De arrestatie van de burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglu, is verlengd. Hij moet zijn proces vanuit de gevangenis afwachten. Dat heeft een Turkse rechtbank zondagochtend besloten, melden internationale persbureaus. Het Turkse Openbaar Ministerie verzocht de rechtbank eerder zijn voorlopige hechtenis te verlengen.
Imamoglu, de belangrijkste rivaal van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, werd woensdag aangehouden. Zijn arrestatie vond plaats vlak voor zijn waarschijnlijke benoeming tot presidentskandidaat. Zondag kiest zijn partij, de centrumlinkse Republikeinse Volkspartij (CHP), een presidentskandidaat. De volgende landelijke verkiezingen staan gepland voor 2028.
Imamoglu, die sinds 2019 burgemeester is van Istanbul, is gearresteerd op verdenking van onder meer terrorisme en corruptie. Vanwege verdenkingen van corruptie blijft hij nu langer vastzitten. Imamoglu sprak woensdag van een „coup” tegen „de wil van het volk”. Ook andere bestuurders, partijleden en journalisten werden opgepakt. Persbureau Reuters schrijft zondag dat zeker twintig anderen ook in hechtenis zijn genomen, allen op verdenking van corruptie.
Na de aanhouding van Imamoglu gingen betogers in onder meer Istanbul, Ankara en Izmir de straat op. Tienduizenden demonstranten protesteerden de afgelopen dagen tegen de arrestatie van Erdogans rivaal. Meerdere mensen werden opgepakt en in Istanbul werd een demonstratieverbod afgekondigd.
Lees ook
Erdogan schakelt tegenmacht bij voorbaat uit met arrestatie oppositieleider
De neiging van mensen om bomen in bloempotten te willen zetten is niet eenduidig te verklaren. Enerzijds speelt de drang tot welstandigheid een rol. Een boom in een pot wordt gezien als strak en netjes. De kijker ervaart dit als een verzorgde omgeving waar de natuur geen rommeltje van kan maken. In de winkelstraten van keurige gemeenten als Nijverdal, Amstelveen en Haren staan de mooiste exemplaren.
Bijkomend voordeel: je kan de bomen altijd verplaatsten en de wortels kunnen niet onder de tegels door woekeren – waardoor ze vaak schade aanbrengen aan het zorgvuldig versteende oppervlak. Dat is ook de reden waarom mensen met een voorliefde voor een betegelde voortuin kiezen voor de bloempotboom.
Daarnaast is er het decoratieve aspect. Een boom in een gekleurde bloempot heeft natuurlijk een bovengemiddelde gezelligheidsfactor. Capelle aan den IJssel is de gemeente met de hoogste bloempotbomendichtheid. Daar gebruiken ze een truc die we ook in Groningen bij de woningboulevard zagen. Er wordt een potomhulsel om de boom geplaatst, maar zonder onderkant. Zo kan de boom zijn wortels in de volle grond lustig laten groeien. Deze exemplaren bereiken een indrukwekkende omvang.
En dan is er nog de kunstuiting. Wie in Rotterdam Schiebroek in rijdt ziet vijftien gekleurde bloempotten van twee meter hoog met krentenbomen erin. Het is een kunstwerk van Yvon Koopman uit 2008 met de naam Vensterbank van Schiebroek. Het is vrolijk, het is netjes, het is gecultiveerde natuurbeleving.
Mijn dochter vertelt vaak over haar werk en ik ben dan een dankbare luisteraar. Zij is onder andere gastdocent en leert via een bepaalde methodiek leerlingen discussiëren. In Amsterdam is het taalgebruik niet overal heel helder wat betreft lidwoorden. ‘De’ en ‘het’ worden soms door elkaar gehaald. Zo reageerden gisteren leerlingen enthousiast op haar nieuwste voorstel, maar riepen ook dat ze hun zwemkleding niet bij zich hadden: „Juf leuk, maar ik heb m’n zwembroek niet bij me! We gaan toch zo in de bad?”
Odette Reydon
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Volgend jaar zou het allemaal anders gaan, verzuchtte premier Dick Schoof in december na een maandenlange strijd tussen kabinet, coalitiefracties en oppositie over de begrotingen. Bij de Voorjaarsnota in april, de halfjaarlijkse update van de Rijksbegroting, zou er „een normaal proces” komen waarin het kabinet – en de premier voorop – de leiding zou nemen. Maar inmiddels is de deadline die het kabinet zich stelde (vrijdag 11 april) volgens kabinetsbronnen onzeker. De moeilijke politieke keuzes stapelen zich op en coalitiefracties én collega-bewindslieden stellen met wisselend succes de autoriteit van Schoof op de proef.
Vrijdag verraste asielminister Marjolein Faber (PVV) voor aanvang van de ministerraad met een frontale aanval op Schoof. Faber beklaagde zich dat de premier de intrekkingswet van de spreidingswet nog niet had willen agenderen. Dat is de wet die asielzoekers eerlijk over gemeenten moet verdelen. Volgens Faber heeft zij weken geleden al stukken ingeleverd voor bespreking in het kabinet. „Ik snap niet waarom de minister-president het dan niet gewoon agendeert”, zei een geïrriteerde Faber.
Met het asieldossier staat er voor de PVV veel op het spel. De partij onderhandelde in de formatie strenge nieuwe asielmaatregelen die het aantal asielzoekers omlaag moet brengen en in oktober sprak de coalitie nog af dat de spreidingswet ,,direct” zou worden ingetrokken. Maar de intrekkingswet waarover Faber het al maanden heeft, „moet nog geschreven worden”, zegt een betrokkene. Faber wilde deze week in het kabinet alleen nog maar een nota bespreken waarin beschreven staat „welke stappen in de komende tijd genomen worden om de wet in te trekken”.
Zelfs dat meer procesmatige document was nog niet klaar voor bespreking in de ministeraad vrijdag, moest ook PVV-vicepremier Fleur Agema toegeven. Agema zei dat stukken „voldragen” moeten zijn voor ze in het kabinet komen, en goed afgestemd met betrokken collega’s. Dat was nu niet goed gebeurd, moest Agema over haar eigen PVV-minister zeggen. „Mevrouw Faber is van het ‘doordieselen’. Dat laat zien hoeveel drive ze heeft, maar voor ons allemaal geldt dat we het als bewindspersonen eerst met elkaar eens moeten worden.”
De bewindspersoon met wie Faber had moeten afstemmen is Mona Keijzer, BBB-vicepremier en minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Als het om de spreidingswet gaat, raken hun portefeuilles elkaar, want op dit moment houden bijna 17.500 statushouders meer dan een kwart van de asielbedden in de opvang bezet. Zij kunnen niet zomaar uit de opvang, vanwege het landelijke woningtekort. Voorspeld wordt dat volgend jaar zeker de helft van de mensen in de asielopvang statushouder is. Om dat te voorkomen wil Faber dat statushouders sneller uit de opvang kunnen.
Keijzers ministerie is verantwoordelijk voor het onderbrengen van statushouders, maar werkt ook aan wetgeving die een einde moet maken aan de voorrang die statushouders nu nog in veel gemeenten krijgen als het om woningen gaat. Het afschaffen van die voorrang zit Faber qua opvangplekken juist in de weg. En dus wil de asielminister ‘doorstroomlocaties’ voor statushouders, een vorm van tijdelijke huisvesting die door gemeenten aangeboden moet worden. Daar schiet het alleen nog niet mee op, en Keijzer wil bovendien dat deze tijdelijke woon-units ook naar lokale ‘spoedzoekers’ op de woningmarkt kunnen gaan.
Het is een terugkerend probleem voor het kabinet-Schoof: bewindslieden die elkaar verrassen. De premier zelf maakte zich er een aantal weken geleden ook schuldig aan, toen hij in een Kamerdebat plotseling miljarden extra hulpgeld voor Oekraïne toezegde, zonder een deel van zijn eigen coalitiepartners daarover van tevoren in te lichten. En de coalitiepartijen vinden het eigen profiel zo belangrijk dat het soms lijkt alsof de coalitie zelf de oppositie aanvoert. Zo stemden drie van de vier coalitiepartijen (PVV, VVD en BBB) deze week voor een motie die PVV-staatssecretaris Ingrid Coenradie opriep haar plan om gevangenen eerder vrij te laten niet uit te voeren, terwijl zij zegt dat zij alle opties heeft onderzocht en dat zij niet anders kan.
Volkomen geruisloos passeerde dinsdag een ander voorstel. De Tweede Kamer plaatste op initiatief van de SGP een zogeheten ‘parlementair behandelvoorbehoud’ bij de plannen van de Europese Commissie om de defensie-uitgaven fors te kunnen verhogen, ook met leningen. Zo’n voorbehoud betekent dat het kabinet de Kamer continu op de hoogte moet houden van de onderhandelingen in Brussel. Ook moet er eerst een apart Kamerdebat over de plannen komen, tot die tijd mogen kabinetsleden in de Brusselse onderhandelingen „geen onomkeerbare stappen” zetten, zo staat op de site van de Kamer.
PVV, NSC én BBB steunden dit voorbehoud, waar onder anderen premier Schoof en minister van Financiën Eelco Heinen de komende weken mee te maken krijgen. Schoof staat nu „onder curatele”, vond D66’er Jan Paternotte, en ook VVD’er Eric van der Burg hekelde in een debat de houding van zijn coalitiepartners. „Schoof kan in Brussel niet gaan zeggen: beste vrienden, wat mij betreft akkoord met dit plan, maar ik moet eerst terug naar Den Haag om te horen wat PVV, NSC en BBB ervan vinden.”
Het zijn oppositiepartijen als D66 en het CDA die bewindslieden als Schoof en Coenradie rugdekking geven. Dat is „heel onbevredigend”, zegt CDA-Kamerlid Derk Boswijk, en heeft volgens hem weinig te maken met de beloofde gezonde ‘extraparlementaire’ verhoudingen. „Het is eerder laffe politiek, niemand in deze coalitie voelt zich meer verantwoordelijk voor pijnlijke besluiten. Zij voeren oppositie, terwijl wij uit verantwoordelijkheidsgevoel hun bewindslieden steunen. Dat is vrij gênant.”
Leiding nemen
Temidden van al het onderling wantrouwen moeten kabinet en coalitie het de komende weken eens worden over de Voorjaarsnota en dus over dossiers waarmee miljarden zijn gemoeid. De defensieuitgaven moeten fors omhoog, een oplossing voor de btw-verhogingen is er nog niet, de gemeenten vragen om meer geld en er zijn zorgen om de inflatie en de prijs van de boodschappen. De lijst politieke problemen groeit elke week en de situatie waarin premier Schoof zit is niet veel beter dan bij de vorige begrotingscyclus.
Inmiddels probeert Schoof iets meer de leiding te nemen. Hij vindt het intrekken van de spreidingswet ook belangrijk, zei hij vrijdag, maar als premier bepaalt hij – en niet Faber – wanneer het de komende weken op de agenda van de ministerraad komt. De vrijdag gelekte mediaberichten over onenigheid tussen Keijzer en Faber vond hij „onwenselijk”, hij sprak de hoop uit dat alle bewindslieden de eenheid van het kabinetsbeleid meer gaan „verinnerlijken”.
Dat moet dan snel, want de deadline voor de Voorjaarsnota nadert rap. Of de partijen eruit gaan komen? Vrijdag 11 april is de „gedroomde datum”, zei de premier vrijdag. Alsof hij nu al aanvoelt dat uitstel of crisis waarschijnlijker is.