N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Theater
Theaterfestival Tijdens het Zeeland Nazomerfestival van 2023 gingen twee voorstellingen in première waarin een hoofdrol is weggelegd voor water vanuit het idee ‘De zee is ons monument’.
Water vergeet niet. Dat heeft Frederique (Charlene Sancho) van haar grootmoeder geleerd. „De zee bewaart al onze herinneringen”, zei ze. „De zee is ons monument.” Dat moest Frederique beloven te onthouden. En dat deed ze: vastberaden pleit en strijdt ze voor een gedenkteken op de boulevard van haar geliefde thuisstad Vlissingen, ter nagedachtenis aan het slavernijverleden waar de Scheldestad in de tweede helft van de 18e eeuw een hoofdrol in speelde. Wanneer ze de gemeenteraad niet meekrijgt, plaatst ze eigenhandig het monument – heimelijk, midden in de nacht – dat moet waken over „alle verloren dromen op de bodem van de oceaan”.
Water speelt een belangrijke rol in meerdere voorstellingen die dit jaar te zien zijn op het Zeeland Nazomerfestival, waarvoor diverse Zeeuwse locaties tijdelijk zijn omgetoverd tot podia en theaters. In het geval van Water vergeet niet is die locatie een eeuwenoud fort waar in de 18e eeuw schepen uit de Caraïben aankwamen en waarvandaan schepen naar Afrika vertrokken. Fort Rammekens diende als bevoorradingsplek voor de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), die zich toelegde op de trans-Atlantische slavenhandel.
Vlissingen
De beladen geschiedenis van de omgeving draagt bij aan de kracht van Water vergeet niet, waarin de waargebeurde verhalen van drie tot slaaf gemaakte vrouwen uit de 18e eeuw – Leonora, Tannetje Vrijheid en Eva – worden vervlochten met het verhaal van de strijdlustige Frederique in het hier en nu. Dat laatste personage baseerde regisseur Koen Verheijden op Angélique Duijndam, één van de initiatiefnemers van het slavernijmonument dat in juni daadwerkelijk stiekem werd geplaatst op de boulevard van Vlissingen.
Sancho speelt Frederique beheerst, maar vurig. Bijgestaan door de sfeervolle muzikale begeleiding van Sharon Harman klinkt Sancho’s stem helder over het oude fort: cynisch wanneer ze vertelt over de reactie van de gemeente op haar initiatief, liefdevol wanneer ze zich de woorden van haar oma herinnert, en altijd even vastberaden om haar plannen uit te voeren.
Daarin lijkt ze op de 18e-eeuwse vrouwen van wie ze – samen met Eeke Boonstra – de levensverhalen vertelt, waarin verzet tegen onderdrukking telkens centraal staat. Wanneer Sancho met een speelse glimlach verkondigt „een beetje rebels” te zijn geweest, weet je even niet welk van de sterke vrouwelijke personages er nu precies aan het woord is: ze zou voor ze allemaal kunnen spreken.
Niet alle elementen van Water vergeet niet lopen met diezelfde vanzelfsprekendheid in elkaar over. De overgang van spel naar zang voelt soms wat geforceerd aan, evenals Verheijdens keuze om Sancho en Boonstra voortdurend elkaars zinnen af te laten maken. Maar het innemende spel van Sancho doet je daar al gauw doorheen kijken en vestigt je aandacht onvermijdelijk op al die verloren dromen op de bodem van de oceaan.
Luxe cruiseschepen
Even machtig en onheilspellend is de rol van water in Niek Kortekaas’ Nachtkant, life is but a dream. Op het terrein van COVRA, waar radioactief afval wordt verzameld, verwerkt en opgeslagen, is een podium opgetuigd voor deze voorstelling over overvloed.
Achter een vierkoppige band en twee presentatoren staat een scherm, waarop aanvankelijk verleidelijke zwart-wit beelden te zien zijn van luxe cruiseschepen en blije consumenten. Een groot rad van fortuin, opgesteld naast het scherm, belooft de ene na de andere prijs, terwijl de band ‘There’s no business like show business’ speelt. De presentatoren zingen upbeat shownummers en sommen feitjes op over schepen, zoals de enorme hoeveelheid aan welvaartproducten die ze vervoeren of hoeveel passagiers er op een cruiseschip passen.
Maar waar boten in de eerste minuten van Nachtkant lijken te worden bezongen als bron van luxe en plezier, slaat de sfeer in de voorstelling al gauw om wanneer de reclameachtige beelden worden afgewisseld met beelden van arbeiders die werken in vervuilde omgevingen. Van migranten die in rubberbootjes over zee dobberen. Van moeders die om hun kinderen huilen.
Met dat contrast legt Kortekaas op effectieve wijze de schaduwzijde van de consumptiesamenleving bloot. Centraal staat het verhaal van de Gambiaanse Addi Manneh, die op een overvol rubberbootje de overtocht naar Europa maakte. Hij vertelt over zijn reis terwijl hij recht in de camera kijkt, zijn hoofd groot op het scherm.
De stortvloed aan feitjes die Kortekaas de presentatoren daarnaast nog over ons consumptiegedrag laat uitspreken, zijn te veel en overweldigend om allemaal in je op te nemen. Eigenlijk had hij aan Mannehs verhaal, aan de vaardige band – die met hetzelfde gemak musicalmuziek, jazznummers en operaliederen speelt – en aan de indrukwekkende beelden al genoeg gehad om toeschouwers aan het denken te zetten over hun eigen consumptiegedrag, en vooral over de gevolgen daarvan. Want daar is hij zeker in geslaagd.