Opinie | Xi is alleen een vredesduif als het hem uitkomt

In maart vorig jaar stapte een onverwachte vredestichter het wereldtoneel op: Xi Jinping. Dat gebeurde toen de Chinese leider met succes bemiddelde tussen de twee landen die elkaar de hegemonie over het Midden-Oosten betwisten: Iran en Saoedi-Arabië. Een paar maanden later wisselden de aartsrivalen ambassadeurs uit. Volgens de Chinese regering was deze diplomatieke doorbraak nog maar een begin. Voortaan zou China vredestichtend door de wereld gaan. Vrede in Oekraïne, vrede tussen Israël en de Palestijnen, vrede overal, dankzij China. Wat zit er achter dit zelfgeproclameerde pacifisme? En wat is er tot nu toe van terechtgekomen?

In de ideale wereld heeft een wereldmacht als China mondiale verantwoordelijkheden, in de reële wereld laat ook China zich leiden door eigenbelang. Bovenaan het Chinese belangenlijstje in het Midden-Oosten staat olie. De Volksrepubliek moet ruim 70 procent van haar oliebehoefte importeren. China’s op een na grootste leverancier is Saoedi-Arabië (de grootste is sinds 2023 Rusland). Het koopt ook steeds meer olie uit Iran. Geen enkel ander land importeert zoveel olie uit het Midden-Oosten als China. Voor Beijing is stabiliteit in de regio dus van vitaal belang.

Traditioneel rustte China’s buitenlandse politiek op drie beginselen: niet opvallen, buiten andermans zaken blijven en een neutrale positie innemen in buitenlandse conflicten. Ze stammen uit de tijd dat China internationaal nog weinig voorstelde. Hou je gedeisd en beid je tijd, zei de economische hervormer Deng Xiaoping, die immers goed begreep dat China eerst een economische grootmacht moest worden voordat het een internationale hoofdrol kon spelen.

Oude pijlers

Inmiddels is China een economische wereldmogendheid geworden en hoeft Xi zijn tijd niet meer te beiden. Het beginsel van de niet-inmenging wordt nog altijd beleden, zij het slechts met de mond. En het neutraliteitsprincipe geldt alleen nog maar als het uitkomt. Kortom, China gedraagt zich zoals wereldmachten zich plegen te gedragen. De oude pijlers van de buitenlandse politiek wankelen of zijn al ingestort, een nieuwe is ervoor in de plaats gekomen: de Chinese Droom van Xi Jinping. Daarin droomt de leider over een land dat definitief de ‘eeuw der vernedering’ – de tijd waarin China een speelbal was van de westerse mogendheden en Japan – achter zich heeft gelaten. Over een land dat zich, onder leiding van de communistische partij en zo lang mogelijk onder die van hemzelf, ontwikkelt tot het rijkste en machtigste land op aarde. Over een land dat de westerse wereldorde vervangt door een van Chinese snit. Die droom bepaalt Xi’s nationale en internationale beleid, het vredesbeleid inbegrepen.

Vredesbeleid? Hoe is dat te rijmen met China’s allesbehalve vreedzame gedrag in tal van conflicten? De voorbeelden zijn legio. Denk aan de afgedwongen assimilatie van Oeigoeren en Tibetanen, de onderwerping van Hongkong, de vervolging van critici in binnen- en buitenland. Aan de verspreiding van nepnieuws, de cyberaanvallen, spionageacties en beïnvloedingsoperaties. Of aan het agressieve optreden in China’s territoriale conflicten met de landen rond de Zuid-Chinese Zee, en met Taiwan, India en Japan.

In deze conflicten is China tot geen enkele concessie bereid, want er zouden nationale ‘kernbelangen’ in het spel zijn. Daarover is geen discussie mogelijk. Vrede kan in Chinese ogen alleen maar betekenen dat China’s vijanden ophouden die ‘kernbelangen’ te weerstaan. Machtspolitiek en eigenbelang dus. Een typisch staaltje van realisme, de meest harde denkrichting in de theorie van de internationale relaties. Maar tegelijk laat Xi zich met het mantra over China’s ‘vreedzame opkomst’ en met zijn vredesinitiatieven ook van een vriendelijke, haast idealistische kant zien. Een paradox?

Xi schaarde zich de facto achter Hamas, een gotspe voor een land dat het bloed van terroristen kan drinken

Niet echt. Het vredesakkoord tussen Iran en Saoedi-Arabië diende een groot Chinees belang: de behoefte aan energie. Het getuigde van de groeiende invloed van China in het Midden-Oosten, ten koste van de VS. Washington had in de regio de ene verloren oorlog na de andere gevoerd, terwijl China zonder oorlog steeds verder oprukte. Daar kwam bij dat China, de grootste handelspartner van elf Midden-Oosterse landen, graag op goede voet staat met landen die zelf elkaars vijanden zijn.

Tweestatenoplossing

In het oudste conflict van de regio is de Volksrepubliek lange tijd een politieke evenwichtskunstenaar geweest: ideologisch neigde ze naar de Palestijnen, economisch naar Israël. De innige zakelijke relaties met Israël werden de VS te gortig. Washington beval de Israëliërs de Chinese investeringen in hightech en kritische infrastructuur terug te schroeven. Intussen had Xi Jinping aangeboden te bemiddelen tussen Jeruzalem en Ramallah. Hij ontving zowel de Israëlische premier Netanyahu als de Palestijnse president Abbas in Beijing. Maar Xi’s vredesvoorstel was niet meer dan een herhaling van de vrome wens over een tweestatenoplossing.

Na de moorddadige expeditie van Hamas op 7 oktober nam China weinig tijd om partij te kiezen tegen Israël, op grond van het buitensporige geweld in Gaza. Daarmee schaarde Xi zich de facto achter Hamas. Een gotspe voor een land dat het bloed van terroristen wel kan drinken. Maar wel verklaarbaar: Hamas en zijn patroon Iran zijn als vijanden van de VS de vriend van China, en Iran is een informele bondgenoot van het duo China-Rusland. Jammer dus voor Xi dat Saoedi-Arabië heeft meegewerkt aan het neerhalen van de raketten en drones die Iran afvuurde op Israël ter vergelding van de verwoesting door Israël van het Iraanse consulaat in Damascus. De vrede tussen Teheran en Riad stelt dus niet veel voor.

Toch geeft Xi zijn pogingen niet op om een hoofdrol te spelen bij de oplossing van het Gazaanse drama, waardoor China een sleutelpositie zou krijgen in het Midden-Oosten. Op Xi’s uitnodiging hielden de rivalen Hamas en Fatah eind april overleg in China. Voor zover bekend is daar zoals gebruikelijk niets uitgekomen. Samen met de Franse president Macron deed Xi deze week in Parijs een dringend beroep op Israël om geen offensief te beginnen tegen Rafah.

China is echter niet gekwalificeerd als bemiddelaar, net zomin als de VS. Want beide landen zijn partijdig: China is vriend van Iran, Amerika is de beschermheer van Israël. Hetzelfde geldt voor de oorlog in Oekraïne: president Biden is een vijand van Poetin en de belangrijkste wapenleverancier van Oekraïne, Xi levert Rusland goederen en technologie voor zijn wapenindustrie en is dik bevriend met Poetin. Xi heeft president Zelensky zegge en schrijve één keer – telefonisch – gesproken, terwijl Xi en Poetin elkaar sinds 2013 al ruim veertig keer hebben ontmoet. Volgende week zien ze elkaar in Beijing opnieuw.

In geweldsconflicten waarin zijn eigen territoriale aanspraken niet in het geding zijn, roept China ritueel op tot kalmte en vrede. Ook de Chinese slogans en de door Xi opgerichte organisaties voor de nieuwe wereldorde verkondigen vrede, veiligheid en voordeel voor iedereen. Veel landen van het Mondiale Zuiden voelen zich daardoor sterk aangesproken. Als het aan Xi ligt, staat de wereldvrede voor de deur. Met de aantekening dat de wereldvrede van Xi een ander woord is voor Chinese wereldhegemonie.


Lees ook
‘Dit is een land waar alle zuurstof uit is verdwenen’

Beijing, 2023. Politieagenten houden toezicht in Station West.