Overvolle klinieken, gebrek aan artsen: de spoedzorg voor dieren verkeert in crisis. Hondje Daisy overleefde dat niet

Daisy overleefde het uiteindelijk niet. Het kleine, levendige hondje scharrelde eind juni met zijn baasje in een park vlakbij Maarssen, toen het werd gegrepen door een agressieve loslopende hond. Heftig bloedend, met een open wond van oor tot in de hals, werd Daisy opgepikt door medewerkers van de dierenambulance.

Maar de spoedzorg in een van de dierenklinieken rond Utrecht heeft Daisy nooit gehaald. De medewerkers van de dierenambulance belden alle dierenklinieken in de omtrek, maar er was geen ruimte. Niet in de faculteitskliniek van de Universiteit Utrecht, niet bij de spoedhulp van de dierenkliniek in Nieuwegein. Toen Daisy uiteindelijk aankwam bij de spoedzorg in Amsterdam, was het te laat. Het hondje was op sterven na dood, reanimatie had geen zin meer.

Maar zelfs áls Daisy die laatste kliniek op tijd gehaald zou hebben, was opereren een onmogelijke toer geweest. Want daar ontbrak het dat weekend aan de chirurgische achterwacht die nodig is voor zo’n operatie. Daisy zou het dus toch niet gered hebben, vermeldt het behandelverslag van de laatste kliniek.

Wat dit hondje overkwam, is geen uitzondering. De spoedzorg voor huisdieren verkeert in crisis, blijkt uit onderzoek van NRC aan de hand van gesprekken met tientallen betrokkenen en inzage in documenten. Buiten kantooruren zitten klinieken overvol, of ze staan leeg bij gebrek aan dierenartsen en paraveterinair personeel. Partijen uit de sector zoeken sinds vorig najaar in een gezamenlijke werkgroep naar oplossingen, maar voorlopig zijn die er niet.

Geen chirurg beschikbaar vanmiddag, dat geldt ook voor de komende twee nachten en wellicht langer

Facebookgroep dierenartsen

In tien jaar tijd deden veel dierenartsen hun praktijk van de hand, of in ieder geval de spoedzorg, aan een beperkt aantal gespecialiseerde klinieken, voornamelijk in handen van commerciële ketens. Maar in grote delen van het land, met name in de Randstad en in het noorden, zijn deze spoedklinieken door personeelstekort regelmatig niet beschikbaar voor noodgevallen. Wie belt, krijgt dan een bandje te horen, geen dierenarts. Baasjes van een ziek dier zeulen het land door – en soms is er helemaal nergens plek.

„Opname en poli zijn vol, we hebben maar één dierenarts in de nacht voor allebei de afdelingen”, is te horen in Noord-Holland. In Groningen moest de begin dit jaar geopende spoedkliniek van IVC Evidensia, landelijk marktleider in de spoedzorg, afgelopen maand ’s nachts en in het weekend vaker ‘nee’ verkopen. „Geen chirurg beschikbaar vanmiddag, dat geldt ook voor de komende twee nachten en wellicht langer”, zo houden dierenartsen elkaar in onderlinge Facebook-groepen op de hoogte.

Formeel moet er altijd spoedzorg voor dieren beschikbaar zijn, dat is een wettelijke verplichting. Maar die is in de praktijk al lang niet meer gegarandeerd. Volgens dierenartsen in het hele land zijn gesloten deuren en spoedklinieken die telefonisch laten weten overvol te zijn, inmiddels wekelijkse praktijk.

Hoe vaak het precies voorkomt en hoeveel dieren overlijden omdat die spoedzorg er niet is? Niemand die het weet, want dat wordt niet geregistreerd.

Tien jaar geleden betraden grote ketens als Evidensia de Nederlandse markt met gouden beloftes over goed functionerende, moderne spoedzorg.

Foto Bram PetraeuS

Geen capaciteit

„Het is goed mogelijk dat wij toen geen capaciteit hadden”, zegt het hoofd van de spoedkliniek van de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht, Joris Robben, als hem het lot van Daisy wordt voorgelegd. „Voor de dierenpraktijken in onze regio gaat het bijna altijd goed. Maar de spoedzorg uit andere regio’s is een ander verhaal.”

Met name vanuit Zuid- en Noord-Holland worden volgens Robben vaak dieren overgebracht omdat in de eigen regio geen plek is. Ook hij weet niet hoe vaak de spoedzorg tekortschiet: „Iedereen roept maar wat, niemand weet hoe groot de capaciteitsproblematiek is, omdat niemand dat registreert. Wij ook niet.”

Dierenartsen zijn „verantwoordelijk voor ononderbroken diergeneeskundige dienstverlening”, schrijft de beroepscode voor van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), de beroepsorganisatie voor dierenartsen. Die roepen zelf ook op vooral naar de kliniek te komen. „Ga niet zelf dokteren”, staat op de site van het Medisch Centrum voor Dieren in Amsterdam. „Neem altijd direct contact op met uw dierenarts als uw hond of kat ernstig ziek is. […] Een dierenarts kan kijken, voelen, ruiken en meedenken. Dat kan internet niet.”

Maar dan moet die dierenarts er wel zijn. De KNMvD bevestigt in antwoord op vragen van NRC dat de spoedzorg niet op orde is: „We zijn op de hoogte van knelpunten in sommige regio’s. Daar is dan onvoldoende personeel en stijgt de werkdruk voor de dierenartsen.”

Logboeken die medewerkers van een aantal spoedklinieken in de Randstad ’s nachts en in het weekend bijhouden, illustreren wat dat in de praktijk betekent. „Hoi allemaal, alles zit vol, zowel opname als poli. Bandje staat erop”, zo houden ze elkaar op de hoogte. En: „Graag geen patiënten doorsturen. Wij kunnen niks kwijt ivm kritieke patiënten.”

Medewerkers van klinieken die op papier met elkaar concurreren, zoeken ’s avonds laat naar ruimte voor het volgende spoedgeval. „Het is voor ons niet te doen, nu al mensen uit Amsterdam aan de lijn gehad omdat ze jullie en Nieuwegein niet konden bereiken. Wij komen zo ook niet aan onze patiënten toe”.

Een dierenarts kan kijken, voelen, ruiken en meedenken. Dat kan internet niet

Website Medisch Centrum voor Dieren

„Ja, we begrijpen het, we halen het bandje er gauw vanaf. Alleen, alles loopt nu over.”

De journaals, die NRC heeft ingezien, schetsen het beeld van een willekeurig juni-weekend in de spoedzorg. Er is voortdurend crisisberaad. Volgens medewerkers zijn chronische onderbezetting, uitval wegens ziekte én slecht management dat niet weet wat er buiten kantooruren écht gebeurt de belangrijkste oorzaken van de crisis.

„We hebben een lange lijst van zieke medewerkers”, zegt een dierenarts die anoniem wil blijven. „Bovenop het bestaande personeelstekort. Naar onze noodsignalen luistert het management niet. Waardoor onze nachtartsen nu vaak onafgebroken vijf, zes diensten per week draaien. We zien om ons heen gebeuren dat nachtartsen over hun grenzen heen gaan. En vervolgens uitvallen. Waarna de achterblijvers ook die gaten moeten opvangen.”

Overal onderbezetting

Praktisch alle praktijken die spoedzorg aanbieden kampen met onderbezetting en overvolle wachtkamers, blijkt uit een rondgang van NRC. „We kijken inderdaad tegen drama’s aan”, zegt Floor Wempe, dierenarts en eigenaar van de zelfstandige Dierenkliniek Enkhuizen. „En alle plannen om daar verbetering in aan te brengen, blijven steken in goede bedoelingen. De grote klinieken in Amsterdam, Den Haag of Utrecht bleven veel te lang ‘ja hoor, laat maar komen’ roepen, terwijl ze helemaal vol zaten. Ze hadden veel eerder aan de noodrem moeten trekken. Back-up moeten eisen, of de kliniek moeten sluiten als er geen artsen of assistenten in huis zijn.”

Wempe heeft nog meegemaakt hoe kleine praktijken onderling hun spoedzorg regelden. „Daar deed iedereen aan mee, ook de artsen van de grote ketens. Je was per toerbeurt beschikbaar en kreeg betaald als je ’s nachts aan de bak moest. Maar in de coronaperiode bleek dat niet meer te werken. Het werd toen zo druk dat wij het niet meer konden bolwerken. En dus is nu iedereen vooral aangewezen op spoedzorg van de grote ketens – als daar al plek is, want die zitten vaak overvol.”

Terwijl juist die grote ketens tien jaar geleden met gouden beloftes over goed functionerende, moderne spoedzorg de Nederlandse markt betraden. Dierenartsen verkochten hun – vaak kleine – praktijken massaal aan durfinvesteerders als het Zweedse Anicura en het Brits-Zweedse IVC Evidensia. Die laatste nam vanaf 2016 ruim driehonderd dierenartspraktijken over, grootste concurrent AniCura kocht er ruim honderd op. Vaak was dat met de belofte dat praktijken hun spoedzorg ’s nachts en in het weekend aan de spoedkliniek van de keten konden overlaten. Ook klinieken die niet werden overgenomen, droegen vaak hun spoedzorg aan de grote ketens over.

We hebben een lange lijst van zieke medewerkers

Anonieme dierenarts

Maar ook de durfinvesteerders lijken zich verslikt te hebben in de markt, al was het maar door het grote tekort aan artsen en ander medisch personeel. Met als gevolg dat ook de grote ketens hun belofte van hoogwaardige spoedzorg niet waarmaken. Evidensia heeft inmiddels 24 van de ruim driehonderd overgenomen klinieken in Nederland moeten sluiten.

Toch waren de verwachtingen afgelopen april hooggespannen toen aan de rand van de stad Groningen Dierenziekenhuis Het Noorden openging. Evidensia beloofde er 24 uur per dag spoed- en specialistische zorg voor huisdieren te bieden. In mails aan dierenartspraktijken werden „ervaren dierenartsen en specialisten” in het vooruitzicht gesteld: „We willen samen met dierenartsen zorg dragen voor de spoedzorg in het Noorden”, schreef de ziekenhuismanager in zo’n mail aan alle dierenartsen in de omtrek. „We maken graag een afspraak met U om deze samenwerking verder te bespreken.”

Ook in Groningen blijkt de praktijk weerbarstiger. „Fijn dat we kunnen doorverwijzen en er 24/7-opname beloofd is. Maar in de praktijk hapert het”, schrijven dierenartsen in een besloten Facebookgroep. „Evidensia Het Noorden heeft dit weekend geen chirurg in de nacht voor eerstelijnshandelingen zoals een keizersnede. Klanten wordt verteld om contact op te nemen met een andere praktijk”, zo is te lezen. „Ik heb gesproken met een juniorvet [een net afgestudeerde dierenarts] die aangeeft bevoegd te zijn, maar deze handeling (keizersnede) nog nooit alleen te hebben gedaan”.

Foto Getty Images

„Bijzonder dat hetzelfde DZH [dierenziekenhuis] eind vorig jaar bestaande dienstkringen opblies omdat Evidensia praktijken verplicht om mee te doen en ze nu zelf niet eens een chirurg stand-by hebben.”

Dierenarts Riemke de Reus-Jansen, met een praktijk in het Friese Stiens: „Ik heb niets tegen grote ketens als Evidensia. Maar zonder achterwacht kunnen ze die spoedzorg niet waarmaken, terwijl voorgespiegeld was dat spoedgevallen daar terecht konden.”

Dierenarts Thamar de Lange, van dierenpraktijk A7 Noord Dierenartsen in Drachten, kent ook de verhalen over spoedgevallen die in Groningen ‘over de rand vallen’. „Wij hebben voor onze klanten die spoedzorg goed geregeld. Maar het is niet de bedoeling dat wij hier hun werk moeten doen. Evidensia heeft er hier een potje van gemaakt.”

IVC Evidensia wil niet zeggen hoe groot het personeelsgebrek in het dierenziekenhuis bij Groningen is. Volgens een woordvoerder zijn de zomermaanden altijd „een erg uitdagende periode voor de spoedzorg,” onder meer omdat veel personeel dan met vakantie is.

Werkgroep ingesteld

De KNMvD heeft vorig najaar een werkgroep ingesteld om de problemen in kaart te brengen. Ook de grote ketens en de faculteitskliniek van de Universiteit Utrecht zijn hierbij betrokken. Nu wordt „een aantal oplossingsrichtingen uitgewerkt”, schrijft een woordvoerder van de KNMvD aan NRC. Zo moet er betere voorlichting voor baasjes komen wanneer spoedzorg echt nodig is en moet de ondersteuning van jonge dierenartsen tijdens de spoeddienst beter.

Concrete remedies om de spoedzorg weer op orde te krijgen, hebben de betrokken partijen nog niet. Volgens marktleider Evidensia wordt het tijd dat de overheid ingrijpt: „IVC Evidensia heeft zich actief ingezet om oplossingen te vinden voor deze structurele uitdaging in de industrie, onder meer via de werkgroep van de KNMvD,” schrijft de woordvoerder in reactie op vragen van NRC. „Maar we zijn van mening dat de overheid in deze fase duidelijkere richtlijnen en ondersteuning moet bieden om dit probleem, dat de hele branche raakt, structureel aan te pakken.”

Intimidatie, pesterijen, discriminatie en seksueel ongewenst gedrag komen in de dierenartspraktijk veel vaker voor dan elders op de werkvloer, volgens de monitor mentale gezondheid dierenartsen

Ook omdat de uitstroom van dierenartsen onverminderd doorgaat. „Het klopt dat er een tekort is aan dierenartsen en paraveterinairen”, schrijft de KNMvD. „Helaas signaleren wij die uitstroom ook. Daardoor kunnen dieren in de problemen raken door de langere reisafstanden.”

Die uitstroom is niet alleen de commerciële ketens aan te rekenen. Van de afgestudeerde dierenartsen verlaat 20 procent binnen vijf jaar het vak, bleek vorig jaar uit de ‘Monitor mentale gezondheid dierenartsen’, opgesteld in opdracht van de KNMvD. De monitor noemt een reeks van oorzaken, zoals hoge werkdruk en agressieve klanten. Veel dierenartsen die spoeddiensten draaien, hebben daar ervaring mee. Met name in de spoedzorg zijn behandeltarieven de afgelopen jaren fors gestegen. De meeste dierenartsen hebben inmiddels ervaring met boze eigenaren die niet willen betalen of dreigen de praktijk te verbouwen wanneer een operatie slecht uitpakt.

Ook op de werkvloer zijn de verhoudingen behoorlijk verziekt. Intimidatie, pesterijen, discriminatie en seksueel ongewenst gedrag tussen collega’s komen volgens de monitor in de dierenartspraktijk veel vaker voor dan elders op de werkvloer. „Jonge dierenartsen in loondienst, veelal jonge vrouwen, bevinden zich op bijna al die gebieden diep in de gevarenzone”, wordt geconcludeerd. „Dat is dus vragen om problemen als verzuim en uitval.”