Ongebreideld enthousiasme is voor volwassenen buitengewoon zeldzaam, nagenoeg uitgestorven. Al helemaal in de politieke arena, waar geestdrift en inzet zomaar kunnen leiden tot politieke zelfmoord. Reden te meer dat het optreden van demissionair minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Robbert Dijkgraaf mij bijzonder raakte.
In een kort filmpje dat, geheel volgens uitgekiende algoritmes, in mijn tijdlijn voorbijkwam, vertelde hij iets over een bezoek aan het buitenland. Met bijbehorende ‘vakantiefoto’s’ (op karton geprinte platen) wist hij het kleine groepje dat in de Tweede Kamer aanwezig was, mateloos te boeien. Het waren beelden van een recent bezoek aan Chili. Daar staan al een aantal grote telescopen en wordt samen met diverse Europese landen, waaronder Nederland, aan een nog grotere gebouwd. Vooral bij de uitleg hoe één van deze telescopen ruis uit de lucht kan filteren (alsof je zonder vervormingen naar de bodem van een zwembad kan kijken) twinkelden de ogen van Dijkgraaf als van een personage uit een boek van Roald Dahl.
Oprecht gevoel van verantwoordelijkheid
Soms vraag ik me wel eens af waarom een van de grootste wetenschappers van ons land, voorheen werkzaam aan een prestigieus instituut in de Verenigde Staten, ervoor koos om de politiek in te gaan. Ik heb het hem nooit persoonlijk kunnen vragen, maar misschien was het een experiment. De hypothese? Wat als ik mijn bestaan ineens vul met een hoge frequentie van lichte deeltjes in plaats van een lage van zware; wat gebeurt er dan met de tijd?
Maar misschien was het juist geen cynisch experiment maar een oprecht gevoel van verantwoordelijkheid. In de politiek worden immers dagelijks keuzes gemaakt die een verschil maken voor anderen, binnen en buiten Nederland, vandaag en voor over tientallen jaren. En misschien is het juist omdat Dijkgraaf als geen ander ziet hoe de samenleving zich steeds meer ten prooi laat vallen aan oppervlakkige deiningen van de waarheid, dat hij daar waar we besluiten nemen over hoe we onze samenleving inrichten, iets wilde veranderen.
Want hoewel de Tweede Kamer inmiddels heeft ingezien dat een mobiele telefoon kinderen op school chronisch afleidt en opsluit in een digitaal isolement en ze daarom heeft verboden, zou zij op z’n minst zelf ook aan dit inzicht gehoor moeten geven door ook een paar grote kluizen bij de ingang op te hangen en een debat te voeren zonder X-relletjes en haatmail.
Ik denk dan aan de voorgangers van Dijkgraaf. Albert Einstein, Niels Bohr of Nikola Tesla; hadden zij de ontdekkingen kunnen doen die ze hebben gedaan als ze in een veelheid aan Whatsappgroepen en mailinglijsten hadden gestaan? Als ze voor elk experiment een nieuwe beurs hadden moeten aanvragen? Ik betwijfel het.
Verwachte ontslagdatum
Dijkgraaf was voorafgaand aan zijn ministerschap directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton. Het is een plek waar ze meer dan ooit ruimte maken voor de geest, die, als hij tot iets zinnigs wil komen, ruimte en tijd moet hebben. En dat geldt niet alleen voor wetenschappers, zo stelde tegenhanger van Dijkgraaf Kamagurka, de cartoonist, enkele maanden geleden in Zomergasten. „Iedereen heeft ideeën”, stelde hij, „de meeste mensen hebben alleen geen tijd om ze tot wasdom te laten komen.”
We lijken te lijden aan chronische haast. Hijgend staan onze reporters bij de deur van de formatieonderhandelingen te wachten om te kijken of de kopstukken al tot een akkoord zijn gekomen. Driftig klikken de oppassers van de crèche tussen de fruithapjes door op hun mobiele telefoons om ouders een update te geven over hoe hun kind een blokkentoren bouwt. Nog voor ik visite heb kunnen lopen bij de patiënten die de vorige dag zijn geopereerd, staat er al iemand met een klembord om te vragen wat de ‘VOD’ vandaag is: de ‘verwachte ontslagdatum’. Als we niet opletten, gaan ons eigen geluk, onze ideeën en onze vooruitgang ten onder aan deze ‘VOD-mentaliteit’.
Lees ook
Hoe vind je als gentrificatie-yup nog verbondenheid?
Het was afgelopen dagen een sterk geluid dat de Eerste Kamer liet horen bij het aannemen van de spreidingswet. Een geluid waarbij getoond werd dat er wel degelijk plaats is voor een onafhankelijk, weloverwogen besluit ondanks het gejoel van het volk buiten de muren.
Zoals Ilja Leonard Pfeijffer het uitmuntend verwoordt in Alkiabiades: „Omdat democratie per definitie stoelt op het collectieve oordeel van het volk, is zij onderworpen aan de turbulentie van opvliegendheid van oncontroleerbare emoties […] Om de democratie naar behoren te laten functioneren is het derhalve essentieel om mechanismen in te bouwen die afstand scheppen, vertragen en gevoelens afkoelen.” Ik hoop dat de huidige Kamerleden zich die wijsheden uit de klassieke oudheid gunnen.
Leest u dit artikel terwijl u uw kind op de schommel duwt, uw noodzakelijke kilometers wegtrapt op een hometrainer of in een pan staat te roeren? Stop dan alsjeblieft. Laat de wereld in één dimensie tot u komen, alsof u door een telescoop lichtjaren vooruitkijkt. Vol enthousiasme, zonder rimpelingen. En waarde demissionair minister, ik wens u alle goeds bij uw volgende experiment.