Opinie | Wat telt als een abortus? Betutteling van vrouwen is nooit ver weg

In de eerste maanden van dit jaar was het groot nieuws dat de abortuscijfers in de periode 2019-2024 fors zouden zijn gestegen. Praatprogramma’s hielden zich ermee bezig, Den Haag kwam in actie. Begin maart werd in de Tweede Kamer een motie van de SGP aangenomen om uit te zoeken of het recente afschaffen van de vijf dagen bedenktijd er mede debet aan is, evenals een motie om extra maatregelen te nemen om onbedoelde zwangerschappen te voorkomen.

Maar men lijkt iets over het hoofd te zien. Het staafdiagram van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd dat de aanleiding tot de commotie is, laat alleen een stijging zien vanaf de periode vóór de uitgebleven menstruatie tot aan de zesde week daarna (de achtste ‘zwangerschapsweek’). Voor alle perioden na die tijd toont het zelfs een daling. Vrouwen zijn dus juist voorzichtiger geworden.

Iedere vrouw die een bevruchting ongedaan wil laten maken doet dat natuurlijk het liefst in een zo vroeg mogelijk stadium, al was het maar omdat het anders voor haarzelf steeds zwaarder wordt. En door nieuwe technologie kan dat sinds kort al heel vroeg. Met de ultravroege test van Clearblue valt een bevruchting al te detecteren voordat er een menstruatie uitgebleven is en voordat de eicel volledig ingenesteld is.

Een nadeel van deze test, in 2016 geïntroduceerd, is dat hij de definitie van zwangerschap heeft veranderd. De fabrikant droeg daar zelf aan bij door hem in een roze met blauwe verpakking te leveren en ‘zwangerschapstest’ te noemen, in plaats van bijvoorbeeld ‘bevruchtingstest’ of ‘zaadceldetector’. Romantisch voor wie naar een zwangerschap verlangt, maar niet voor wie haar vreest. Want dan doemt het beladen woord ‘abortus’ op.


Lees ook

Moties abortusrechten zijn eerste stap tot het inperken van vrouwenrechten

Moties abortusrechten zijn  eerste stap tot het inperken van vrouwenrechten

Veilige medicatie

Voor een abortus is tegenwoordig eenvoudige, goedkope en veilige medicatie beschikbaar. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) betoogt dat deze pillen tot de tiende week na een bevruchting zonder dokter kunnen worden gebruikt. Maar volgens de Nederlandse abortuswet van ruim veertig jaar geleden moet zelfs dat onder dokterstoezicht gebeuren, zodat dit ook tot een tik op de teller van de Inspectie leidt.

Tot twee weken na een gemiste menstruatie kende de wet tot voor kort de ‘overtijdbehandeling’, wat juridisch gezien geen abortus was. Bij de telling betrof dit in 2019 ongeveer een derde van de ‘abortussen’, en nu dat aandeel flink is gegroeid, telt zelfs de huidige VEMA (‘very early medical abortion’) als een abortus – ook al is de echo ervoor afgeschaft omdat deze dan nog geen embryo laat zien.

De ultravroege test toont bovendien een bevruchting aan in de weken met een grote kans dat deze niet tot een zwangerschap leidt. Mensen met een gewenst positieve test krijgen daarom vaak het advies om dit tot zelfs de twaalfde week geheim te houden, omdat 20 procent van de bevruchte eicellen in die tijd nog afgestoten wordt. Omgekeerd nemen vrouwen met een prille ongewenste bevruchting de gok niet dat die vanzelf nog verdwijnt. Veiligheidshalve melden ze zich meteen bij de abortusarts. Ze zijn het spontane afstoten dus vóór, wat kan verklaren dat het aantal allervroegste ‘abortussen’ wat meer is gestegen dan dat de latere zijn gedaald.

Er heeft, anders gezegd, een vorm van ‘concept creep’ plaatsgevonden. Die uitdrukking bestaat internationaal voor termen zoals ADHD en autisme. Daarvan is de betekenis door de jaren heen stapsgewijs uitgebreid, zodat ze op steeds meer mensen van toepassing werden, met alle gevolgen van dien. Herkennen van dit proces bij de woorden als ‘zwangerschap’ en ‘abortus’ vergt enig historisch inzicht. Dat geeft tegelijk meer besef van de oude beddingen en karrensporen die de hedendaagse discussies meebepalen.


Lees ook

‘Waarom zou een embryo meer rechten hebben dan de zwangere, die een heel leven heeft’, zegt de abortusarts

Monique Opheij: „We kregen vrijdag alweer nieuwe abortusgerelateerde Kamervragen binnen – het gaat maar door.”

Om met dat laatste te beginnen: elke zwangerschap ontstaat door een man, maar in het abortusdebat praten we over ‘zwangere vrouwen’ of ‘bevruchte eicellen’ alsof de wind ze veroorzaakt heeft. Eventuele extra maatregelen om een onuitgenodigde bevruchting te voorkomen zouden dan ook eindelijk op jongens en mannen moeten worden gericht. Die moeten leren zichzelf te reguleren, tenzij hun partner expliciet de intentie heeft een kind te krijgen.

Al in de oudheid konden vrouwen door grote schrik bevangen raken als hun menstruatie uitbleef. Ze gebruikten daar toen al middelen tegen, zoals giftige kruiden, puntige voorwerpen en uitwendig geweld. Dat ze daar tot ver in de twintigste eeuw de prijs van zelfvergiftiging, infecties, en lichamelijke beschadigingen hebben betaald, toont op zich al dat ongewilde zwangerschap een ware hel op aarde kan zijn.

Ontmenselijking

Sommigen brachten onder woorden dat het als een langdurige verkrachting voelt, met de bevalling als de gewelddadigste fase, en een ongewenst kind als resultaat. Het is ook een ultieme vorm van ontmenselijking, die geen vrouw meer zou moeten worden aangedaan. Zwangerschap is net zoals seks fijn als je het graag wilt maar onverdraaglijk als het moet.

Anti-abortusactivisten zijn hier echter blind voor. Benamingen zoals ‘mars voor het leven’ en ‘bescherming van het leven’ slaan niet op de vrouw die een leven heeft, maar alleen op het nieuwe leven dat ongevraagd in haar lichaam is gebracht. Filosofen gebruiken de Griekse woorden ‘bios’ voor ‘een leven hebben’, en ‘zoë’ voor ‘in leven zijn’. Beide zijn beschermwaardig maar bij een noodzakelijke keuze laten we bios altíjd boven zoë prevaleren, want anders zouden we zelfs geen planten mogen eten of vaccins mogen maken. Bij tegen hun wil bevruchte vrouwen verliezen velen het onderscheid echter uit het oog, met als gevolg dat zij uitgesloten worden van het recht om zelf te beslissen wat er met hun lichaam gebeurt.

In het abortusdebat praten we over ‘zwangere vrouwen’ of ‘bevruchte eicellen’ alsof de wind ze veroorzaakt heeft

In zekere zin was het een geluk dat er tot in de twintigste eeuw geen zwangerschapstests waren. Daardoor konden vrouwen na een uitblijvende menstruatie relatief vrij aan het ‘opwekken van de maandstonden’ doen. Al verboden zelfverklaarde vertegenwoordigers van God (altijd mannen) het, vrouwen hadden dus meer ruimte om zelf te bepalen of een bevruchting een bevalling moest betekenen.

Het was pas in 1811 dat hier in de Nederlanden een wettelijk verbod op kwam. Ons land was toen door Napoleon onder rooms bewind gebracht. De dictator had behoefte aan soldaten en noemde vrouwen openlijk ‘baby-machines’. De vertaalde Franse Code Pénal schreef dan ook een tuchthuisstraf voor aan iedere vrouw die „zichzelve een misdragt bewerkt zal hebben” en aan ieder ander die een „misvallen” bewerkstelligd had.

Vanaf toen begon het ontmenselijken van vrouwen door de overheid, al kwam het woord abortus er nog niet aan te pas. Halverwege de negentiende eeuw begon de term dispositio abortiva, neiging tot verwerpen van de vrucht, te vallen. Het ging aanvankelijk om pogingen tot voorkomen van een spontane miskraam. Daaruit is vervolgens de uitdrukking abortus provocatus afgeleid, die echter ook de huidige betekenis niet had. Bij baringsproblemen was de keizersnede nog niet veilig en als door een vernauwing van het baringskanaal zowel het kind als de vrouw een langdurige marteldood dreigde te sterven, pasten de hulpverleners een zogeheten ‘kunstgreep’ toe. Tot ellende van ook de hulpverleners betekende een kunstgreep dat het kind inwendig werd gedood om tenminste de vrouw te sparen, die vaak moeder van eerdere kinderen was. Maar van de religieus geïnspireerde wet mocht dit niet en daarom bedachten gynaecologen rond 1900 de term abortus provocatus, hopend dat Latijn in gelovige kring overtuigender klonk.

‘Medisch-ethische kwestie’

De dokters gingen nu echter op alle fronten strijden voor de autoriteit van hun beroepsgroep. Zij stelden dat alleen zij voortaan zouden mogen bepalen of een bevruchting een, of juist geen, bevalling moest impliceren. De toenmalige gynaecologen erkenden weliswaar dat hun concurrenten zoals vroedvrouwen veilig zwangerschappen konden beëindigen, maar vooral moreel gezien moest dit een beslissing van gediplomeerde medici (altijd mannen) zijn. De gezaghebbende gynaecoloog Hector Treub voerde daarom de Latijnse uitdrukking abortus provocatus criminalis in voor elke zwangerschapsbeëindiging zonder artsendiploma.

Het ging de toenmalige gynaecologen er kortom om dat zwangerschapsbeëindiging een ‘medisch-ethische kwestie’ moest zijn. En zo zien velen deze nog altijd, ondanks dat organisaties als de WHO nu betogen dat de huidige pillen tot de twaalfde zwangerschapsweek zonder dokterstoezicht kunnen worden gebruikt. Een pil slikken kan een vrouw zelf wel en ook met een relatief heftige menstruatie weet ze wel raad, want er treden immers ook veel spontane vroege miskramen op.

Maar nog even terug in de tijd. In de eerste decennia van de twintigste eeuw raakte de abortus provocatus criminalis afgekort tot ‘abortus’. Dit en eigenlijk alles wat vrouwen aanging werd nu behalve een religieuze ook een medisch-ethische kwestie. En dat altijd met het argument dat vrouwen de verantwoordelijkheid niet kunnen dragen om zelf te bepalen wat er met hun lichaam gebeurt.

Abortus heeft nog altijd de bijklank van een ‘abortus provocatus criminalis’, velen spreken van ‘abortus plegen’ terwijl men verder nooit een medische behandeling ‘pleegt’

In de jaren dertig van de vorige eeuw kwamen er bijvoorbeeld tampons van het merk Tampax beschikbaar als alternatief voor uitwendig maandverband. Vrouwen verwelkomden ze dankbaar, maar het priesterblad Nederlandse Katholieke Stemmen betoogde dat ze door het benodigde „manipuleren aan de vulva […] tot blijvende zonde komen”. Volgens de Nederlandse Gynaecologische Vereniging konden tampons hooguit bij uitzondering „worden toegestaan” en dan pas na „inwendig medisch onderzoek door een arts”. Dat was in 1938 en de tijden veranderden voorlopig niet. Rond 1970 kwam bijvoorbeeld een test op de markt, bedacht door een vrouw, waarmee thuis vanaf veertien dagen na een uitgebleven menstruatie een bevruchting te registreren viel. Artsen betoogden prompt dat ook deze zogeheten Predictor (voorspeller!) moest worden verboden. Vrouwen zouden daarmee „seksuele problemen voor de dokter proberen te verbergen”.

Natuurlijk werden dergelijke middelen toch gebruikt en zo ging ook het kat-en-muisspel over de plicht tot zwangerschap voort. Iets eerder hadden vrouwen zelf de vacuümmethode ontwikkeld. Ze werkten met een canule die relatief gemakkelijk door de baarmoedermond te voeren was en voor het vacuüm desnoods een omgebouwde fietspomp.

Ongeveer gelijktijdig ontdekten vrouwen het goedkope en vrij beschikbare maagmiddel Cytotec (misoprostol) dat men volgens de bijsluiter bij een mogelijke zwangerschap niet moest gebruiken. Toen deze menstruatie-opwekker verder ontwikkeld was, kwamen liberale kranten met koppen over een „wonderpil die het abortusprobleem uit de wereld gaat helpen”. Ook zij beschreven misoprostol dus niet als een abortivum, en toen even later mifepriston werd ontwikkeld, presenteerde de uitvinder deze stof als een ‘contragestivum’, dat wil zeggen een „middel tegen zwangerschap”.

Maar christelijke kranten kwamen met tegenkoppen zoals „Wel degelijk abortus!”. Dat breidde de betekenis van ‘abortus’ uit naar het ongedaan maken van zelfs zo’n allerprilste bevruchting.

Strafwet

Onder het bewind van de katholieke minister Dries van Agt (Justitie, KVP) werd er in die tijd een volgend Wetboek van Strafrecht voorbereid. Van Agt was er open over dat zijn wetgeving de ontstane vrijheid terug moest gaan dringen. De vrouwenbeweging protesteerde heftig, maar ‘zwangerschapsafbreking’ bleef in de strafwet staan. Het was strafbaar met uitzondering van voorwaarden die in de Wet afbreking zwangerschap kwamen te staan. Een ‘afbreking’ mocht als een speciaal bevoegde abortusarts haar uitvoert, nadat die een ‘noodsituatie’ bij de vrouw heeft vastgesteld, die nu ook van psychische aard mocht zijn. Daarbij hoorde de verplichting van vijf dagen bedenktijd voor de vrouw plus voorlichting over voorbehoedsmiddelen, evenals een ondervraging over haar motieven en moreel besef.

Dat leverde eindelijk de zwaarbevochten ruimte op om legaal een bevruchting ongedaan te maken. Maar tegelijk bleef dit op zijn best een medisch-ethische aangelegenheid. Het woord abortus heeft ook nog altijd de bijklank van een abortus provocatus criminalis, en velen spreken nog van ‘abortus plegen’ terwijl men verder nooit een medische behandeling ‘pleegt’. Misoprostol en mifepriston zijn samen ‘de abortuspil’ gaan heten.


Lees ook

17 jaar en ongewenst zwanger: ‘Ik had het gevoel dat ik me moest verstoppen’

Alina Chakh beëindigde op haar zeventiende een ongewenste zwangerschap.

Hedendaagse abortusartsen zijn vriendelijke en verstandige mensen die je op je gemak stellen en je niet over je motieven doorzagen. Maar politieke partijen voor wie elke bevruchting eigenlijk een bevalling moet betekenen, kunnen die oude wet weer letterlijk gaan nemen waarmee de betutteling van vrouwen weer wordt vergroot. Daar kregen we dezer dagen dat voorproefje van, nu niet meer alleen van de SGP en de ChristenUnie maar ook van de nieuwe rechtse partijen.

Nog meer vrouwen zullen echter de ultravroege test gaan gebruiken, zodat de teller bij een volgende wetsevaluatie weer omhoog zal zijn gegaan, wat velen weer als een nationale ramp zullen zien. Stel dat er straks een nóg vroegere test komt, dan zouden de vrouwen er nóg eerder bij kunnen zijn. Het woord abortus zal dan vroeger dan ooit van toepassing worden geacht. Strikt genomen is in dat geval ook de morning-afterpil een abortivum, en zeker het spiraaltje dat mogelijk maandelijks een eicel met doorgedrongen zaadcel de laan uit stuurt. Dit is een leerzame speculatie want de vrouwen moeten dan ook daarvoor naar een speciaal soort arts, die de gegeven hulp als een abortus meldt. Puur door concept-creep zal de verontwaardiging over de ‘opnieuw gestegen abortuscijfers’ daarna andermaal niet van de lucht zijn. Volgens de eeuwenoude dubbele moraal zal de verantwoordelijkheid voor de onuitgenodigde bevruchting weer geheel bij de vrouwen worden gelegd, terwijl hun tegelijk het verstandelijke en morele vermogen om die te dragen wordt ontzegd.