
Het tentje is ooit wit met korenbloemenblauw geweest. Het staat tussen de struiken onder een paar druipende bomen. Geïmproviseerd tafeltje ernaast, afval eromheen. Nu er geen blad aan de bomen zit, kun je hem goed zien, een tent voor twee of drie personen met een luifeltje. De tent in het Decathlon-assortiment die er het meest op lijkt, kost nog geen honderd euro.
Dat is een kampeertent, „voor tijdelijk outdoor gebruik (4 weken per jaar)”, zegt de catalogus, „op de camping of in de natuur”. Maar: „onze tenten vallen niet onder de categorie ‘tuinmeubilair’ en zijn niet geschikt om permanent buiten te blijven staan”. Maar wat moet je, als je geen ander dak kunt vinden?
De mannen van de gemeente die daar nu snoeien en zagen, laten de tent ongemoeid. De boswachter komt af en toe poolshoogte nemen. De mensen die hier op elk uur van de dag wandelen, doen alsof de tent er niet is, maar ze doen wel hun hond aan de lijn.
Koning
Het is een vertrouwd beeld geworden in het openbare groen van Den Haag: de tentjes en de andere ‘buitenslapers’ zonder tent, met een bivakzak, een shelter suit of met alleen maar een stuk zeildoek en hun bezit in een rugzak of plastic tassen. In de Scheveningse Bosjes, tussen de rododendrons van Park Clingendael, in de duinen van het Westduinpark, in Park Belvédère vlak bij Madurodam, in de Koekamp naast het Malieveld bij het Centraal Station, en even verderop, in het Haagse Bos. De koning woont iets verderop.
De tentjes zijn een landelijke trend, in de grote steden, maar ook in Brabant en Gelderland, waar gemeenten ook een tekort aan opvangplekken hebben. Hoeveel dakloze mensen er precies in Den Haag zijn, is niet bekend. In 2023 waren het er zeker 3.000 – op basis van officiële cijfers van het Daklozenloket en schattingen van de permanente en tijdelijke opvang, straatteams en hulpverleners – zij het niet allemaal ‘buitenslapers’. Wat wel vaststaat: het zijn er nu meer dan een jaar eerder. Wat ook vaststaat: EU-migranten uit Polen, Bulgarije, Roemenië en de Baltische landen die niet in aanmerking komen voor wmo-bijstand vormen de meerderheid.
Ontslag per muisklik
Zij zijn de verliezers van de lageloneneconomie. Ze doen – op een tijdelijk contract met flexibele uren – seizoenswerk in de kassen van het Westland, ze benen karkassen uit aan een slachtlijn, of zijn orderpicker in een distributiecentrum van een supermarktketen of onlinewarenhuis. Via uitzendbureaus krijgen ze werk, onderdak inbegrepen.
Als ze hun baan verliezen, en dat gebeurt nog steeds vaak met een muisklik, raken ze dakloos. Soms vinden ze een tijdje onderdak bij kennissen, maar uiteindelijk moeten ze kiezen: terug naar eigen land of hier zo’n tentje kopen.
Arbeidsmigranten uit de EU voelen zich toch al kwetsbaar en driekwart van hen ervaart angst- en depressiegevoelens, blijkt uit een rapport dat minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, NSC) in november naar de Kamer stuurde. Er is veel drank- en drugsgebruik. Op straat nemen hun problemen alleen maar toe.
„Er zijn veel mensen buiten met complexe problemen, vaak verslaafd, die niet worden opgevangen”, zegt Marlies Filbri, directeur van Straat Consulaat, dat de belangen behartigt van dakloze mensen in Den Haag. „Het aantal klachten stijgt, dus burgers ervaren in elk geval overlast.”
Dat het niet bij klagen blijft, bleek begin november, toen een tentenkampje van daklozen in de Scheveningse Bosjes door brand werd verwoest, en niet omdat iemand onvoorzichtig was geweest met Campingaz. Het zijn rechtse winden die zulke vuurtjes aanwakkeren.
Er zijn veel mensen buiten met complexe problemen, vaak verslaafd, die niet worden opgevangen
„De tijd van gedogen is voorbij”, schreef de Haagse VVD-fractie in maart in het ‘actieplan’ Niet langer wegkijken van buitenslapers. Het pleit voor „tijdelijke opvang […] met harde handhaving”, met als doel „terugkeer naar werk of land van herkomst”. Op de opvanglocatie, wat de VVD betreft het verst weg van de sjiekere postcodes, aan de A4, kunnen buitenslapers dan hetzij gebruik maken van de „sobere opvang”, hetzij „hun eigen tent opzetten”.
Intussen is daarmee een, zij het minder hardvochtig, begin gemaakt. In een pand van het Leger des Heils ging deze zomer het project ‘Perspektywa’ van start (Pools voor ‘perspectief’), waar de stichting Barka permanent veertig „gemotiveerde” EU-arbeidsmigranten begeleidt naar hetzij werk, hetzij terugkeer. Van de eerste 48 vonden er 31 een nieuwe baan en keerden zeventien terug naar hun land van herkomst. Het project maakt deel uit van een aantal door het Rijk gefinancierde pilots in verschillende steden.
Voor de minder gemotiveerde buitenslapers is intussen de gemeentelijke Winterkouderegeling (WKR) in werking getreden. Zoals altijd „wanneer de (gevoels)temperatuur een aantal nachten achter elkaar 0 graden of kouder zal zijn”.
