Philharmonie zuidnederland speelt met elegante, Weense precisie

Recensie

Muziek

Klassiek Deze week splitste philharmonie zuidnederland op in twee groepen met twee aparte programma’s, twee aparte dirigenten en twee aparte tourneetjes. Zaterdag kwamen ze samen op de ‘componistendag’ in Theater aan het Vrijthof in Maastricht.

Bariton Michael Wilmering en chef-dirigent Duncan Ward met philharmonie zuidnederland.
Bariton Michael Wilmering en chef-dirigent Duncan Ward met philharmonie zuidnederland.

Foto Jean-Pierre Geusens

Het moet een beetje als vroeger hebben gevoeld, toen philharmonie zuidnederland nog het Brabants Orkest en het Limburgs Symfonie Orkest waren, vóór ze door hevige cultuurbezuinigingen in 2013 moesten fuseren. Deze week splitste het orkest op in twee groepen met twee aparte programma’s, twee aparte dirigenten en twee aparte tourneetjes. Één ding hadden ze gemeen: Joseph Haydn. Vrijdagavond speelde het orkest Haydns Eerste celloconcert door en onder leiding van cellist Mario Brunello en zijn honderdeerste symfonie in Heerlen, terwijl het orkest op hetzelfde moment óók Haydns Die Jahreszeiten speelde in Eindhoven, onder leiding van chef Duncan Ward. Zaterdag kwamen die programma’s samen op de ‘componistendag’ in Theater aan het Vrijthof in Maastricht.

Als een Grieks standbeeld staat Brunello ’s middags met zijn neus naar het orkest, cello in zijn linkerhand, een fractie voor hij met zijn cellostok als dirigeerstaf hoog opgeheven inzet. De zevenendertig musici, bijna allemaal strijkers, zetten het celloconcert in met een zoete, toegeeflijke, sierlijke klank die de rest van de middag niet meer verdwijnt.

Dat de musici een geweldige inspiratiebron hebben gehad aan Brunello als dirigent staat buiten kijf. Zonder een kleurtje te verliezen duikelen ze zacht weg om Brunello ruimte te geven als hij gaat zitten en aan zijn partij begint. Maar al snel blijkt dat hij niet zelf had moeten soleren. Een valse noot schaadt niet, maar Brunello speelt een driedelige parade van missers die hij niet weet te verbergen met zijn extra aangezette rauwe (an sich lekkere) streken. Vooral het virtuoze derde deel gaat zijn vingers ver te boven. Zonde, Nederland barst van het cellotalent dat staat te springen én beter is. Maar hemel, wat begeleidt philzuid mooi. Ook in de hondereerste symfonie bewijst Brunello zijn kwaliteiten als dirigent. Philzuid speelt met elegante, Weense precisie. Leuk zijn de werpgebaartjes van Brunello, alsof hij bommetjes gooit in de strijkers, die subiet reageren door met één harde noot te ‘ontploffen’.


Lees ook het interview met Duncan Ward: ‘De bloeitijd ligt hier nog in de toekomst’

Superniveau

Weten de andere vijfenzestig musici dat ’s avonds met chef Duncan Ward ook waar te maken? Grotendeels wel, en wat overblijft is eenvoudig te vergoelijken met het feit dat Die Jahreszeiten veel groter en veelzijdiger is, met drie solisten en koor, in een ongunstige theaterakoestiek. Het kan soms een tikje zwieriger, de solistische aandelen van de houtblazers wat ingeleefder, maar al met al klinkt er een ontzettend betrouwbare uitvoering. Van solisten bariton Michael Wilmering (volle, wakkere klank, lekker serieus) en tenor Benjamin Hulett (verstillend, volledig open) is volop te genieten. Het Brabant Koor levert, ondanks de ongunstige plaatsing helemaal achter op het podium een superniveau voor een projectkoor.

Maar wat je vooral meeneemt: wat is Duncan Ward als verse chef een goeie zet geweest van philzuid. Hij is precies wat het orkest nodig heeft: een blij ei, dat hoppend vanuit de knieën en de lach dirigeert. Het koor dicteert hij precies, het orkest leidt hij in vloeiende bewegingen. Dynamiek geeft hij nauwelijks aan, daarin vertrouwt hij terecht zijn musici. Hij weet dat philzuid iets anders nodig heeft: lijnen, bogen, fraseringen. Het orkest slurpt ze op. Zelfs in de grootste uitbarstingen steekt hij geen hand de lucht in (niet: ‘hard!’), maar geeft hij de boog van de spanning aan (‘daarheen!’). Daarmee verschilt zijn aanpak volledig met die van zijn één jaar jongere collega Lorenzo Viotti, de populaire chef van het Nederlands Philharmonisch Orkest. ’t Is jammer dat het Ward-effect in zuidelijk Nederland vooralsnog wat anders uitpakt dan het Viotti-effect in Amsterdam. Viotti weet met zijn enthousiasme, focus op toegankelijkheid en gespierde, halfnaakte modellenfoto’s voor honderdvijfduizend volgers op Instagram veel jongeren naar de concertzaal te trekken. Ward is veel onzichtbaarder, maakt voor zijn vijfduizend Instagramvolgers erg mooie foto’s van bloemen en konijnen en lacht als de ideale schoonzoon een hoop zestigplussers (en de recensent) nieuw leven in. Ook dat is belangrijk, maar de gemiddelde leeftijd was in Maastricht schrikbarend en zelfs voor klassieke muziek uitzonderlijk hoog. Hopelijk charmeert Ward snel ook wat jongeren.


Klassiek Bekijk een overzicht van onze recensies over klassiek