Peter d’Hamecourt was voor veel Nederlanders het gezicht van Rusland

Als langzittende correspondent in Moskou deed Peter d’Hamecourt sinds 1989 verslag van de grote omwentelingen in de recente Russische geschiedenis – van de ineenstorting van de Sovjet-Unie, via het chaotische casinokapitalisme in de jaren negentig, tot de opkomst van president Poetin deze eeuw. Optimistischer werd hij er niet van, maar hij bleef veel van zijn tweede vaderland houden. Maandag overleed d’Hamecourt op 77-jarige leeftijd aan een hartstilstand in zijn huis in het Zuid-Franse Lot-et-Garonne.

Door zijn werk voor televisie was d’Hamecourt voor veel Nederlanders het gezicht van Rusland. Hij maakte voor NOS Nieuws meer dan drieduizend tv-reportages. „Hij was de eerste die professioneel televisie maakte in dit deel van de wereld”, schrijft hoofdredacteur Giselle van Cann op de NOS-site: „Hij zorgde ervoor dat de NOS in zijn berichtgeving altijd vooropliep. Hij was dan ook een voorbeeld voor veel van zijn jongere collega’s”

Anarchistische bende

D’Hamecourt, geboren in Vlaardingen als zoon van een etaleur, begon in 1966 als verslaggever bij de Nieuwe Vlaardingsche Courant, werd hierna popjournalist bij de Haagsche Courant en daarna bij het Algemeen Dagblad, waarvoor hij meer dan dertig jaar zou werken. Hij verruilde bij het AD de popmuziek voor het buitenland, was in de jaren tachtig correspondent in het Midden-Oosten, waar hij onder meer de Israëlische inval in Libanon versloeg, en in Latijns-Amerika, waar hij de Falklandoorlog meemaakte.

In 1989 werd hij correspondent in Moskou. Hier bleef hij tot aan zijn pensioen in 2008 werken. „Wat ik aantrof was een anarchistische bende”, zei hij in een interview met De Groene Amsterdammer. „Hier ga ik me thuis voelen, dacht ik meteen.” D’Hamecourt kreeg allengs meer afnemers, onder meer het NOS Nieuws en de Vlaamse VRT. In Moskou had hij zijn zelfstandige Holland Bureau met meerdere werknemers. Nieuwsmedia in Nederland werken tegenwoordig met het roulerende correspondentschap: steeds wisselen, anders raak je geïnvolveerd. D’Hamecourt geloofde daar niet in: wie langer ergens woonde, leerde het land beter kennen. Belangrijk was volgens hem dat een correspondent doorlopend op reportage was: „Laat mij maar buiten spelen in de chaos”, zei hij in De Groene Amsterdammer.

D’Hamecourt had met zijn Russische vrouw Zoja Rjoetina een buitenhuis in het dorpje Ignatjevskoje, zo’n 130 kilometer onder Moskou, waar ze na zijn pensioen bleven wonen. Volgens hem kon je daar het échte Rusland vinden: ruraal, primitief, nauwelijks veranderd sinds de tsaristische tijd. Voor Russen had hij niets dan lof: warme, behulpzame mensen die, bij gebrek aan een werkende overheid, gericht waren op behulpzaamheid en het vinden van geitenpaadjes om te overleven.

Corruptie en onderdrukking

Over het Russische regime was hij zeer pessimistisch. Derk Sauer, uitgever van The Moscow Times, zei ooit spottend dat d’Hamecourt iedere maand weer de ineenstorting van Rusland voorspelde. D’Hamecourt repliceerde dat Sauer te zeer in zijn Moskouse elite-bubbel zat om de rot te aanschouwen. Hij zag in zijn twintig dienstjaren de corruptie en onderdrukking flink toenemen: „De enige ideologie op dit moment in dit land: die van de cynische, machtsbeluste onverschilligheid”, zei hij in 2011 tegen Vrij Nederland. Hij waarschuwde voor de aanname dat Poetin een koele, berekenende dictator zou zijn. Poetin werd beter getypeerd door zijn „typisch Russische” roekeloosheid, aldus d’Hamecourt in 2014 in het AD.

Na zijn pensioen bleef hij werken als reisleider, spreker en schrijver. Hij schreef diverse boeken over Rusland, als Moskou is een gekkenhuis (2006), Russen zien ze vliegen (2007) en Vladimir Poetin – het koningsdrama (2012). Ook schreef hij boeken over Dostojevski en Napoleon. In 2018 werd hij getroffen door een herseninfarct die hem in een rolstoel deed belanden, waar hij zich met veel strijd weer uit kon ontworstelen. Ook hierover schreef hij een boek, Een leven op zijn kop.



Leeslijst