Opinie | Zzp’ers ontslaan vanwege de nieuwe wet? Dat is niet nodig

In de aanloop naar nieuwe zzp-wetgeving gaat de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 handhaven op schijnzelfstandigheid. De term schijnzelfstandigheid betekent dat iemand op papier zzp’er is, maar in de praktijk zijn of haar werk als werknemer uitvoert.

Wekelijks hoor je in de media welke risico’s opdrachtgevers lopen wanneer er sprake blijkt te zijn van schijnzelfstandigheid onder de ingehuurde zzp’ers. Die (financiële) risico’s zijn flink. Denk bijvoorbeeld aan achterstallig loon, werkgevers- en werknemersbijdragen die de opdrachtgever met terugwerkende kracht moet betalen aan de Belastingdienst, en bijkomende boetes. Dit bedrag kan al snel oplopen tot tienduizenden euro’s per zzp’er, wat leidt tot onrust bij opdrachtgevers.

Om de risico’s van schijnzelfstandigheid in de organisatie te voorkomen, nemen opdrachtgevers drastische maatregelen op het vlak van samenwerken met zzp’ers. Uit angst voor boetes en naheffingen sluiten opdrachtgevers zzp’ers bijvoorbeeld uit van sociale aangelegenheden en een fatsoenlijke inwerkprocedure. Terwijl deze activiteiten juist bijdragen aan een goede integratie in de organisatie en zorgen dat zzp’ers productief aan het werk kunnen.

De maatregelen die organisaties nu treffen uit onzekerheid (en soms onwetendheid) over schijnzelfstandigheid, kunnen leiden tot een verslechterde werkbeleving, minder sociale verbinding en een weinig duurzame inzetbaarheid van zzp’ers. Als toppunt – of moeten we zeggen: dieptepunt – stoppen sommige organisaties gewoon met zzp’ers inhuren in de huidige vorm, en proberen ze met man en macht om van zelfstandigen af te komen. Zo liet de NOS recent weten drastisch minder met freelancers te gaan samenwerken.

De kwestie doet ironisch genoeg aanspraak op de flexibiliteit van opdrachtgevers

Het is de vraag hoeveel freelancers de mogelijkheid krijgen hun werk voort te zetten in loondienst, en hoeveel van hen gewoonweg moeten stoppen met hun opdracht als zzp’er. Hoe dan ook blijkt uit meerdere onderzoeken dat zzp’ers over het algemeen bewust hebben gekozen voor het zzp-schap, en dus ook liever zelfstandige willen blijven. Zij houden van de de vrijheid en flexibiliteit die het zzp-schap hen biedt.

Het is onduidelijk wat het effect van deze ingrijpende maatregelen zal zijn voor zzp’ers. ‘Onrust onder freelancers in de media over nieuwe wet’, kopte NRC dan ook (9/7). Hoewel het begrijpelijk is dat freelancers in de mediasector zich zorgen maken, hoeft de strengere handhaving op schijnzelfstandigheid niet het einde van de samenwerking met zzp-journalisten te betekenen.

Vrijheden garanderen

De handhaving op schijnzelfstandigheid moet er onder meer voor zorgen dat opdrachtgevers hun verplichtingen naar zowel de Belastingdienst als de individuele zzp’er niet uit de weg kunnen gaan. Het handhaven op schijnzelfstandigheid is dus ook in het belang van zzp’ers. Op dit moment worden veel zzp’ers immers als werknemers behandeld, waardoor ze de vrijheid en flexibiliteit van het ondernemerschap missen, terwijl dit nou juist de belangrijkste redenen waren om zzp’er te worden.

In het hiervoor aangehaalde artikel in NRC deelt journalist en podcastmaker Kick Stokvis zijn zorgen. Hij zegt veel waarde te hechten aan de vrijheid die het zelfstandig ondernemerschap hem biedt, waardoor hij een avontuurlijker leven kan leiden dan wanneer hij in loondienst zou werken. Een belangrijk onderdeel van de nieuwe wet is dan ook het garanderen van de vrijheden die zzp’ers zouden moeten genieten.

Pas als opdrachtgevers deze vrijheden niet bieden, ontstaat het risico op schijnzelfstandigheid.

De vraag is hoe opdrachtgevers omgaan met verschillende soorten werkenden wanneer ze druk ervaren van wet- en regelgeving. De kwestie doet ironisch genoeg aanspraak op de flexibiliteit van opdrachtgevers. De oplossing ligt in de intentie van opdrachtgevers om de samenwerking met zzp’ers op een verantwoorde manier vorm te geven binnen de grenzen van wet. Dit vraagt van opdrachtgevers dat ze zich verdiepen in de kenmerken van schijnzelfstandigheid en hoe ze zich binnen de wet als goede opdrachtgever kunnen (blijven) gedragen.

Goed opdrachtgeverschap gaat over het vinden, boeien en binden van zzp’ers door in te zetten op goede inwerkprocedures, passende opdrachtovereenkomsten met ruimte voor de behoeften en ambities van de zzp’ers en het stimuleren van kennisdeling met vaste medewerkers. Door te begrijpen hoe samenwerking met zzp’ers onder de nieuwe wet nog wél mogelijk is, kunnen bedrijven (te) rigoureuze maatregelen, zoals het beëindigen van samenwerkingen met zzp’ers, vermijden.


Lees ook

Zelfstandigen uit noodzaak hebben het minder goed: ‘Alles wordt duurder, dus het tarief moet ook omhoog’

Zelfstandigen uit noodzaak hebben het minder goed: ‘Alles wordt duurder, dus het tarief moet ook omhoog’