N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Conflict Het bedrijf achter de Postcode Loterij wijzigt zijn statuten, zodat oud-bestuurder Boudewijn Poelmann geen vetorecht meer heeft. Eerder zou hij besluitvorming binnen het bedrijf „verlamd” hebben.
De directie van loterijconcern Novamedia en diens oprichter Boudewijn Poelmann hebben een akkoord bereikt over een wijziging van de statuten. Poelmann heeft hierdoor geen vetorecht meer bij belangrijke besluiten. Dat maakten betrokkenen donderdagavond bekend.
De Telegraaf en Het Financieele Dagblad maakten donderdagochtend melding van de ontstane ruzie tussen Novamedia – het moederbedrijf van onder meer de Nationale Postcode Loterij en de Vriendenloterij, met een jaaromzet van 2,4 miljard euro – en diens oprichter.
Met zijn 19 procent stemrecht zou de 73-jarige Poelmann „waar mogelijk” dwarsliggen en alle besluitvorming binnen het bedrijf „verlammen”, zo schreef de directie afgelopen oktober in een verzoekschrift aan de Ondernemingskamer in Amsterdam, in bezit van NRC. De zaak zou komende week voorkomen, maar de geplande zitting is nu van tafel.
Alle belangrijke besluiten bij Novamedia dienden tot op heden unaniem te worden genomen. Die regel was bedoeld om beïnvloeding van buitenaf te voorkomen, maar werd volgens Novamedia „in de praktijk door Boudewijn Poelmann gebruikt als veto van binnenuit”, zo was te lezen in het verzoekschrift. Zo zou hij onder meer de benoeming van vijf commissarissen hebben geblokkeerd en het onmogelijk hebben gemaakt de jaarlijkse begroting vast te stellen. Het „goed functioneren van de groep” was hierdoor volgens de directie in gevaar.
Donderdagavond besloten de partijen dat voortaan bij operationele besluiten een meerderheid van de aandeelhoudersstemmen voldoende is. Poelmann is hierdoor zijn doorslaggevende stem kwijt. In ruil daarvoor kreeg hij de toezegging dat hij een kandidaat mag voordragen voor de raad van commissarissen van Novamedia Holding en de stichting Novamedia Fundatie, waarin alle aandelen in de onderneming zijn ondergebracht.
„Hierdoor ontstaat een wendbare organisatie die nodig is om in te spelen op de actuele omstandigheden op de kansspelmarkten waarop Novamedia actief is,” schrijven de partijen in een verklaring. De betrokkenen zeggen het eerder ontstane conflict te „betreuren”.
‘Onzakelijk en beledigend’
Eerder op donderdag leken de partijen nog ver uiteen te liggen. In het verzoekschrift aan de Ondernemingsmaker stelde Novamedia dat oprichter Poelmann dwarslag sinds hij eind 2020 als bestuurder bij Novamedia vertrok. Hij werd destijds opgevolgd door Sigrid van Aken, een jarenlange vertrouweling. Nadat zijn echtgenote kort daarop moest vertrekken bij de Duitse tak van het bedrijf, verslechterden volgens de directie de verhoudingen. Poelmann zou hebben aangekondigd een „andere stijl” te gaan hanteren. Hij zou zich „vele malen onzakelijk en ronduit beledigend” hebben uitgelaten over de bestuurders en commissarissen bij Novamedia.
„Iedereen die niet met Poelmann is, is tegen hem en kan beter vertrekken bij ‘zijn Novamedia’,” zo stond in het verzoekschrift.
„Volstrekte flauwekul”, noemde Poelmann de aantijgingen donderdag in een reactie. „Ik kan sowieso niet alle besluitvorming tegenhouden, dat is honderd procent onjuist.” Volgens de oprichter is unanimiteit alleen vereist bij benoemingen en besluiten boven de 5 miljoen euro. „De begroting stelt de raad van commissarissen vast. Dat ik die zou tegenhouden, is echt een leugen.”
Volgens hem was het „absoluut waar” dat hij in conflict was geraakt met de top van Novamedia, maar had de ruzie een andere oorzaak. Zijn echtgenote, destijds bestuurder in Duitsland, klaagde begin 2021 per brief bij de directie over het functioneren van een van de bestuursleden, die zich „hautain” en „arrogant” zou opstellen en medewerkers zou „koeioneren”. NRC heeft de betreffende brief kunnen inzien. Poelmann: „Daarop koos men partij en werd mijn vrouw uit haar functie ontheven. Toen is de trein uit de rails gelopen.”
Politieke prominenten
Rond Novamedia is in de loop der jaren een structuur gebouwd waarin veel politieke prominenten een rol spelen. Zo is voormalig Kamervoorzitter Gerdi Verbeet (PvdA) voorzitter van de raad van commissarissen bij Novamedia Holding, de entiteit waarin feitelijk de onderneming bestuurd wordt. De stichting Novamedia Fundatie, waarin alle aandeelhouders – onder wie Poelmann zelf – sinds 2016 hun aandelen hebben ondergebracht, wordt mede bestuurd door voormalig CDA-fractievoorzitter Pieter van Geel. Oud-VVD-minister Pieter Winsemius zit er in de raad van benoeming. Van de stichting Continuïteit Novamedia, die eveneens toezicht houdt op activiteiten van het loterijbedrijf, is CDA’er en oud-minister Ben Knapen voorzitter.
Volgens een verklaring die Novamedia eerder rondstuurde, bestond binnen deze gremia „brede bestuurlijke steun om de statuten van Novamedia aan te passen om de nadelige inzet van het de facto vetorecht beheersbaar te maken”. Met andere woorden: Poelmann bevond zich de afgelopen tijd lijnrecht tegenover een reeks politici die hij de afgelopen jaren veelal zelf bij de onderneming wist te betrekken. Die kou lijkt nu uit de lucht.
Novamedia organiseert in vijf landen loterijen, waarbij een deel van de opbrengst naar goede doelen gaat. Behalve in Nederland is het bedrijf actief in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Zweden en Noorwegen. Het afgelopen jaar schonk Novamedia 850 miljoen euro aan goede doelen. Sinds 1989 doneerde het bedrijf naar eigen zeggen 12,5 miljard euro aan goede doelen, waarmee het wereldwijd de op twee na grootste donor aan goede doelen zou zijn. Dankzij het succes van de onderneming werd Poelmann zelf ook multimiljonair: volgens zakenblad Quote was hij enkele jaren geleden goed voor een privévermogen van 85 miljoen euro.
Bijna onzichtbaar blikt hij over zijn schouder. Links, rechts, nog eens links, en dan zet Martin Zubimendi heel kort en venijnig aan. Een paar meter heeft hij, voordat zijn mandekkers van Ajax reageren, maar voor de verdedigend middenvelder van Real Sociedad is dat genoeg. Hij vraagt de bal, draait met één balcontact naar de open ruimte en speelt in.
Het leidt niet tot een kans. Teamgenoot Braiz Méndez neemt onhandig aan, laat Ajax-middenvelder Jordan Henderson uit zijn rug komen, die de bal onderschept. Nog voordat Henderson kan versnellen of passen sprint Zubimendi door om de Ajacied onder druk te zetten. Het tempo is uit de omschakeling, de kans om snel uit te breken verkeken.
Francesco Farioli had er best even op zitten broeden, gaf de Ajax-trainer een dag voor de wedstrijd toe. Hoe moest zijn ploeg in het uitduel in de Europa League omgaan met de 25-jarige Zubimendi, misschien wel een van de meest gewilde verdedigend middenvelders van het moment? Een speler die een stormachtige groei doormaakt en een cruciale rol speelt in het systeem dat trainer Imanol Alguacil al jaren met Real Sociedad speelt.
“De kwaliteit van zijn passes, zijn positionering, de manier waarop hij zich bewust is van wat er om hem heen gebeurt – dat is geweldig”, sprak Farioli vol bewondering. “Hij is een speler die een verbindende rol heeft in het spel. De beslissingen die hij neemt, ze zijn bijna perfect. Dat is overduidelijk een van de belangrijkste overwegingen voor deze wedstrijd.” Zijn anti-Zubimendiplan had hem “heel wat denkwerk gekost”.
In het team van trainer Alguacil is Zubimendi “een verlengstuk”, zo zei de Baskische trainer kort daarvoor, “zowel op als náást het veld.” Een voetballer die “puur goud waard is” voor een middelgrote club als Sociedad, die allang bij een veel groter team had kunnen voetballen. Want interesse was er de afgelopen maanden alom: van Real Madrid en Barcelona tot Manchester City, Arsenal en Liverpool.
Zubimendi koos anders. De 25-jarige middenvelder besloot vooralsnog bij ‘La Real’ te blijven, de club waar hij al sinds zijn twaalfde speelt, in de Baskische kuststad waar hij opgroeide. Omdat hij nog niet uitgeleerd was, en de fans en spelers in Estadio Anoeta nog zoveel te geven had, vond hij zelf. Een opluchting voor Alguacil, die eveneens zijn halve leven bij de club doorbracht. “Mikel en ik, wij voelen Real Sociedad op dezelfde manier.”
Overmoed
Opvallend is de 25-jarige Zubimendi donderdag niet, maar wie een poosje op hem let ziet hoe hij bijna onzichtbaar óveral is. Opbouwend helpt hij teamgenoten door zich voortdurend aan te bieden als aanspeelmogelijkheid, in aanvallen staat hij telkens in de tweede lijn, net buiten het strafschopgebied van Ajax, om afvallende ballen op te vangen. Steeds trekt hij sprintjes om ruimte te maken voor anderen.
Onder druk fungeert de Bask bijna als een vijfde verdediger. Als teamgenoten een Ajax-speler van de bal proberen te krijgen, snelt hij toe om extra druk te zetten. In kleine ruimtes frummelt hij de bal weg van het gevaar. En dat is nodig, want hoewel Ajax het opbouwen aan Real Sociedad laat, zijn de beste kansen voor de bezoekers.
Ajax vertrouwt op zijn snelle uitbraken. Verliest de thuisploeg de bal, dan staat de ploeg van Farioli razendsnel voor het vijandige doel. Na tien minuten schiet Brian Brobbey al op de paal, later kunnen Brobbey en linksbuiten Chuba Akpom vrijwel ongedekt inkoppen. En kort na rust krijgt Kian Fitz-Jim opnieuw een enorme kans, maar ook zijn bal belandt op de paal.
Waar Farioli voortdurend voor vreest, is overmoed. Dat spelers, of fans, na een paar goede wedstrijden te veel bravoure krijgen en het te gemakkelijk opnemen. Van een favorietenrol wilde hij dan ook niks weten. Hoe groot de verschillen op de ranglijst, en in de recente prestaties, tussen zijn team en dat van Real Sociedad ook zijn.
Want op papier lijkt Ajax misschien de betere: nog ongeslagen in Europa, tweede in de poule van 36 teams. In Nederland na een aarzelende start kandidaat voor het kampioenschap. Real Sociedad presteert veel grilliger: in Europa slechts vier punten uit evenveel wedstrijden, Nederlagen tegen bescheiden tegenstanders als Anderlecht en Viktoria Pilzen. En in eigen land tiende.
Maar achter die uitslagen zag Farioli een heel ander beeld: van een Spaanse middenmoter die veel meer kan dan ze tot dusver laten zien. Vijf jaar op rij immers eindigden Real Sociedad in de top zes van LaLiga, met een vierde plek in het seizoen 2022/23 als uitschieter. In de Champions League waren ze vorig jaar groepswinnaar, boven de latere Italiaanse landskampioen Inter en Benfica. Bij het EK van afgelopen zomer was Real Sociedad de belangrijkste leverancier van het Spaanse elftal.
Farioli sprak dan ook vooral zijn ontzag uit voor zijn Baskische tegenstander, die naast Zubimendi ook topvoetballers zoals Mikel Oyarzabal, Brais Mendez en Takefuso Kubo heeft, samen met een hele reeks talenten uit de eigen jeugdopleiding, die in veel ranglijsten tot de beste van Europa hoort. “Het is een team dat ik al heel lang volg”, aldus Farioli. “En hun trainer, Imanol, is wat mij betreft een voorbeeld voor het Spaanse voetbal.”
Waar Farioli voor vreest gebeurt. Na een uur vol balbezit, maar zonder kansen, begint de wedstrijd langzaam te kantelen. Real Sociedad weet vaker bij het Ajax-doel te komen, lijkt meer zelfvertrouwen te krijgen, maakt minder fouten. Met die druk kan de ploeg uit Amsterdam moeilijk omgaan, omschakelen zit er nauwelijks meer in.
Na driekwart wedstrijd kan rechtsback Jon Aramburu ongestoord opkomen. Hij combineert met buitenspeler Kubo, die meteen terugspeelt. Pas dan lijkt de verdediging van Ajax te reageren, maar te laat: Aramburu stuurt Kubo diep en de Japanner kan vrij het strafschopgebied inlopen. Zijn harde voorzet wordt ingetikt door de net ingebrachte Ander Barrenetxea.
Twintig minuten later bepaalt diezelfde Kubo zelf de eindstand, opnieuw na bijna naïef verdedigen van Ajax. Centrale verdediger Youri Baas komt op door het centrum, maar verspeelt klungelig de bal, waarna Kubo naar voren snelt. Als hij naar binnen trekt, laat linksback Owen Wijndal hem lopen. Tussen drie Ajax-spelers door schiet hij binnen: 2-0, de eerste Ajax-nederlaag in zestien duels.
De internationale anti-drugsoperatie Orion heeft in een periode van zes weken 225 duizend kilo cocaïne in beslag genomen, dat schrijven internationale media waaronder The Guardian donderdag. Dat is de grootste cocaïnevangst door één anti-drugsoperatie ooit. Het samenwerkingsverband tussen 62 landen onderschepte in totaal 1.400 ton drugs, waarvan veruit het grootste deel marihuana. Ook Nederland doet mee aan die samenwerking.
Bij operatie Orion zou bijna 10 procent van de wereldwijde jaarlijkse cocaïneproductie in beslag zijn genomen, afgaand op een schatting van de Verenigde Naties van de totale productie van cocaïne in 2022 (2.700 ton). „Dit is een aanzienlijk deel van de cocaïnehandel”, zei Manuel Rodríguez, voorzitter van de anti-drugseenheid van de Colombiaanse marine, tegen de Britse krant.
Opmerkelijkst was de drugsvondst in zogenoemde half-onderzeeërs, schepen van 10 tot 25 meter die net boven het water uitsteken. Volgens de Colombiaanse marine legt dat een nieuwe smokkelroute bloot over de Stille Oceaan. „We vonden een onderzeeër 4.800 kilometer buiten de kust van Colombia, op weg naar Australië en Nieuw-Zeeland”, zei Rodríguez. Doorgaans bestaat de drugssmokkel richting Australië uit kleine hoeveelheden verstopt in containerschepen. Het gebruik van deze „narco-onderzeeërs” is nieuw, volgens de Colombiaanse marine.
Conflict tussen verschillende ministeries frustreert de verduurzaming van de Nederlandse industrie. Fundamenteel andere ideeën over de vergroeningsafspraken met grote uitstoters als Yara en Dow Chemicals, heeft meermaals geleid tot discussie tussen Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW), en tot verwarring bij bedrijven. Dat blijkt uit documenten over deze zogeheten maatwerkafspraken die NRC opvroeg met een beroep op de Wet open overheid (Woo).
Om klimaatdoelen te halen is het noodzakelijk dat de industrie, goed voor een derde van de Nederlandse CO2-uitstoot, verduurzaamt. In 2024 stootte de industrie nog zo’n 46 megaton CO2 uit, in 2030 moet dat zijn gedaald tot 29 megaton. De maatwerkafspraken waren voor Rutte IV dé manier om dat voor elkaar te krijgen.
Het vorige kabinet ging met de twintig meest vervuilende bedrijven om tafel. Als zij méér zouden verduurzamen dan wettelijk verplicht, konden zij op financiële steun rekenen van het Rijk. Daarvoor is zeker 3 miljard euro gereserveerd. Primair ligt de verantwoordelijkheid voor die afspraken bij EZK, maar ook IenW praat mee over onderwerpen als leefomgeving, stikstof en milieu.
In 2022 was de hoop dat er in 2023 afspraken zouden liggen, maar de plannen zijn inmiddels vrijwel volledig vastgelopen. Er bestaat veel scepsis in de Tweede Kamer en industrie of er nog afspraken komen.
In de documenten die NRC in handen heeft over de onderhandelingen met zes bedrijven (ExxonMobil, Yara, Dow, Shell, BP, Zeeland Refinery), blijkt dat de afgelopen jaren de spanning tussen de twee departementen rondom deze afspraken geregeld opliep. IenW moet zich nu „echt partner gaan tonen” en „met spoed met beleidsvoorstellen” komen, schreven EZK-ambtenaren vorige zomer in een intern advies.
Onderhandelingen
EZK en IenW lagen begin dit jaar ook overhoop over de verplichting tot het gebruik van waterstof. EZK wil een markt creëren voor waterstof door olieraffinaderijen te verplichten dit af te nemen. Maar IenW ziet hier niks in. Dit dreigt ervoor te zorgen dat Shell een waterstoffabriek niet in gebruik neemt, noteerden ambtenaren in januari 2024.
Er zijn meer problemen. Ook de industrie-onderhandelaars moeten geregeld terug naar hun internationale hoofdkantoren om goedkeuring te krijgen. Zo liet BP tijdens de onderhandelingen weten tijd nodig te hebben om „intern draagvlak” te creëren voor de afspraken.
Over de onderhandelingen krijgt de buitenwereld weinig tot geen informatie. Sophie Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (VVD) en inmiddels eindverantwoordelijke voor de afspraken, zei onlangs in debat met de Tweede Kamer dat „tempo” nodig is en er snel „resultaten” moeten komen.
De documenten die nu naar buiten komen, geven voor het eerst meer inzicht in de onderhandelingen. NRC zette vijf grote struikelblokken op een rij.
1. Onontgonnen terrein
De maatwerkafspraken zijn een experiment: bedrijfsleven en overheid praten intensief over verdienmodellen en staatssteun, een samenwerking waarvoor geen precedent is. Ze zijn deze vorm van samenwerking niet gewend, blijkt uit de stukken. Wat is nou precies de bedoeling?
In juni 2023 lijkt er een misverstand te zijn met kunstmestfabrikant Yara over geld. Yara heeft gevraagd of het ministerie al zicht heeft op miljoenensteun voor een project om CO2 af te vangen.
Gaan we in de meewerkstand of terugduwen?
Volgens een ambtenaar van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), een agentschap van het ministerie van EZK, is dit nog helemaal niet aan de orde en bevindt het overleg zich nog in een eerdere fase. „Gaan we in de meewerkstand of terugduwen?”, mailt deze RVO’er intern. Volgens de e-mailer heeft Yara met eerdere uitleg van het ministerie „niks gedaan”. Nu vraagt het „doodleuk 88 mln” steun. „Dan heb je het niet goed begrepen, of je trekt je daar niks van aan.”
Uiteindelijk komt er een voorlopige afspraak voor 30 miljoen euro steun, vooruitlopend op de grotere maatwerkafspraak. Uit de evaluatie die een medewerker van RVO achteraf invult, blijkt dat veel moeizaam ging. „Brandjes blussen” bepaalde de agenda en er kwam nooit een goed beeld van de „toekomstscenario’s” van de fabriek.
Yara zou het proces niet goed hebben begrepen. Informatie werd te laat gedeeld, wat geen vertrouwen gaf. „Ik begrijp nog steeds niet waarom Yara zo terughoudend is met het delen [van informatie].” Dat Yara adviesbureau Berenschot inhuurde, leidde tot verwarring, aldus de ambtenaar. „In sommige gevallen leek het alsof er ook met Berenschot onderhandeld moest worden.” Als er verder wordt gepraat, moet dit allemaal echt anders, is de conclusie.
2. Ministeries zitten elkaar in de weg
De twee ministeries die zich bezighouden met deze afspraken, botsten vanaf het begin al met elkaar over de precieze invulling. EZK wil in 2022 dat de afspraken alleen gaan over CO2-uitstoot, terwijl IenW verwacht dat er ook verplichtingen komen om stikstof te verminderen of de leefomgeving te verbeteren. Als IenW dit een voorwaarde wil maken, reageert EZK intern afwijzend: „Hierin overvraagt IenW […] Verbetering van leefomgeving moet zeker een plaats hebben, maar is niet altijd mogelijk.”
Lees ook
Enkele honderden ambtenaren protesteren met brandbrief tegen klimaatbelei
De twee ministeries hebben verschillende belangen. Zo is EZK verantwoordelijk voor de energietransitie, en IenW bijvoorbeeld voor vergroening van het wegverkeer. Als Shell een elektrolyser bouwt en de waterstof die dat oplevert, wil gebruiken om de eigen raffinaderij te verduurzamen, is EZK blij. IenW niet. Dat ministerie ziet liever een andere inzet van waterstof die ook het klimaatdoel ‘mobiliteit’ ten goede komt. Volgens IenW „betaalt de automobilist” via duurdere brandstoffen voor de verduurzaming van de industrie.
Als IenW daartoe een nieuw voorstel doet, staat in een ambtelijk advies van EZK dat „het huidige voorstel van IenW weinig soelaas biedt” voor Shell en het bedrijf om die reden de elektrolyser „mogelijk niet in gebruik neemt”. Shell zou de waterstof niet kunnen verkopen.
Ander voorbeeld: in de energietransitie gaat het transport van ammoniak flink groeien, is de verwachting. De stof is belangrijk omdat je er waterstof mee kan transporteren. Kunstmestfabrikant Yara heeft veel ervaring met ammoniak en wil in de vergroeningsplannen uitgroeien tot ‘ammoniakhub’.
EZK ziet wel wat in dat plan, maar bij IenW schrikken ze. In het plan zal dan ook veel transport van ammoniak plaatsvinden, en dat is nieuw. Op het ministerie ontstaat „spanning”: ammoniak is een gevaarlijke stof en voor grootschalig transport is nog geen beleid.
IenW zit hier „iets conservatiever” in, schrijft een ambtenaar, en is meer gericht op „veiligheid”. Besloten wordt dat „op hoger niveau” overleg plaatsvindt. Maar daar loopt het vast.
Zo tekent zich een patroon af: de twee departementen hebben andere ideeën over vergroening, verwijzen problemen door naar boven waar ze er vervolgens lang niet altijd uit komen.
3. Stikstof komt er nog eens bij
Op 9 november 2023 mailt een ambtenaar van de provincie Zeeland naar het ministerie van Economische Zaken. De provincie wil graag „op heel korte termijn” overleg over de afspraken met plasticproducent Dow Terneuzen.
Dow is al ver met het maken van maatwerkafspraken wanneer er een probleem blijkt te zijn met stikstof. De nieuwe, groene installaties die de fabriek wil bouwen en die minder CO2 uitstoten, zullen onder een strengere stikstofnorm vallen. Dat is Europees beleid: wie een nieuwe fabriek bouwt, krijgt vaak te maken met normen die strenger zijn dan de regels voor huidige fabrieken.
Alleen, de nieuwe, groene fabrieken kunnen de strengere norm voor stikstof niet halen – en dat terwijl de stikstofuitstoot lager zal zijn dan bij de huidige installaties het geval is.
Het lijkt of de tijdlijn niet bij iedereen hetzelfde is
Het leidt tot maandenlang overleg tussen provincie, ministerie en Dow. Zijn er toch manieren om de uitstoot te vergunnen? Kan deze gedoogd worden? De landsadvocaat bestudeert de kwestie. Bij de Europese Commissie wordt geïnformeerd over opties, omdat het gaat om Europese regelgeving.
Vooral de provincie lijkt grote zorgen te hebben. Daar zien ze een belangrijk verduurzamingsproject bij een van de grootste werkgevers van Zeeland mislukken. Op 19 februari concludeert gedeputeerde Jo-Annes de Bat dat alles nu wel erg lang duurt. „Het lijkt of de tijdlijn niet bij iedereen hetzelfde is”, staat in de notulen van een vergadering.
Eind maart 2024 blijkt dat er geen alternatieven zijn. Gedogen is „erg risicovol”, aldus een notitie, bijvoorbeeld doordat milieugroep MOB een rechtszaak zou kunnen aanspannen.
Dow moet terug naar de tekentafel en nieuwe plannen indienen. Sindsdien is over de vergroening van de plasticfabriek weinig meer vernomen.
4. Regels, regels, regels
In de onderhandelingen vragen bedrijven om aanpassingen in wet- en regelgeving. Ook uiten zij zorgen over het verdwijnen van ‘fossiele’ subsidies en het investeringsklimaat. Zo zetten ze de overheid onder druk.
Shell vraagt bijvoorbeeld om een minimum hoeveelheid gerecycled plastic in plastic producten. Ook sprak voormalig minister voor Economische Zaken en Klimaat, Micky Adriaansens (VVD), met de topman van Shell over de geplande afbouw van fossiele subsidies die Nederland voor ogen had. Het verdwijnen van belastingvoordelen op fossiele brandstoffen maakt groot verschil voor het bedrijf. Voor Shell zijn de fossiele subsidies een „grote investeringsonzekerheid”, staat in een ambtelijk advies eind vorig jaar.
Ook bij de gesprekken met Yara komen deze onderwerpen terug. Het plan van Rob Jetten, indertijd minister voor Klimaat en Energie (D66), om een vrijstelling voor gasbelasting stop te zetten, wordt besproken in het onderhandelingsteam. Yara is een grootverbruiker van gas. Minister Adriaansens krijgt instructies om in een gesprek met de topman van Yara te benadrukken dat er „zeer serieus” gekeken wordt naar de gevolgen van het vervallen van deze vrijstelling.
Bij Yara speelt ook een ander probleem dat het bedrijf tegenhoudt: vanuit Brussel dreigt een andere verplichting om waterstof af te nemen. Maar Yara wil CO2 afvangen en wil dáárin investeren. Waterstofverplichtingen doorkruisen dat plan.
Zo is beleid dat het ene bedrijf helpt, juist een probleem voor het andere – en blijft de vergroening steken.
Ondertussen wordt vanuit bedrijven de druk opgevoerd. Het risico dat maatwerkafspraken niet lukken, bestaat ook. Zo komt het met ExxonMobil niet tot een eerste intentieverklaring en liggen de afspraken met BP zo goed als stil. Dow Chemicals dreigt in een notitie voor EZK met het „stoppen van activiteiten in Zeeland”.
Volgens Dow is het een reële optie dat het hoofdkantoor besluit om niet te investeren in de klimaatplannen in Nederland. „Daarbij wordt gekeken naar de kosten (1,4 miljard euro) en of deze in verhouding zijn met de risico’s.” Om tot een positief besluit te komen is „hulp nodig van de overheid”, zo klinkt het.
5. Gebrek aan resultaat
In de herfst van 2023 slaat het sentiment om. In een analyse concluderen ambtenaren dat bedrijven de boot afhouden. „We zien de afgelopen tijd een toenemende terughoudendheid van buitenlandse hoofdkantoren op besluitvorming ten faveure van Nederland”, klinkt het. In de zomer zijn er in een eerdere notitie al zorgen geweest: „Zoals verschillende keren aangegeven, is het ambitieniveau van bedrijven en mate van concreetheid na 2030 ook niet zonder zorgen.”
Ambtenaren wijzen erop dat door kostenstijgingen en inflatie veel projecten niet meer rendabel zijn. De „discussie over fossiele subsidies” speelt daar ook een rol in. Ondertussen investeren bedrijven wel in andere landen: Dow stopt bijvoorbeeld 6 miljard euro in een project in Canada. „Nederland is, wat betreft de basisindustrie, een ‘filiaal-land’ geworden”, concluderen ambtenaren. Met andere woorden: internationale industriële bedrijven kunnen makkelijk ergens anders investeren dan in Nederlandse vestigingen.
Ambtenaren stellen voor een hardere toon aan te slaan richting bedrijven. „Anders duurt het te lang en wordt het onmogelijk om de klimaatdoelstellingen van 2030 te halen.”
Rond de verdere voortgang van de afspraken is het nu al bijna een jaar lang tamelijk stil. Er is nog geen enkele bindende afspraak gemaakt. Nu Adriaansens’ opvolger Sophie Hermans is aangetreden, breekt de laatste kans aan voor de maatwerkafspraken.