Opinie | Zuckerbergs ommezwaai is laf maar terecht

Afgezien van het polshorloge van een miljoen dollar was het net een gijzelingsfilmpje. Op 7 januari postte Mark Zuckerberg een clip op Facebook en Instagram waarin hij veranderingen aankondigde in de contentmoderatie op zijn sociale netwerken, als reactie op wat hij het „culturele omslagpunt” van de verkiezing van Donald Trump noemde. Volgens hem was er „te vaak sprake van fouten en censuur”, waaraan hij toevoegde dat Trumps terugkeer „een kans biedt om de vrijheid van meningsuiting te herstellen”. Ook benoemde hij Dana White, een medestander van Trump, tot lid van de raad van bestuur van Meta (evenals John Elkann, de baas van Exor, dat mede-eigenaar is van het moederbedrijf van The Economist).

Ondanks al het gepraat over vrijheid illustreerde Zuckerbergs filmpje eens te meer hoe de aankomende president de Amerikaanse zakenwereld intimideert en in zijn greep heeft. Eerder noemde Trump Facebook een „vijand van het volk” en dreigde hij ervoor te zorgen dat Zuckerberg „de rest van zijn leven achter de tralies zou doorbrengen”.

Zuckerberg is niet de enige bestuurder die zich gewonnen geeft: iedereen, van Tim Cook van Apple tot Sam Altman van OpenAI, heeft naar verluidt gedoneerd aan Trumps ijdele inauguratiefonds. Deze week kondigde Amazon een 40 miljoen dollar kostende biopic aan over de aankomende First Lady.

Holocaustontkenning

Maar al zijn de omstandigheden nog zo grotesk en de motieven nog zo dubieus, de radicale ommezwaai van Meta is terecht. De vrijheid van meningsuiting online moet hoognodig worden verruimd, om de Amerikaanse democratie bestand te maken tegen alles wat ze komende jaren voor haar kiezen zal krijgen.

Zuckerberg was ooit een vurig pleitbezorger van de vrijheid van meningsuiting, die inhoud zoals Holocaustontkenning ondanks talrijke protesten toestond. Maar na beweringen over Russische online-inmenging in de eerste verkiezing van Donald Trump in 2016 en een golf van desinformatie rond de Covid-19-pandemie in 2020 trad het bedrijf hard op tegen een breed scala van ‘legale maar verwerpelijke’ content, van kwakzalverij tot bizarre groeperingen als QAnon.

Over transgender-rechten kan op Facebook niet meer vrij worden gedebatteerd

Wat eerst nog gezond verstand leek, is steeds meer ten koste gegaan van de vrijheid van meningsuiting van gebruikers. Om nog maar te zwijgen van de vrijheid van vergissing; in enkele gevallen zijn volstrekt juiste beweringen geblokkeerd, zoals toen Facebook een New York Post-verhaal over Joe Bidens zoon Hunter tegenhield, dat waar bleek te zijn.

De definitie van haatzaaien is dusdanig verruimd dat er bijvoorbeeld niet meer vrijelijk over transgenderrechten kan worden gedebatteerd. De geautomatiseerde filters zijn zo streng dat Meta zelfs toegeeft dat 10 à 20 procent van de verwijderde content ten onrechte is verwijderd. Het is dan ook verheugend dat Zuckerberg heeft toegezegd factchecking te vervangen door meldingen die gebruikers zelf kunnen plaatsen, en de regels voor gevoelige onderwerpen als gender te versoepelen.

Toch zijn er ook risico’s. Zuckerberg erkent dat moderatie vaak een kwestie van water bij de wijn is en dat zijn nieuwe regels voor meer „narigheid” online zullen zorgen. Adverteerders, die gebrand zijn op ‘merkveilig’ inhoud, zullen zich hiertegen verzetten.

Een ander gevaar is dat platforms ‘vrijheid van meningsuiting’ als excuus gaan gebruiken om te beknibbelen op het indammen van illegale content, wat immers een kostbare en ingewikkelde procedure is. Op X, waar Elon Musk een groot deel van het moderatieapparaat heeft ontmanteld, nam tijdens een recente reeks rellen in het Verenigd Koninkrijk het aantal berichten dat aanzette tot geweld – een strafbaar feit – hand over hand toe. Telegram, een libertair netwerk dat populair is in Rusland, is vanwege zijn gebrek aan toezicht en beheer een toevluchtsoord geworden voor criminelen.


Lees ook

Zuckerberg verspreidt nu zelf misinformatie

Een reclame van de Britse zender Channel 4 neemt in Londen Mark Zuckerberg op de hak.Foto James Veysey/Shutterstock

Paniekerige topman

De beste manier om je tegen deze gevaren te wapenen is door transparant te zijn over hoe de regels tot stand komen. De onafhankelijke raad van toezicht van Meta die sinds 2020 over de waarden en normen waakt, lijkt door de aankondiging van deze week op het verkeerde been gezet. Na de maatregelen eerst nog te hebben gesteund, heeft de raad er nu zijn zorgen over geuit. De regels voor wat al dan niet online kan worden gezegd, moeten transparant worden uitgelegd en verdedigd, en niet al vóór de inauguratie van Trump door een paniekerige topman worden afgeschaft.

Desondanks heeft Meta een stap in de goede richting gezet. Sociale netwerken moeten illegale inhoud weren. En met het oog op adverteerders en gebruikers willen ze het waarschijnlijk beschaafd houden. Maar ze moeten zich niet langer bezighouden met wat goed of fout is. Alleen een dwaas gelooft alles wat op zijn tijdlijn verschijnt.

Dit artikel verscheen eerder in The Economist en werd geselecteerd en vertaald in samenwerking met 360 Magazine. The Economist vermeldt geen auteursnamen bij zijn stukken.