Paranoia en gefluister op de drempel van de Roemeense revolutie, in sterk komisch drama ‘The New Year That Never Came’

In december 1989 begon in de stad Timisoara de Roemeense revolutie, die leidde tot de val van dictator Ceausescu. In The New Year That Never Came horen we op gezette tijden mensen op gedempte toon spreken over het hardhandig neerslaan van het straatprotest in Timisoara.

De sterke debuutfilm van Bogdan Muresanu speelt zich af in de aanloop naar een revolutie waarvan de hoofdpersonen nog geen weet hebben. Muresanu voert zes personages op, wier wederwaardigheden door elkaar worden gemonteerd. Zo zijn er twee jongemannen die Roemenië willen ontvluchten door over de Donau te zwemmen. De vader van een van de jongens is een tv-regisseur die van hogerhand de opdracht krijgt een al opgenomen propagandistische nieuwjaarsboodschap opnieuw te doen. De actrice die de ode aan de dictator uitsprak blijkt namelijk kritische uitspraken over Ceausescu te hebben gedaan. En dan is er nog een arbeider wiens zoontje in zijn al geposte kerstverlanglijstje heeft gevraagd of ‘ome Nic’ mag sterven, een kerstwens die hij zijn vader heeft horen uitspreken. Waarbij ‘ome Nic’ uiteraard verwijst naar Nicolae Ceausescu, die een schrikbewind voerde tussen 1967 en 1989.

Via deze verhaallijnen maakt Muresanu voelbaar hoe het is om onder een dictatuur te leven. Zelfs de man die bij de gevreesde geheime dienst Securitate werkt wordt op een gegeven moment paranoïde als blijkt dat zijn telefoonkabel is vervangen. Muresanu filmde in een ouderwets vierkant beeldformaat dat de benauwenis illustreert, maar ook verwijst naar het toen gangbare televisieformaat – een televisiestudio speelt een prominente rol in zijn verhaal.

Kostumering, decors en zompige kleuren evoceren heel precies de periode waarin The New Year That Never Came zich afspeelt. Muresanu, die vijftien was toen de revolutie losbarstte, gebruikt af en toe wat verlichtende humor, zoals de kerstboom die omvalt in de tv-studio waar een deel van het decor al verdween door diefstal. Ondanks de absurde humor, volgens de regisseur typisch Oostblok, is het hem menens: „Mensen hebben de neiging om te vergeten. Ze herinneren zich alleen dat ze toen jong waren en dat het waarschijnlijk ‘zo erg niet was’. Deze film moet ze eraan herinneren hoe slecht het echt was”, zei hij in een interview. Om eraan toe te voegen: „Men zou zich meer bewust moeten zijn van de gevaren van een totalitaire staat. Er is geen onderscheid tussen openbaar en privé. De staat controleert alles, inclusief het vrouwelijk lichaam.”

Sommige scènes duren net iets te lang, net als de hele film, maar het laatste half uur is meesterlijk gecomponeerd. Daar werkt Ravels Boléro op de geluidsband langzaam maar gestaag naar een climax toe: Ceausescu’s toespraak in Boekarest op 21 december 1989 die tot zijn schrik en verbijstering doorbroken wordt door boegeroep. Het begin van het einde.