Op de markt voor Amerikaanse staatsobligaties is maandag negatief gereageerd op de afwaardering van de kredietstatus van de VS – en daarmee op de begrotingsplannen van de Republikeinen van president Donald Trump. Op de eerste normale handelsdag sinds kredietbeoordelaar Moody’s vrijdag nabeurs de ‘rating’ voor Amerikaanse staatsschuld verlaagde, liep vooral de rente op langlopende obligaties op.
Het wordt hierdoor nog duurder voor de federale overheid om geld te lenen, terwijl de VS al kampen met oplopende rentelasten. De rente op 10-jarige treasury bonds, die geldt als het belangrijkste tarief, steeg in de eerste uren met bijna tien basispunten, wat een ongebruikelijk grote sprong is. De rente op 30-jarige obligaties tikte even de 5 procent aan: het hoogste niveau in anderhalf jaar. De dollar zakte ondertussen weg en de aandelenbeurzen gingen in de min.
Belastingplan in de maak
Beleggers drukten hiermee hun zorgen uit over de houdbaarheid van de Amerikaanse overheidsfinanciën, nu de Republikeinen hun meerderheid in beide kamers van het Congres willen aanwenden om belastingen te verlagen. Zondag zetten ze hiertoe een eerste stap door op commissieniveau een voorstel aan te nemen. De komende weken zal dit behandeld worden in het voltallige Huis en door de Senaat, waar het overigens geen uitgemaakte zaak is dat het in deze versie wordt aangenomen.
Lees ook
Lees ook Wat betekent een lagere kredietbeoordeling voor de VS?
Dat er forse belastingenverlagingen aankomen, lijkt echter duidelijk. De regeringspartij wil met het verlengen van Trumps zogeheten Tax Cuts and Jobs Act uit 2017, die later dit jaar afloopt, een van zijn belangrijkste verkiezingsbeloftes inlossen. Deze lastenverlichting, die opnieuw vooral ten goede zal komen aan de allerhoogste inkomens, kost de schatkist de komende jaren echter duizenden miljarden. De Republikeinen willen óók bezuinigingen, onder meer op de door de vorige regering-Biden ingestelde subsidies voor de energietransitie en op ziektekostenverzekering Medicaid. Maar die besparingen dekken het gat in de begroting allesbehalve.
De VS hebben bovendien al een hoog begrotingstekort, ruim 6 procent van het bbp, een erfenis van de stimuleringsmaatregelen die werden getroffen tijdens en na de coronapandemie. De staatsschuld is met ruim 36.000 miljard dollar (100 procent van het bbp) eveneens hoog. Om die groeiende schuldenberg te financieren zijn de VS al evenveel kwijt aan rentelasten als aan hun defensiebegroting. De komende jaren zullen de leenkosten alleen maar toenemen, zeker als ook de rentes blijven oplopen.
Investeerders zijn al langer ongerust over het chronische gebrek aan fiscale discipline in Washington. Ze rekenen de VS een fors hogere rente dan voormalige ‘probleemlanden’ uit de eurozone, zoals Italië en Griekenland. En nadat Fitch en Standard & Poor’s die stap in 2011 en 2023 al zetten, was Moody’s vrijdag de laatste grote kredietbeoordelaar die de Amerikaanse triple-A-status verlaagde tot het een-na-hoogste niveau (Aa1). Het bureau noemde de Republikeinse belastingplannen daarbij als een van de voornaamste redenen voor zijn besluit.
Ook onrust over heffingenbeleid
Begin april was het eveneens enkele dagen onrustig op de markt voor Amerikaanse staatsschuld. Beleggers dumpten toen obligaties omdat ze geen vertrouwen hadden in de door Trump afgekondigde ‘wederkerige importheffingen’ tegen tientallen handelspartners. Te midden van de oplopende rentes moest het Witte Huis toen bakzeil halen en de heffingen voor negentig dagen pauzeren. Begin vorige week werd ook in de tarievenoorlog met China een tijdelijk bestand gesloten, waarna de beurskoersen verder opveerden.
De onzekerheid onder beleggers over de Amerikaanse economie en overheidsfinanciën kan echter blijven oplaaien, bewijst dit onrustige begin van de nieuwe beursweek.
De foto’s na afloop van het ministerieel onderhoud in New Delhi ademen diplomatieke beleefdheid. Minister Ruben Brekelmans (VVD, Defensie) overhandigt zijn Indiase ambtgenoot Rajnath Singh een bord, zo te zien Delfts blauw. Volgens het persbericht van Defensie laat de ontmoeting, in maart tijdens een veiligheidsconferentie, zien dat „Nederland een bijdrage wil leveren aan veiligheid en stabiliteit in de Indo-Pacific”. Waarna een citaat volgt van Brekelmans: „Bij alle geopolitieke grimmigheid is het belangrijk de banden met ‘ongebonden’ India te versterken.”
Tussen alle beleefdheden bleef één gevoelig onderwerp onbesproken. Vrijwel meteen na de ontmoeting vond het echter via ‘bronnen’ een weg naar Indiase media. Het betrof de verkoop van militaire goederen door Nederland aan Pakistan: India’s aartsvijand. Volgens India helpt Nederland met die wapenexporten een land dat zich schuldig maakt aan terrorisme.
Nederland brengt zowel de veiligheid van India als de stabiliteit van de regio in gevaar
Ook heeft Pakistan volgens New Delhi banden met terroristische organisaties, bijvoorbeeld in Kasjmir, de betwiste regio die al decennialang voor spanningen en conflicten zorgt veroorzaakt tussen beide landen. In april laaide tien dagen het conflict op na een aanslag van moslim-extremisten in een toeristenoord in het door India gecontroleerde deel van Kasjmir. Daarbij kwamen 26 mensen om het leven. Ook dat was het werk van Pakistan, aldus New Delhi.
„Bewapen ‘terrorisme-sponsor’ Pakistan niet, vraagt India aan Nederland”, kopte de The Times of India op 19 maart. Nederland zou volgens defensieminister Rajnath Singh Pakistan „toerusten met technologie en defensiematerieel” waarmee het land zowel „de veiligheid van India als de stabiliteit van de regio in gevaar brengt”. Toen NRC navraag deed in zowel New Delhi als Den Haag, wilden Buitenlandse Zaken en Defensie in Den Haag hierover alleen het volgende kwijt: „We doen geen uitspraken over de inhoud van diplomatieke gesprekken met andere landen.” Ontkend werden de berichten niet.
Lees ook
Met het staakt-het-vuren zijn India en Pakistan terug bij de status quo. En dat is geen vrede
Legeroefeningen
Nederland kan het door de Indiase media gerapporteerde verzoek van Singh niet zomaar negeren. Den Haag wil heel graag de politieke en economische banden met India – zelfverklaard aanvoerder van het mondiale Zuiden – aanhalen. Er wordt gewerkt aan een ‘strategisch partnerschap’, dat moet leiden tot samenwerkingen op allerlei gebieden. Inmiddels wordt onder meer voorzichtig overlegd over gezamenlijke legeroefeningen.
Uitgerekend deze week zou over het partnerschap worden gesproken, tijdens het staatsbezoek van India’s premier Narendra Modi, inclusief staatsbanket met koning Willem-Alexander. Maar de nieuwste fase in het conflict rond Kasjmir gooide roet in het eten: Modi zegde het bezoek af. In plaats daarvan kwam de minister van Buitenlandse Zaken, Subrahmanyam Jaishankar, twee dagen naar Den Haag.
De berichten over Singhs verzoek aan Brekelmans om niet langer wapens naar Pakistan te exporteren, vestigen de aandacht op een voor Nederland ongemakkelijk onderwerp: de gegroeide militaire handel met Islamabad. Decennialang was Pakistan voor Den Haag een paria. Sinds het in de jaren tachtig met behulp van gestolen nucleaire technologie uit Nederland een atoombom bouwde, gold een wapenembargo. Dat veranderde stukje bij beetje de afgelopen tien jaar. Pakistan kroop uit zijn isolement.
Zo hielp Pakistans marine bijvoorbeeld Europese landen om piraten te weren die de (Nederlandse) koopvaardij bedreigen in de Golf van Aden.
Piek
Ook op andere vlakken groeide de samenwerking. In de periode 2020-2024 steeg Nederland in de rangorde van wapenleveranciers aan Pakistan. China voert die lijst weliswaar aan met meer dan 80 tachtig procent van alle leveranties van wapens (vliegtuigen, tanks, et cetera) en technologie. Nederland is echter een opvallende tweede met gemiddeld meer dan 5 procent en een piek in 2024, zo blijkt uit recente cijfers van onderzoekscentrum Sipri in Stockholm. De groei staat in contrast met de min of meer gelijkblijvende wapenhandel van Nederland met India. De lijst van wapenleveranciers daar wordt volledig gedomineerd door grote landen als de VS, Rusland en Frankrijk, aangevuld met Israël.
De militaire handel met Pakistan ging door na het aantreden van het kabinet-Schoof, vorig jaar juli. Nederland leeft „absoluut” de Europese afspraken voor wapenhandel na. Daarbij zijn er „voor Pakistan significant meer afwijzingen in vergelijking tot India”, zo benadrukte minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse zaken, NSC) tegenover Indiase journalisten tijdens een recent bezoek aan New Delhi. Dat verschil blijkt ook uit cijfers (begin 2004-maart 2025) die zijn eigen ministerie verstrekte op verzoek van NRC. Wel is het aantal toegekende vergunningen vanaf 2004 hoger dan het aantal weigeringen voor Pakistan. Sinds juli vorig jaar waren er helemaal geen weigeringen.
Dat de wapenhandel onder het kabinet-Schoof doorging, is opmerkelijk. „Geen verkoop wapens aan islamitische landen”, stelde de PVV, nu de grootste coalitiepartij, toen nog vanuit de oppositie.
De twee patrouilleschepen van Damen zijn toegerust om behalve verkennende, ook aanvallende taken uit te voeren
Het was een standpunt dat PVV-Kamerlid Raymond de Roon actief uitdroeg tijdens behandelingen van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Handel. Zowel partijleider Wilders, die vanuit Pakistan meermaals werd bedreigd vanwege zijn anti-islamstandpunt, als Van Roon stelden juni vorig jaar kritische vragen aan het kabinet. „Waarom gaat Nederland de banden aanhalen met een land waarvandaan dagelijks doodsbedreigingen worden afgevuurd op een Nederlandse volksvertegenwoordiger?”, luidde de eerste vraag.
De minister die sinds juli vorig jaar moet beslissen over de exportvergunningen voor wapenleveranties, is van PVV-huize. Reinette Klever (Buitenlandse Handel) heeft islamitische landen niet in de ban gedaan. Koploper is Golfstaat Qatar met de afname van pantservoertuigen (ter waarde van 2 miljoen euro) en radartechnologie (3 miljoen). Oman bestelde delen voor helikopters ter waarde van 1 miljoen.
De PNS Yamama 274 van de Pakistaanse marine tijdens een oefening georganiseerd door de Turkse marine.
Foto Sabri Kesen / Anadolu via Getty Images
Uitlaatgassystemen
Wat kocht Pakistan de laatste vijf jaar van Nederland waarover de Indiase defensieminister Singh zich zorgen maakt? In de excelbestanden van Buza duikt Pakistan sinds 2020 enkele keren op. Qua grotere orders gaat het om marineschepen en hieraan gekoppelde radartechnologie. Scheepsbouwer Damen leverde in totaal vier 100 meter lange patrouilleschepen voor de Pakistaanse marine, twee in 2020, en nog eens twee vanaf 2022. Daarna volgden orders die uit de levering van de militaire vaartuigen voortvloeien, zoals ‘watergekoelde uitlaatgassystemen voor patrouillevaartuigen’, geplaatst op 22 augustus vorig jaar.
Als gevolg van de – toen nog – grootscheepse bezuinigingen op de krijgsmacht deed Nederland in 2021 twee oude mijnenvegers van de hand. Voor een appel en een ei kocht Pakistan de Hr.Ms. Haarlem en Hr.Ms. Middelburg: maximaal 75.000 euro. aldus het overzicht. Marine-kenner Jaime Karremann verklaart het lage bedrag uit de onbruikbaarheid van de oude schepen. „Het ging waarschijnlijk niet om de schepen zelf maar alleen om nog bruikbare onderdelen”, zegt hij. „Die konden betrekkelijk eenvoudig worden overgezet naar andere mijnenvegers waarover Pakistan al beschikte.”
De wapenleveranties aan Pakistan doorstonden de gebruikelijke toetsen die Buitenlandse Zaken in Europees verband hanteert (worden ze gebruikt om mensenrechten te schenden, vergroten ze de spanningen in de regio, worden ze defensief of offensief gebruikt?). Bijzondere aandacht bij de toetsing is er voor Kasjmir. Zo schreef toenmalig minister van Buitenlandse Handel Sigrid Kaag (D66) in 2020 over de export van de twee patrouilleschepen van Damen: „Pakistan is verwikkeld in een territoriaal conflict met India over de regio Kasjmir. Ook kent Pakistan een ingewikkelde relatie met buurland Afghanistan. Beide regio’s zijn echter landlocked, waardoor de eindgebruiker van deze transactie, de Pakistaanse marine, geen rol speelt in deze regio’s.” De bestaande machtsbalans tussen Pakistan en India „wordt niet verstoord”, aldus Kaag in oktober 2020. Daar denkt de Indiase defensieminister Singh dus anders over.
De vraag is hoelang de benadering van Buitenlandse Zaken, zoals destijds verwoord door Kaag, is vol te houden, zegt wapenexport-deskundige Frank Slijper van vredesorganisatie Pax. Hij volgt het beleid van Nederland sinds jaar en dag kritisch. Tijdens de meest recente escalatie „zag je dat het conflict in Kasjmir niet beperkt blijft tot deze regio, maar trekken krijgt van een bredere krachtmeting”, zegt hij. „De marine van beide landen, waarbij die van India overigens vele malen groter en krachtiger is, speelt daar ook een rol in. Bovendien zijn de twee patrouilleschepen van Damen toegerust om behalve verkennende, ook aanvallende taken uit te voeren.” De schepen hebben faciliteiten voor snelvuurkanonnen en het afvuren van lichte raketten.
Lees ook
Wat betekent het vervolgen van Damen voor de Nederlandse defensie-industrie? En drie andere vragen
Vliegdekschip
De exportspecialist van Pax stuurt een bericht van een Amerikaanse militaire website door, over de spanningen tussen India en Pakistan. Het Indiaas opperbevel zou tijdens de laatste korte, beperkte oorlog met Pakistan, een grote marine-eenheid inclusief vliegdekschip naar het noorden van de Arabische Zee hebben gedirigeerd. Dat was dicht bij Pakistan, maar ver weg (1.500 kilometer) van Kasjmir. De marine-actie was op touw gezet „om Pakistan af te schrikken”, aldus het bericht. Het past in een nieuwe doctrine van India, schreef het Amerikaanse tijdschrift Foreign Policy op 13 mei. Dat komt met het nodige spierballenvertoon van de Indiase leider Modi, om Pakistan als ‘exporteur van terrorisme’ te intimideren.
Het onderscheid dat Nederland hanteert bij wapenverkopen tussen defensief en offensief gebruik, noemt Slijper, „kunstmatig”. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de radarapparatuur die aan Pakistan is geleverd, „zeer waarschijnlijk afkomstig van Thales in Hengelo” , zegt Slijper op basis van gegevens van het eerder genoemde Sipri in Stockholm. „Die radar kan meestal zowel voor defensieve, verkennende, als offensieve taken worden gebruikt om een aanvalsdoel te vinden.” Slijper zegt overigens geen aanwijzingen te hebben dat deze radartechnologieën een rol hebben gespeeld in het meest recente gewapend conflict.
Hoe ziet de toekomst van de wapenhandel met Pakistan eruit na de jongste gewelddadigheden in en om Kasjmir, in het licht van het strategisch partnerschap met India én weerstand bij de PVV? Aan scheepsbouwer Damen en de militaire machthebbers in Pakistan zal het niet liggen: zij zijn enthousiast en hopen op meer. Een woordvoerder van Damen zegt overigens dat er niets concreets aan nieuwe leveringen op stapel staat.
De vraag is wat er van de wensen van Damen en de Pakistaanse marine terechtkomt na de geuite zorgen van India tegenover Brekelmans. Die geven de toetsing van nieuwe exportaanvragen naar Pakistan hoe dan ook een extra lading. Een woordvoerder van Buitenlandse Zaken en Defensie wil daar niet op vooruitlopen. Wel zegt ze: „Bij de behandeling van aanvragen worden de recente ontwikkelingen in de relatie tussen Pakistan en India meegewogen.”
Lees ook
Feitelijke Pakistaanse machthebber vindt dat moslims in Indiase deel van Kasjmir bij Pakistan horen
De voorraad goodwill waarop Israël in de westerse wereld kan bouwen, slinkt snel. Na de schok van de Hamas-aanvallen op 7 oktober 2023 kon Israël rekenen op vergaande internationale solidariteit. De verwijten van schending van humanitair recht en de volgens velen onmenselijke behandeling van de bevolking van Gaza hebben die saamhorigheid ondermijnd. De druk neemt toe.
De Europese Unie gaat onderzoeken of Israël nog wel voldoet aan de normen voor humanitair recht die in een Associatieverdrag zijn vastgelegd. Dat klinkt als een kleine bureaucratische stap en zal niet per direct tot meer voedsel en noodhulp in Gaza leiden, maar het is een duidelijk signaal aan Israël, aldus minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) die het initiatief nam voor het onderzoek.
De situatie in Gaza is catastrofaal
Europa geeft „een heel duidelijk signaal af dat het ons echt menens is”, zei Veldkamp dinsdag in Brussel na afloop van een vergadering van ministers van Buitenlandse Zaken „We zijn echt heel bezorgd over de humanitaire situatie in Gaza.” De EU zegt volgens Veldkamp ook tegen Israël dat het „nu” moet stoppen met de militaire actie en dat het land de humanitaire blokkade volledig moet opheffen.
„De situatie in Gaza is catastrofaal”, zei EU-buitenlandchef Kaja Kallas. „Er moet onmiddellijk hulpverlening op gang komen op grote schaal, want dat is nodig.”
‘Ontoelaatbaar’ offensief
Een aantal grote landen voerde de druk op de regering-Netanyahu de afgelopen dagen al op. De leiders van Frankrijk, Canada en het Verenigd Koninkrijk riepen Israël maandag in een gezamenlijke verklaring op de militaire operaties in Gaza te staken en snel meer humanitaire hulp toe te laten. Een weigering zou niet zonder gevolgen blijven, waarschuwden de drie. Het VK brak dinsdag ook onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord met Israël af en ontbood de Israëlische ambassadeur, om protest aan te tekenen tegen het „ontoelaatbare” offensief in Gaza.
Voordat hij de vergadering in ging, leek Veldkamp er niet zeker van dat hij in de afgelopen weken voldoende steun had vergaard voor zijn onderzoek. „De zorg die Nederland heeft over de situatie in de Gazastrook wordt heel breed in de EU gedeeld”, maar Veldkamp zei ook dat een onderzoek „door sommige lidstaten als te groot wordt ervaren. Dat gaan we zien.” Uiteindelijk bleek er een grote meerderheid voor te zijn, aldus Kallas. Volgens internationale persbureaus stemden negen landen tegen: Duitsland, Hongarije, Tsjechië, Italië, Griekenland, Cyprus, Litouwen, Kroatië en Bulgarije.
Nadat Israël eerder negen vrachtwagens met hulpgoederen het belegerde gebied had binnengelaten, volgden dinsdag nog eens honderd vrachtwagens, meldden de Verenigde Naties. De afgelopen elf weken hield Israël álle hulp tegen. Het land houdt vast aan zijn lijn dat de oorlog eindigt als Hamas de wapens neerlegt en de 58 gijzelaars vrijlaat. Vermoedelijk zijn nog ongeveer 23 gijzelaars in leven.
Hoelang het onderzoek gaat duren, is nog onduidelijk. Maar het kan betekenen dat de EU langzaam in de richting van serieuze maatregelen wordt gedreven. Als de conclusies van het onderzoek slecht uitvallen, kan de EU daar moeilijk omheen. De EU is hopeloos verdeeld als het gaat om Gaza, net zoals veel coalitieregeringen en de Europese bevolking.
Eerder onderzoek
Eigenlijk is een apart onderzoek naar mogelijke schending van humanitaire beginselen helemaal niet nodig. Eind vorig jaar onderzocht de buitenlandse dienst van de EU het handelen van Israël ook al eens. Toenmalig EU-buitenlandchef Josep Borrell vroeg de speciale vertegenwoordiger voor de mensenrechten van de EU, Olof Skoog, om een onderzoek. In het rapport, gedateerd op 11 november 2024, wordt het gedrag van Israël in Gaza, op de Westelijk Jordaanoever en in Libanon beschreven.
Negen landen stemden tegen het onderzoek: Duitsland, Hongarije, Tsjechië, Italië, Griekenland, Cyprus, Litouwen, Kroatië en Bulgarije
Het is in essentie een opsomming van onderzoek en conclusies van andere instellingen, waaronder het Bureau van de Hoge Commissaris voor vluchtelingen van de VN, het Internationaal Gerechtshof en de aanklager van het Internationaal Strafhof. Skoog waagt zich niet aan eigen conclusies. Maar na de gortdroge opsomming kan een lezer niet anders dan constateren dat Israël op talloze punten het internationaal humanitaire recht heeft geschonden.
Het rapport werd niet gepubliceerd, wel opperde Borrell een week later in zijn laatste vergadering met Europese ministers het Associatieverdrag op te zeggen. Zijn voorstel werd toen snel van tafel geveegd, onder andere door minister Veldkamp.
Tegenover het buurthuis van het Groningse Finsterwolde parkeert de bus van Coördinatie Platform Vermissing, een stichting die zoekacties met vrijwilligers opzet in samenwerking met de politie. Het buurthuis, Party Centrum Finnewold, is het verzamelpunt voor mensen die mee willen zoeken naar de vermiste Jeffrey (10) en zijn zusje Emma (8) uit Beerta. „Weet u waar u moet zoeken?”, vraagt een van de vele journalisten die zich hebben opgesteld rond Izanne de Wit, landelijk coördinator vermiste personen bij de politie. „Nee, heel Nederland is het zoekgebied”, zegt ze. „Maar we moeten ergens beginnen.”
De kinderen worden sinds zaterdagmiddag vermist en zijn vermoedelijk door hun vader Klaas B. ontvoerd. Zondag werd een Amber Alert verstuurd, met de naam en een foto van de vader en het kenteken van de auto waarin hij ze waarschijnlijk heeft meegenomen. Het zoekgebied strekt verder dan de gemeente Oldambt, waar al vijftien dorpskernen onder vallen. Ook in Duitsland en België wordt gezocht en zelfs op een billboard in het centrum van Amsterdam wordt opgeroepen naar de kinderen uit te kijken. „We hebben zeventien miljoen mensen nodig om ze te zoeken”, zegt De Wit.
De zorgen over het welzijn van de kinderen zijn sinds het weekend alleen maar toegenomen. „Er is een afscheidsbrief gevonden”, bevestigt De Wit. Dat schreef de politie maandag al: „We vrezen voor het leven van de kinderen omdat er aanwijzingen zijn dat hun vader zichzelf en de kinderen van het leven wil beroven.” Toch blijft De Wit hoopvol. „We hopen ze te traceren en in veiligheid te brengen.” De halfbroer van Jeffrey en Emma heeft dinsdag laten weten radeloos te zijn. „We missen ze zo”, zei hij. „Het enige wat ik kan vragen: blijf alsjeblieft zoeken, geef niet op.”
Lees ook
Politie: vermiste Groningse kinderen in levensgevaar na vondst van brief vader
Zoekgebied
De zoekactie in de omgeving waar vader en kinderen vandaan komen, kwam maandag al op gang maar trekt steeds meer mensen. Op de eerste dag werden er in de polder bandensporen gevonden, maar verder onderzoek leidde nog niet tot een doorbraak. Aan de zoekactie deden op maandag ruim tweehonderd vrijwilligers mee, op dinsdag is dat aantal nog groter. Wel zegt De Wit in de camera’s en microfoons van een veelvoud aan media dat mensen die komen helpen, moeten weten waar ze aan beginnen. „Weet dat u ook iets kunt vinden”, zegt ze.
Mensen melden zich bij het Coördinatie Platform Vermissing voor de zoekactie naar de vermiste kinderen.
Foto Jilmer Postma / ANP
‘Ga niet zomaar alleen zoeken’, luidt ook het advies van de politie. Bij het meldpunt kunnen vrijwilligers zich inschrijven, daar krijgen ze een hesje en een prikstok en moeten ze een groepje van drie tot vijf mensen vormen. „Mag ik bij jullie?”, klinkt uit de rij die zich heeft gevormd voor het inschrijfpunt. Op een kaart van het gebied, opgedeeld in vierkantjes, krijgen de groepjes een gebied aangewezen, zodat systematisch gewerkt wordt. „Jullie zijn 362, kunnen jullie het vinden? Let goed op waterranden en eventuele autosporen”, krijgen de vrijwilligers te horen. Via een QR-code kunnen ze zichzelf toevoegen aan de groepsapp ‘Zoekers App Finsterwolde’, voor als er updates zijn.
De mensen die meehelpen bij de zoekactie komen niet alleen uit de omgeving. Zo hebben twee mannen die „in totaal vier drones” bij zich hebben een half uur in de auto gezeten om luchtondersteuning te bieden. Ze zitten in een groepsapp met „ruim honderd leden”, waarin oproepen tot dit soort acties worden gedeeld. „En als je zo’n oproep krijgt, dan ga je.”
Als je kinderen hebt, in dezelfde leeftijd zelfs, dan gaat het je aan het hart
Google Earth
Marc van de Mars (40) en Ed Kamp (48) hebben al anderhalf uur in de auto gezeten. „We hebben op Google Earth gekeken en gedacht: dat zou echt zo’n plek zijn waar iemand naartoe kan gaan.” Ze komen uit Epe, tussen Apeldoorn en Zwolle in. „Als je kinderen hebt, in dezelfde leeftijd zelfs, dan gaat het je aan het hart.” De waarschuwing dat wie zoekt ook kan vinden, kunnen ze naast zich neerleggen. „Stel dát we iets vinden, dan doen we een stapje terug en halen we de autoriteiten erbij.”
Het Veteranen Search Team kamt het Stadspark uit tijdens de zoektocht.
Foto Jilmer Postma / ANP
Jarno Dingemans (52) is eigenaar van het buurthuis. In de gemeente Oldambt, waaronder ook de dorpskern Beerta valt, is dit de enige plek waar nog een café is, vertelt hij. „De vader van de kinderen kwam hier ook. Donderdag en vrijdag nog.” Op zaterdag werd hij dan ook gebeld door de moeder van de kinderen. Het stel is sinds twee maanden uit elkaar. „Ze vroeg of ik wist waar hij was. Toen kreeg ik het verhaal te horen. De grond zakte onder mijn voeten vandaan. Ik had dit niet zien aankomen, maar dat hoor je altijd bij dit soort drama’s.”
Tegen het einde van de middag hebben al ruim „driehonderd mensen” zich gemeld voor de zoekactie, heeft Dingemans gehoord. En dat is nog los van het Veteranen Search Team en Stichting Inzet reddingshond Nederland, die zich op een apart terrein hebben verzameld. Op de zoekkaart die op een tafel in één van de partytenten is geplakt, is te zien dat de gebieden die aan water grenzen gestaag worden afgewerkt. „En we verwachten na het eten nog veel meer mensen”, zegt Dingemans. „Dat was gisteren ook zo.”
In het buurthuis kunnen de vrijwilligers gratis drinken en eten pakken. „De Spar heeft flesjes fris gesponsord en de supermarkt Poiesz in Beerta heeft fruit en koeken gebracht. Dat is een dorp hè, je kijkt naar elkaar om.” Hij vloekt. „Sorry, maar ik ben naast verdrietig ook boos natuurlijk. En angstig”, voegt hij toe. „Je ziet dit vaak genoeg op televisie natuurlijk, maar dan ga je naar bed en denk je er niet meer aan. Nu is het dichtbij. Ik ken ze. Ik ken hem. Ik ken die kinderen.”
Lees ook
Een Amber Alert, dat is met twee woorden direct duidelijk maken: dit is serieus