De Spaanse regering heeft onder toenmalig premier Mariano Rajoy jarenlang een illegale lastercampagne gevoerd tegen prominente Catalanen. De premier werd van het verloop daarvan persoonlijk op de hoogte gehouden, blijkt nu uit geheime documenten en geluidsopnames die de kranten El Diario en La Vanguardia in handen hebben gekregen. Een onderzoek naar de affaire loopt al jaren, maar dat er bewijs is opgedoken dat de oud-premier zelf betrokken was, kan zijn conservatieve Partido Popular enorm schaden – ook al heeft Rajoy de politiek zelf inmiddels verlaten.
De massale demonstraties voor onafhankelijkheid van de Spaanse regio Catalonië waren in 2012 een hoofdpijndossier voor de nieuw aangetreden premier. De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Jorge Fernández Díaz besloot dat de strijd tegen de Catalaanse leiders prioriteit moest krijgen, en zo begon een geheim onderzoek naar Catalaanse politici, zakenlieden en rivalen van de Partido Popular.
Valse informatie
Voor dat onderzoek werden tientallen inlichtingenrapporten opgesteld onder leiding van voormalig politiecommissaris en privédetective José Manuel Villarejo – berucht vanwege door hem gemaakte geluidsopnames waarop koning Juan Carlos bekende smeergeld te hebben aangenomen. Handtekeningen van rechters, die zulke onderzoeken horen te goed te keuren, ontbraken.
De rapporten bevatten valse informatie afkomstig van agenten die infiltreerden in de onafhankelijkheidsbewegingen. Ministeries, waaronder dat van Financiën, voedde de onderzoeken met gevoelige informatie. Zo werden leiders van de onafhankelijkheidsbeweging ten onrechte beticht van belastingfraude, verduistering van geld en het aannemen van steekpenningen. Een aantal van hen zou rekeningen bezitten in belastingparadijzen, zoals de voormalige regiopresident Artur Mas en de oud-burgemeester van Barcelona Xavier Trias.
Minister Díaz (Binnenlandse Zaken) kreeg van verschillende politie-eenheden gefabriceerde aantekeningen die hij kon gebruiken om de Catalaanse leiders aan te pakken. Díaz’ lijfwacht bezorgde de informatie in een blanco verzegelde enveloppen bij het Palacio de la Moncloa, de residentie van de Spaanse premier die de enveloppen persoonlijk ontving.
Dagboek
In 2012 ontmoette de privédetective minister van Defensie María Dolores de Cospedal (PP). Villarejo noteerde na elke ontmoeting de namen van prominente Catalanen die ‘onderzocht’ moesten worden en hoeveel voor die informatie zou worden betaald.
Zo onderzocht hij Jordi Pujol, de eerste Catalaanse regiopresident sinds de val van dictator Franco. Villarejo had een ontmoeting met diens ex-vriendin, die datzelfde jaar bij de rechter bevestigde dat de familie miljoenen had verstopt in onder meer Andorra. De zaak bezorgde het imago van de familie Pujol een flinke deuk. Volgens zijn dagboek ontving Villarejo een paar weken na de ontmoeting met de ex van Pujol 100.000 euro van Cospedal.
Ook beschrijft Villarejo ook hoe hij tijdens die ontmoeting met Cospedal een nieuw doelwit besprak: de president van voetbalclub FC Barcelona Sandro Rosell. Hij zou teveel aan de kant staan van het Catalaanse nationalisme en moest dus uit de weg worden geruimd. En zo worden in de publicatie van de twee kranten nog meer namen genoemd die om dezelfde reden uit de weg moesten worden geruimd.
Het schadelijkste detail in het dagboek is de notitie waarin staat dat alle opdrachten kwamen van premier Rajoy. Op geluidsopnamen is inderdaad te horen dat ministers Díaz en Cospedal toegeven dat premier Rajoy op de hoogte was van alle praktijken.
‘Rookgordijn’
Het bespioneren van de Catalanen eindigde niet bij de regering van Mariano Rajoy. Tussen 2017 en 2020 zouden tientallen parlementsleden, politici, activisten en advocaten in de gaten zijn gehouden via de omstreden software Pegasus van het Israëlisch bedrijf NSO. Met de spionagesoftware kunnen mobieltjes van een ander op afstand gevolgd worden en bestanden, zoals foto’s en e-mails, worden ingezien. Ook kan Pegasus gesprekken afluisteren en wachtwoorden ontfutselen.
Lees ook
Sánchez overleeft storm rond Amnestiewet en kan definitief verder als premier
De Catalaanse regiopresident Pere Aragonès en de huidige premier Pedro Sánchez waren beiden het slachtoffer. Het hoofd van de Spaanse Nationale Inlichtingendienst werd direct na de onthulling ontslagen. Het onderzoek in de Pegasus-zaak loopt nog. Een woordvoerder van de Catalaanse regering eist dat Rajoy ter verantwoording wordt geroepen in het Congres. Rechtbanken hebben het bewijsmateriaal in de zaak tot nu toe geweigerd, schrijft El País. „Het lijkt erop dat iedereen bang is”, zei advocaat Jordi Pina tegen de krant.
Een woordvoerder van de Partido Popular noemde de affaire donderdag in El Diario een „rookgordijn”, waar de socialistische PSOE van huidig premier Pedro Sánchez achter zou zitten.
Tegen privédetective Villarejo loopt overigens sinds 2021 een rechtszaak. Vier jaar eerder werd hij opgepakt op verdenking van corruptie, omkoping en het lekken van geheime informatie. De rechter buigt zich over de aantijgingen met opgeteld een potentiële straf van 110 jaar cel.