Originele slapstick en vrolijke chaos in ijzersterke ‘Ho Ho Kerstshow’

Kerst vier je samen, zo zal Släpstick gedacht hebben. Dus struinen ze, gekleed op Siberische temperaturen, al wat rond wanneer je de zaal binnenloopt voor de Ho Ho Kerstshow. Een deel van het publiek wordt alvast meegetrokken in de kerstpret, én op het podium. In een gezellig kersttafereel wordt daar slee gereden, glühwein uitgedeeld en af en toe vliegt er een oliebol de zaal in. Het is een vooraankondiging van meer publieksparticipatie.

En bij Släpstick krijgt het publiek vaak écht wat te doen. Grappig is bijvoorbeeld de act waarbij Släpstick de eeuwenoude Britse evergreen ‘The Twelve Days of Christmas’ aanheft. Het visueel ingestelde gezelschap verbeeldt het lied waarbij de verteller elke dag een nieuw cadeau krijgt, steeds één exemplaar meer dan de dag ervoor. Op een gegeven moment komt het vijftal dan natuurlijk handen tekort. Het levert een grap in slow-motion op, waarbij het geleidelijk aan drukker wordt op het podium. Door een steeds íéts veranderend detail blijft zo’n act verrassend.

Verrassen in scènes waarvan je het verloop van mijlenver denkt te zien aankomen is een van de specialisaties van deze theatergroep. Släpstick maakt fysiek theater waarbij nauwelijks wordt gesproken. Wel veel gemusiceerd, gezamenlijk speelt het gezelschap een imposant aantal instrumenten. Naast een hele rits ‘gebruikelijke’ instrumenten beheersen de mannen ook veel van het minder bekende soort zoals concertina, ocarina, portatief en doedoek.

Daarmee brouwt Släpstick vaak uiterst originele voorstellingen. Ook de Ho Ho Kerstshow is een heerlijk feestje, waarbij een kwaadaardige sinterklaas nog meermaals probeert om de kerstvreugde te verstieren. Kerst wint echter duidelijk van sint, zo wordt definitief duidelijk na een komische en verrassende krachtmeting van (kerst)man tot (goedheilig)man.

De kracht van Släpstick is om binnen een kunstvorm met een mijnenveld aan clichés toch nog onverwachts uit de hoek te komen. Dan zit je met het kerstfeest natuurlijk wel goed. De mannen van Släpstick verkiezen niet de Amerikaanse kerstsfeer, maar houden er meer Germaans ogende kerstgebruiken op na. Zo wordt het verhaal van kindeke Jezus getransformeerd in een komische Duitse countrysong over Jimmy de Weihnachtscowboy en gaat het belegen kerstnummer ‘Gloria in excelsis Deo’ er behoorlijk op vooruit als stevig rocknummer.

Uitzonderlijk ontroerend

Een deel van het vermaak ligt ook in de ongekende virtuositeit van Släpstick. Zoals wanneer het vijftal zich bij een instrumentaal nummer in een sliert aan elkaar verbindt door allemaal een deel van het instrument van degene links én rechts naast zich te bespelen. Enerzijds heeft het wat koddigs en clownesks om ze zó ingewikkeld te zien doen, tegelijkertijd is het ontroerend om te kijken naar mensen die iets uitzonderlijks kunnen waar ze ongetwijfeld lang op hebben zitten ploeteren.

Een enkel nummer is minder sterk. Meestal ontbreekt er dan een leuke twist, bijvoorbeeld bij de sketch waarbij een buste van Beethoven via een buiksprekend Släpstick-lid voor zijn Elise (op de wijs van Für Elise) zingt. Ook zou je het jammer kunnen vinden dat Släpstick een aantal acts uit eerdere voorstellingen – hoe goed soms ook – in deze voorstelling hergebruikt.

Dit laat echter onverlet dat de Ho Ho Kerstshow een ijzersterke voorstelling is, vol vrolijke kerstchaos. Opnieuw laat Släpstick zien dat je helemaal niet hoeft te praten om te vermaken of te ontroeren.



Leeslijst