheid en scepsis: over de haalbaarheid van diverse kabinetsplannen hebben veel ambtenaren hun twijfels. En drie op de tien ambtenaren verwachten met morele dilemma’s te maken te gaan krijgen tijdens hun werk onder het nieuwe kabinet. Dat zijn bevindingen in een nieuw rapport van onderzoeksbureau Ipsos I&O in opdracht van Binnenlands Bestuur, op basis van een enquête die door 1.600 ambtenaren is ingevuld. De meeste respondenten werken voor gemeenten of ministeries.
Ondanks de zorgen zijn er nog nauwelijks ambtenaren die overwegen een andere baan te zoeken: dat is slechts het geval bij ongeveer 3 procent van de medewerkers bij het Rijk, gemeenten en uitvoeringsorganisaties.
Ambtenaren moeten het algemeen belang en de burger dienen, stelt meer dan 90 procent in de enquête. Om die reden zetten ambtenaren de democratie en rechtsstaat voorop. Toch is een meerderheid van de respondenten (58 procent) het eens met de stelling dat de ambtenaar verantwoordelijkheid voelt „om de bestuurder te dienen, ongeacht diens politieke kleur”.
Activisme onder ambtenaren
Zorgen die naar voren komen in het onderzoek, gaan met name over de impact van het kabinet-Schoof op spanningen in de maatschappij, en het vertrouwen van burgers in de overheid. Ambtenaren verwachten dat kabinetsbeloftes niet waargemaakt kunnen worden. Vooralsnog zijn de meesten nog in afwachtende houding, tot duidelijk wordt wat het beleid precies voor hun werk gaat betekenen.
Ambtenaren werden ook gevraagd naar hun mening over een activistische houding van henzelf of collega’s. Dit jaar kwam die kwestie regelmatig in het nieuws, bijvoorbeeld nadat een groep kritische ambtenaren protesteerde tegen het Nederlandse kabinetsstandpunt over de Gaza-oorlog. Later hekelden ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken in een brief de Nederlandse reactie op de oorlog.
Zo’n 40 procent van de ondervraagden vindt het een goede zaak als ambtenaren zich openlijk uitspreken over maatschappelijke kwesties, en ruim een derde vindt dat ambtenaren dat juist meer zouden moeten doen. Eén op de zeven omschrijft zichzelf als activistisch.
Lees ook
Mag de ambtenaar demonstreren? ‘Ik ben niet louter een radertje in het apparaat’
Tegenspraak
De meeste respondenten zijn van mening dat tegenspraak bieden een onmisbaar onderdeel is van hun vak. Sommigen verwachten dat het moeilijker gaat worden onder het huidige kabinet om morele twijfels uit te spreken. Hoewel maar een klein deel daarvoor vreest (10 procent) noemt Ipsos deze ontwikkeling „zorgelijk”.
Een Rijksambtenaar wordt in het Ipsos-onderzoek geciteerd: „Als het bestuur standpunten inneemt waardoor ik werk moet leveren dat tegen mijn principes ingaat, én er is geen mogelijkheid om mijn werk te doen binnen mijn principes, dan moet ik vertrekken.” Maar van vertrekkende ambtenaren lijkt vooralsnog weinig sprake te zijn.