Orbáns cynische, politieke dansje met de NAVO

In Europa Hongarije profiteert dubbel van het NAVO- en EU-lidmaatschap: het krijgt er geld en veiligheid voor terug, en het profileert zich door vaak dwars te liggen.

In Europa

Net als in een ouderwetse balzaal, zei de Hongaarse premier Viktor Orbán tijdens een toespraak in 2012, zijn er in de internationale diplomatie regels die bepalen hoe je je moet gedragen. Veel regels.

Terwijl hij achter de lessenaar walsbewegingen maakte, vervolgde hij: „Diplomatieke etiquette vereist dat wij voorstellen afwijzen om de indruk te wekken dat we vrienden willen maken. Die manoeuvres hangen samen met de kunst van het politiek bedrijven. Van de zeven voorstellen keuren we er twee of drie goed (wat we allang hadden gedaan, behalve dat niemand het had gemerkt) en twee andere die we niet willen, weigeren we terwijl we de stem van de meerderheid [tegen ons] accepteren. Die listige manoeuvre is een soort politieke tapdans.”

Dit warrige citaat komt uit Tainted Democracy; Viktor Orbán and the Subversion of Hungary van Zsuzsanna Szelényi, een Hongaars politicus die in de begintijd prominent lid was van Orbáns Fidesz-partij maar na een paar jaar gedesillusioneerd vertrok.

Dit boek is nuttige lectuur voor wie probeert te doorgronden waarom Orbán zijn NAVO-bondgenoten maandenlang op de zenuwen heeft gewerkt door de toetreding van Zweden en Finland almaar niet te ratificeren. En waarom hij deze week, toen alle NAVO-landen behalve Hongarije en Turkije de ratificatie hadden afgerond, ineens toch parlementaire debatten aftrapte met de mededeling dat hijzelf vóór ratificatie is. Maar dat sommige partijgenoten „serieuze discussies” willen met Zweden en Finland „over de flagrante leugens die zij over Hongarije verspreiden”.

Orbán creëert conflicten omdat lidstaat Hongarije een veto heeft

Dit is Orbán ten voeten uit, schrijft Szelényi. Volgens haar stuurt hij niet aan op een breuk met zijn westerse bondgenoten. Een breuk kan hij zich als leider van een klein, pover, lastig land aan de rafelrand van Europa helemaal niet permitteren. Hij weet ook dat hij met dit gedrag Europese subsidies, geblokkeerd wegens zijn schendingen van de rechtsstaat, niet loskrijgt: weinig lidstaten willen dat.

Nee, Orbán creëert conflicten in de NAVO en de EU omdat Hongarije als lidstaat op een aantal gebieden een veto heeft – wat hem in staat stelt de machtige Amerikanen en Duitsers geregeld tegen de schenen te schoppen. Als hij geen lid was geweest, had hij dat niet kunnen doen. Zo profiteert Hongarije dubbel van het NAVO- en EU-lidmaatschap: het krijgt er geld en veiligheid voor terug, en het profileert zich door vaak dwars te liggen.

Orbáns buitenlands-politieke tactiek is moeilijk doen en dan genoegen nemen met een kruimel of helemaal niets – in welk geval hij Hongarije als eeuwig slachtoffer van Brusselse overheersing kan afschilderen. Fidesz-kiezers vinden het prachtig. Zo verstevigt Orbán zijn greep op het land. Volgens Szelényi heeft hij geen internationale aspiraties, alleen binnenlandse: zijn buitenlandpolitiek moet zijn nationale macht consolideren. In haar boek beschrijft ze gedetailleerd hoe hij dit doet en hoe hij de democratie de nek heeft omgedraaid. Zij zat jaren als parlementariër in de oppositie, „met ongeveer nul impact”.

Getraineer

Dit boek is van vóór de Russische invasie in Oekraïne. De NAVO-kwestie speelde nog niet. Maar als je haar redenering volgt, mag je verwachten dat Orbán nu wederom inbindt. Fidesz zit in Orbáns zak – áls er al dissidenten zijn over het lidmaatschap van Zweden en Finland, regisseert hij ze.

Zeker, dit getraineer kost hem goodwill bij de NAVO, maar die kan hem als lid weinig maken. Het bezorgt hem wel sympathie in Ankara, Moskou en Beijing, die hij onder het mom van officieel beleid – „opening naar het Oosten” – vaak als hefboom gebruikt om zijn positie op te krikken. „How to worm your way between opportunities”, noemt Szelényi dit.

In Brussel denken velen dat het wel losloopt met Orbán en die NAVO-ratificatie. Zij zien het gebruikelijke cynische dansje van een man waar Hongarije helaas nog lang niet vanaf is. „Mijn generatie heeft gefaald,” schrijft Szelényi. Een eerlijke, dieptrieste constatering.