Dementie is in trek bij filmmakers. Door vergrijzing worden we er vaker mee geconfronteerd en het vervagen van realiteit, verleden en identiteit is bovendien een hip plotmechanisme. Zie hoe tragisch Anthony Hopkins worstelt om zelfbehoud in The Father of hoe Julianne Moore zich als dementerend linguïst vastklampt aan haar woorden in Still Alice. Hoe elliptisch je het leven van Iris Murdoch en Margaret Thatcher kan navertellen door Judi Dench en Meryl Streep te laten ronddwalen door hun afbrokkelend geheugenpaleis. Hoe bevredigend het is als Liam Neeson (Memory) en Michael Keaton (Knox Goes Away) als huurmoordenaars de wereld een laatste loer draaien, ondanks hun alzheimer en Creutzfeldt-Jakob.
Michel Franco’s film, eveneens Memory geheten, brengt iets nieuws: een dementerende man als liefdesobject. Het is een opvallend passieve rol die Peter Sarsgaard in Venetië de prijs voor beste acteur bezorgde. Sarsgaard (53), getrouwd met actrice Maggie Gyllenhaal, geldt als specialist in dragende bijrollen: sympathieke assistent, sidekick, beste vriend. Als vroeg dementerende Saul staat hij in Memory Jessica Chastain bij als alleenstaand moeder Sylvia. Zij is maatschappelijk werkster en koestert een kolossaal trauma dat ze vroeger placht weg te drinken. Na hun ‘meet cute’ – Saul stalkt Sylvia met doodse ogen na een schoolreünie – wordt Sylvia zijn verzorger en groeien ze naar elkaar toe. Saul is niet de enige met geheugenproblemen, zo blijkt: Sylvia koestert valse herinneringen, haar familie verdringt onwelkome herinneringen. Die verklaren tevens waarom Saul de ideale, niet-bedreigende partner is voor haar. Maar staat de wereld zo’n liefde toe?
Uitzondering op de regel
Het is moreel een grijze zone, erkent Peter Sarsgaard als ik met hem zoom in zijn woonhuis te Brooklyn. „Al zat (regisseur) Michel Franco daar meer mee dan ik. Een seksuele relatie tussen een verzorger en een cliënt is … eh … dubieus. Maar het gaat hier om twee volwassen mensen die een connectie vinden. Prima dus. Elke regel kent uitzonderingen.”
Sarsgaard accepteerde de rol zonder veel nadenken, niet eens omdat hij zo grensverleggend is. Sarsgaard: „Mijn agent belde me laatst: wat voor soort personage wil ik hierna spelen? Dat ergerde me enorm, zo werkt het niet bij mij. Het personage boeit me veel minder dan de samenwerking. Als Michel Franco of Asghar Farhadi of Claire Denis belt, zeg ik sowieso ja, los van script of rol.” Korte pauze. „Tenzij ze me vragen om een pedofiel te spelen. Ik werk als acteur met de realiteit, met mezelf. Zo naar een kind moeten kijken, dat trek ik niet.”
Hoe je iemand met dementie speelt? Verkeerde vraag, vindt Sarsgaard. De trucs zijn hooguit 10 procent van een rol. „Toen ik Saul speelde, wachtte ik op een operatie en was ik twaalf kilo zwaarder dan nu. Zie ik Memory terug, dan zie ik mezelf in die periode. Uiteraard lijdt Saul aan dementie, maar so what? Hij weet niet wat de toekomst brengt en zijn verleden ontglipt hem. Door zijn dementie leeft hij in zekere zin meer in het hier en nu dan wij. En daar is hij bijzonder geïnteresseerd in een zekere mevrouw. Hij is niet zo met zichzelf bezig, maar met wat zij denkt en voelt.”
Maar Saul dementeert wel degelijk. Hoe speel je dat? Alle respect voor Anthony Hopkins of Julianne Moore, maar aan hun grote vertolkingen dacht hij geen seconde, zegt Sarsgaard. Ook omdat Sauls dementie in een beginstadium is en de film niet louter om hem draait. „Mijn model is mijn oom, die leed aan CTE [chronische traumatische encefalopathie] omdat hij als football-speler en bokser zo veel klappen op zijn hoofd kreeg. Op mijn leeftijd was hij helemaal weg. Ik stel me Saul niet voor als iemand met vroege alzheimer, hij liep hersenletsel op in een zwaar auto-ongeluk waarbij hij zijn vrouw verloor. Qua research heb ik met mensen gebeld met beginnende dementie, maar ik vond het genant te zeggen: Hé, ik ben niet in jou geïnteresseerd, maar in je ziekte.”
Vrede met dementie
Is dementie spelen voor een acteur zoiets als dronkenschap spelen, vraag ik Sarsgaard. Ofwel: je niet concentreren op het waggelen en de dikke tong, maar juist op pogingen die dronkenschap te maskeren? „Ik zei al eerder: trucjes zijn 10 procent van het acteren. Dronkenschap en dementie zijn toestanden, niet wie je bent. Ik zie zo veel acteurs die zich een accent, pruik of dementie aanmeten, en dat is het dan. Maar iets echt onthullends komt niet voort uit trucjes, maar door je te ontspannen, jezelf te zijn.”
Saul zie je nooit worstelen met zijn dementie, hij lijkt er vrede mee te hebben. Sarsgaard: „Volgens mij omdat hij altijd al zo in elkaar zat. Saul omzeilt zijn eigen problemen door zich druk te maken om andermans problemen. Sylvia is voor hem een perfecte partner, juist vanwege de emotionele bagage die ze meezeult. Saul voelt zich gelukkig als hij haar kan steunen.”
Wel erkent Sarsgaard desgevraagd dat Sauls passiviteit ook onzekerheid bevat: doe je niets, dan doe je niets fout. Sarsgaard: „Dat is zo. Let maar op: je ziet bij Saul soms een korte flits frustratie doorschemeren als hij weer iets niet weet. Dat zal vermoedelijk erger worden met het vorderen van zijn dementie. Ik ben blij dat de film eindigt waar hij eindigt.”