Oud-Satudarah-leden proberen baan bij Defensie te behouden

Satudarah Nadat hun motorclub Satudarah werd verboden, bleven twee militairen contacten houden met andere oud-leden. De krijgsmacht accepteert dat niet.

Leden van Satudarah op weg naar een uitspraak over het verbod van hun motorclub.
Leden van Satudarah op weg naar een uitspraak over het verbod van hun motorclub. Foto ANP ROBIN VAN LONKHUIJSEN

Ze zijn broers, begin veertig jaar, en werken beiden meer dan twintig jaar bij de krijgsmacht. Ze werden onder meer naar Afghanistan uitgezonden. Maar aan die loopbaan dreigt een einde te komen.

De broers waren ook jarenlang lid van de afdeling ofwel chapter van Satudarah in Nijmegen tot de motorclub in 2018 in het hele land werd verboden vanwege criminele activiteiten. Bij een routineonderzoek naar de broers in 2019 is volgens Defensie gebleken dat ze nog regelmatig contacten onderhouden met andere oud-leden van Satudarah. Hieruit zou blijken dat ze „niet definitief afstand hebben genomen van Satudarah”.

Vanwege die omgang met andere oud-leden van Satudarah hebben de broers geen verklaring van geen bezwaar (vgb) gekregen. Die verklaring, die de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) na een persoonlijk onderzoek al dan niet afgeeft, is een vereiste om te mogen werken als militair. De broers zijn sindsdien tijdelijk overgeplaatst naar een administratieve functie, in de regel is dat een eerste stap richting ontslag.

Via de bestuursrechter proberen de broers af te dwingen dat ze de verklaring alsnog krijgen. Dinsdag diende hun zaak in Utrecht.

Lees ook: Defensie wil af van leden motorclub

‘Risico op beïnvloeding’

Vanwege hun contacten binnen de wereld van Satudarah is er volgens advocaat Erika Wies, die namens de minister van Defensie optreedt, „risico op beïnvloeding” van de broers door het criminele milieu van Satudarah, waar volgens Defensie een „gewelddadige cultuur” en een „traditie van intimidatie” heerste.

Hierdoor zouden de broers de zogenoemde vertrouwensfunctie van militair niet kunnen vervullen. Eén van hen is bovendien een jaar president geweest van de Nijmeegse afdeling van Satudarah. Dat maakt het volgens Wies niet aannemelijk dat hij niet van de criminele activiteiten van de motorclub op de hoogte was, iets wat beide broers beweren.

‘Gezellige motorclub’

De broers voelen zich „weggezet” door Defensie na een smetteloos dienstverband. Ze benadrukten niet te zijn „betrapt” op elidmaatschap van Satudarah, omdat ze bij elke screening aan hebben gegeven dat ze lid waren van wat zij „gewoon een gezellige motorclub” noemen.

Hun advocaat Michael Ruperti zei dat de oud-leden van de motorclub waarmee de broers contact onderhouden hun neven en achterneven zijn. Vanwege hun Molukse achtergrond is familie volgens Ruperti belangrijk voor de broers. „Familiebanden kun je moeilijk opheffen.”

Binnenkort dient nog een zaak van een op non-actief gestelde militair die betrokken was bij een motorclub. Sergeant-majoor Maurice Vissers kreeg in 2019 geen vgb vanwege vermeende contacten met oud-leden van de verboden motorclub Hells Angels. Zijn aanvechting van de beslissing van Defensie komt volgende week voor bij de Raad van State.

In de zaak van de broers uit Tiel doet de rechter binnen zes weken uitspraak.