Oud-directeur Literatuurmuseum Aad Meinderts: ‘Ik had de Pek&Veren Award verwacht, omdat ik Den Haag een museum heb ontnomen’

Zaterdag 24 augustus Geelen en Dros

Bij Harrie Geelen en Imme Dros geweest, twee mensen die ik zeer bewonder en die mij lief zijn. Wij van het Literatuurmuseum komen namelijk graag bij mensen thuis om te praten over archieven. Mijn vrouw Muriël was mee, omdat ook zij met hen bevriend is en met mij over hen de expositie Zo zijn we niet getrouwd maakte. Ze bewonen een sprookjesachtig huis in Hilversum, waar je door smalle paadjes, omzoomd door wankele stapels boeken, je weg moet vinden. Harrie heeft deuren, kasten en wat niet al beschilderd in huis, voortgedreven door zijn even grenzeloze als rusteloze fantasie. Harrie en Imme hebben mij gezegd dat ze hun literaire archief, brieven, handschriften en illustraties, zullen nalaten aan het museum. Maar dat duurt hopelijk nog 100 jaar.

Gisteren ging ik het illustratie-archief van Annette Fienieg in Utrecht ophalen, behalve geweldig kunstenaar en illustrator ook mijn schoonzus.

Maandag 26 augustus Laatste vergadering

’s Ochtends de laatste vergadering van het managementteam. Geschokt waren we door de dood van oud-conservator Dick Welsink na een zeer kort ziekbed. Hij was pas enkele jaren met pensioen. ’s Middags naar Nicolaas Matsier om diens archief op te halen. Het handschrift van Matsiers meesterlijke roman Gesloten huis (1994) over wat het uitruimen van het ouderlijk huis kan losmaken, maakt deel uit van dat archief. Op mijn verzoek gaat ook het stofdoekenmandje van zijn moeder mee – soms kan een enkel voorwerp een hele wereld oproepen. De roman speelt zich af in Den Haag, in de Vruchtenbuurt, niet ver van ons huis. Ik ben op pad met Tom Asselman, die ik al langer dan 40 jaar ken en met wie ik duizenden van dit soort kilometers heb afgelegd.

Woensdag 28 augustusStapel dozen

Vandaag breng ik mijn eigen boeken vanuit mijn werkkamer naar huis. Ik sta buiten wat te mijmeren naast een stapel dozen en word betrapt door mijn adjunct, Ingrid Eilander, die uitroept: „Wat een mooi beeld! Wacht, een foto!” Ik onderga het gelaten. Later op de dag belt Annelies, de weduwe van schilder/beeldhouwer Hans Bayens, en zegt dat ze op de valreep aan mij wil laten weten dat wij het portret van Geert van Oorschot in de collectie mogen opnemen. Geweldig!

Eigen foto’s

Vrijdag 30 augustus Willem Kloos

Mijn opvolger, Valérie Drost, wordt ’s ochtends gefilmd in het pand dat het museum eind 2027 gaat betrekken, Magazijn de Zon in Utrecht. Er wordt een documentaire gemaakt over de verhuisperiode. Ook al betreur ik het noodgedwongen vertrek uit Den Haag, ik ben gelukkig met de locatie aan de Utrechtse Oudegracht en het meer dan waardige gebouw. Nog meer dan van Den Haag houd ik van het Literatuurmuseum/Kinderboekenmuseum. ’s Middags word ik door hetzelfde team in ons huidige pand voor de camera geïnterviewd. Ik schep op over het bezoekersaantal van vorig jaar: bijna 150.000.

Gisterochtend bezocht ik met Valérie op Nieuw Eykenduynen het graf van Willem Kloos en Jeanne Reyneke van Stuwe. De directeur van het museum is namelijk ook ambtelijk secretaris van het Willem Kloos Fonds en van de P.C. Hooft-Stichting en voorzitter van de Jan Campert-Stichting, die de Haagse literatuurprijzen toekent.

Donderdag 5 september Portret

Vanavond neem ik in het museum afscheid van de medewerkers. Het portret van Sam Drukker dat hij van mij voor het museum schilderde wordt onthuld. Het bevalt me beter dan de foto naast de boekendozen. Tijdens mijn korte praatje houd ik het niet droog, ik ga het museum en mijn mensen zo verschrikkelijk missen. Gelukkig is er drank en muziek. Mijn vriend Andrew Vroomans speelt en zingt, een aantal nummers met zijn zoon Fender, en hij wordt aangevuld op slidegitaar door Bertram Mourits, ons hoofd Collecties. Iedereen zingt als de avond bijna ten einde is: ‘O, o Den Haag’.

Eigen foto’s

Zondag 8 september Stapelbedbroers

Gisteren was ik hoofdgast in Radio1-programma De Taalstaat en Frits Spits gaf mij de ruimte mijn verhaal te doen. Hij vroeg mij ook naar mijn plannen na mijn pensionering. Met mijn broer Koos ga ik in kleine theaters een leesvoorstelling houden, ‘Stapelbedbroers’; op 31 oktober en 1 november staan we in het Haagse theater Branoul. Vandaag was ik met mijn zoon Jonas bij de première van De Soldaat van Oranje in Katwijk. Op uitnodiging van Karna, de dochter van Erik Hazelhoff Roelfzema, uit wier handen ik eerder dit jaar het archief van haar vader in ontvangst had genomen.

Vrijdag 13 september Haagse stadspenning

Gisteren was in een bomvol theater Diligentia mijn afscheid, met mooie en geestige woorden van Mei Li Vos, voorzitter Raad van Toezicht, de dichters/schrijvers Anna Enquist, Sjoerd Kuyper en Maud Vanhauwaert. Izaline Calister zong wonderschoon, begeleid door een band onder leiding van Thijs Borsten. Alma Mathijsen presenteerde de avond.

Hoewel ik de touwtjes graag in handen heb, werd ik verrast omdat Thijs een gedicht van mij op muziek had gezet. Verrast werd ik ook door de toekenning van de Haagse Stadspenning. Ik had de Pek&Veren Award verwacht, omdat ik Den Haag een museum heb ontnomen. Ontroerd over de penning was ik toen ik hoorde dat mijn oudste zoon Erik zich daarvoor sterk had gemaakt. Hij wist, zoals iedereen om mij heen, dat ik een lintje niet zou accepteren.

Bertram Mourits beklom onverwacht het podium en presenteerde een liber amicorum, Het warenhuis van de literatuur, vol verhalen, gedichten en illustraties. Sjoerd Kuyper mailde mij nog en vond net als ik de avond geweldig en hoopte dat de „avond nog even door zou gaan in de uilenvlucht en in de nacht. Bofkont”. Door de Haagse straten liep ik met Muriël naar huis. Ik wérd de uilenvlucht.

Foto’s: Hedayatullah Amid