De persconferentie waarin hij zijn besluit toelichtte, was live te zien bij vrijwel alle Vlaamse media. Patrick Lefevere, de succesvolle en flamboyante baas van wielerploeg Soudal Quick-Step, heeft in België een status die in Nederland ondenkbaar zou zijn. Deze woensdag maakte hij bekend hij na 45 jaar in het wielrennen met pensioen gaat.
De West-Vlaming Lefevere (69) begon zijn carrière als ploegbaas aan het eind van de jaren zeventig, nadat hij op zijn 24e gestopt was met wielrennen. Een groot coureur was hij zelf nooit geweest: de Vlaamse semi-klassieker Brussel-Kuurne-Brussel en een etappe in de Vuelta a Espana waren de belangrijkste zeges op zijn erelijst.
Voor het ploegleiderschap had hij des te meer talent, zo bleek – zeker nadat hij begin jaren negentig in dienst was getreden van de Italiaanse formatie Mapei, waar ook veel Belgische renners zaten. Beroemd is de editie van voorjaarsklassieker Parijs-Roubaix in 1996, waarin drie Mapei-renners samen op kop naar de finish reden. Het was Lefevere die vanuit de ploegleiderswagen bepaalde wie op de eerste, tweede en derde plek eindigde (de Belg Johan Museeuw mocht winnen).
Onverslaanbaar
Begin deze eeuw begon Lefevere zijn eigen team, gesteund door het Vlaamse parket- en laminaatconcern Quick-Step – een van de langstzittende sponsoren in het wielrennen. Met kampioenen als Tom Boonen, Paolo Bettini en Julian Alaphilippe was de ploeg in de jaren nul en tien praktisch onverslaanbaar in de voorjaarsklassiekers: drie keer Milaan-Sanremo, zes keer Parijs-Roubaix, acht keer de Ronde van Vlaanderen.
Als teambaas was Lefevere uiterst bekwaam in het creëren van een ‘wij tegen de rest’-gevoel; niet voor niets cultiveert zijn ploeg de laatste jaren de bijnaam ‘the wolfpack’ (de wolvenroedel). „Iedereen van de pers weet: als je aan mijn volk komt, begin ik een beetje pittbullgedrag te krijgen”, zei hij woensdag in zijn persconferentie.
Lefevere was voor zijn renners „echt een vaderfiguur”, zegt de Nederlandse sprinter Fabio Jakobsen, die zes jaar in dienst reed van de ploeg. „Hij was eerlijk als hij vond dat je het niet goed deed, maar legde niet op iedere slak zout.” Toen Jakobsen in 2020 op rampzalige wijze ten val kwam in de Ronde van Polen, een smak die hem bijna zijn leven kostte, regelde Lefevere meteen een privé-vliegtuig om zijn familie te laten overkomen. „De volgende ochtend konden ze naar Polen vliegen.”
In de steek laten
Toch kon Lefevere ook publiekelijk uitvaren tegen zijn renners, als hij het gevoel had dat ze het team in de steek lieten. Toen de Ierse sprinter Sam Bennett in 2021 na een dienstverband van anderhalf jaar aankondigde weer terug te keren naar zijn oude ploeg, noemde Lefevere hem in zijn column in Het Nieuwsblad „het toppunt van mentale zwakte”. „Het is als een vrouw die na huiselijk geweld toch weer terugkeert bij haar partner.”
Ook tweevoudig wereldkampioen Julian Alaphilippe, die tot en met dit seizoen bij Quick-Step reed, kreeg van Lefevere publiekelijk op zijn lazer. In een interview met het blad Humo betichtte hij Alaphilippe van een onprofessionele levensstijl: „Te veel feesten, te veel alcohol”. Bovendien zou de coureur „serieus onder de plak” zitten bij zijn echtgenote Marion Rousse, oud-profrenster en tegenwoordig koersdirecteur van de Tour de France Femmes.
Met vrouwenwielrennen had Lefevere sowieso niet veel op. In tegenstelling tot veel andere teams op het hoogste wielerniveau weigerde hij jarenlang een damesploeg op te zetten en liet hij zich meermaals laatdunkend uit over de prestaties van vrouwelijke renners. Vorig jaar kwam hij daarop terug: het vrouwenwielrennen was zich volgens hem „in hoog tempo aan het ontwikkelen.”
Lees ook
De ‘godfather’ van het wielrennen, Patrick Lefevere, rijdt met zijn ploeg ineens achter Jumbo-Visma aan
Zijn lange staat van dienst en uitgesproken meningen maakten van Lefevere een Bekende Vlaming, wiens faam zich uitstrekte tot buiten de wielerwereld. Bijnamen als ‘de patron van het peloton’ en ‘de godfather van de koers’ liet hij zich met graagte aanleunen. In 2023 wijdde de publieke omroep VRT een zesdelige documentaireserie aan hem. Twee keer werd hij openlijk beschuldigd van het faciliteren van dopinggebruik, beide keren stapte hij naar de rechter en werd in het gelijk gesteld.
In de afgelopen vijf jaar transformeerde Quick-Step van een klassiekerploeg in een team voor de grote rondes. Dat was vooral te danken aan het supertalent Remco Evenepoel, dat hij wist binnen te halen. In 2022 won Evenepoel de Vuelta a Espana – de eerste Belgische zege in een grote ronde in 44 jaar. Het was ook de eerste keer dat Lefevere een grote ronde won.
Hard werken, veel reizen
De laatste jaren speculeerde Lefevere steeds openlijker over zijn nakende pensionering. Het harde werken, het vele reizen en de permanente zoektocht naar sponsoren begonnen hun tol te eisen, al bracht de verkoop van zijn ploeg in 2010 aan de Tsjechische miljardair Zdenek Bakala de nodige financiële stabiliteit. Vorig jaar was er enige tijd sprake van een fusie van Quick-Step met de Nederlandse formatie Jumbo-Visma.
„De ploeg is heel groot geworden, misschien wel een beetje te groot voor mij alleen”, zo motiveerde Lefevere zijn besluit woensdag tegenover Belgische journalisten. „Ik word bijna 70 en ik denk dat ik genoeg gedaan heb.” Hij refereerde ook aan zijn algemeen bekende liefde voor alcoholische versnaperingen: „Ik heb nu eenmaal m’n levensstijl.”
Fabio Jakobsen „moet nog zien” of Lefevere het wielrennen ook écht vaarwel zegt. „Ik denk dat hij nog bij de ploeg betrokken blijft, op de achtergrond. Misschien wel tot aan zijn dood.”