Opinie | Wat je nu ziet in de Tweede Kamer: kortetermijndenken ten voeten uit

Het verzet in Oost-Europa, lange tijd taai, is vrijwel gebroken: de benoeming van Mark Rutte als secretaris-generaal (SG) van de NAVO is zo’n beetje rond. Nu nog wat rituele dwarsliggers sensibiliseren en de fles kan ontkurkt worden. Benieuwd of Rutte ooit zijn mening nog geeft over een coalitie van de VVD met Geert Wilders. Iets zegt me dat zijn enthousiasme behoorlijk beperkt is.

Zoals het voor hem als nieuwe SG NAVO ook niet aanlokkelijk zou zijn wanneer blijkt dat Nederlandse politici hun loyaliteit aan het Kremlin hebben verpatst. Helemaal als uitkomt wat je deze week onder kenners opving: dat deze kwestie nog behoorlijke binnenlandspolitieke impact kan krijgen.

Terwijl het reguliere Kamerwerk in de formatie doorgaat komen de contouren van het post-Ruttetijdperk in beeld. Decennia was de democratie gebaseerd op vertrouwen en zelfbeheersing. Nu zie je de omslag naar vechtlust en zelfpromotie. En zoals in de formatie steeds blijkt dat radiostilte een theoretische kwestie is geworden, zo kun je voorzien dat na de formatie in de Kamer de pogingen om ophef te creëren in intensiteit toenemen. Allemaal de winnaar kopiëren: wie is de Geert?

Baudet gaf vorige week met zijn dreigement aan Jesse Klaver het voorbeeld. Het schreeuwt om normering: afspraken over de grenzen waarbinnen het debat zich afspeelt. Over schelden, dreigen, etc. Anders hebben we straks een nieuwe democratie van vechtlust, zelfpromotie én zelfvernietiging.

Caroline van der Plas bezocht tijdens Pasen met Nederlandse bloemisten Rome om de zegen van de paus over de formatie te vragen. Het was gelukt. “Ik ben helemaal positief”, zei ze tegen de NOS. De reactie van Pieter Omtzigt, net als Van der Plas iemand met katholieke wortels: “Dat kan zeker geen kwaad.”

Een columnist van de Volkskrant riep vrijdag in herinnering dat Wilders bij het begin van de formatie nog een stukje op X verspreidde waarin Omtzigt een “katholieke gluiperd” wordt genoemd. Dit compliment had de paus, een drukbezet man, mogelijk gemist.

Bij mij riep het iets anders op. De radicaliteit van Wilders’ rechtse agenda heeft altijd een atheïstisch karakter gehad. Dus ik dacht: wat zijn, los van bekende kwesties (migratie, EU-scepsis, etc.) eigenlijk conservatieve thema’s waarop deze vier elkaar vinden?

Spookhuis

Lees de verkiezingsprogramma’s en je ziet: dit kan wel eens tegenvallen. Deze week keerde NSC zich met de PVV en BBB tegen de Transgenderwet in de Kamer, een standpunt uit het NSC-programma. De VVD hield zich op de vlakte, maar maakt in haar programma bezwaren tegen “conservatiefreligieuze gemeenschappen” die de “acceptatie van LHBTIQ+’ers” onderdrukken.

Dit hoeft niet alles te zeggen. Ook de PVV is bezorgd over het lot van LHBTIQ+’ers – maar dan om haar bezwaren tegen islamitisch onderwijs te onderbouwen. Hoe je het ook wendt of keert: hier neemt Wilders een anti-conservatief standpunt in.

Zo beland je met deze vier al snel in een spookhuis. BBB heeft weer een eigen invalshoek: de partij “erkent de unieke uitdagingen” voor transgenders maar als groep bestaan LHBTIQ+’ers niet. Ze worden in het verkiezingsprogramma niet eens genoemd.

Het conservatisme van deze vier komt dan ook, hoe paradoxaal, erg modegevoelig over. In de PVV, BBB en ook de VVD raken politici de laatste tijd niet uitgepraat over de gevaren van ‘woke’, maar toen de programma’s werden geschreven was dit onheil blijkbaar nog onvoldoende in beeld: geen partij heeft het erover.

En begin je over discriminatie, dan vallen ze volledig uit elkaar. NSC en de VVD benadrukken met zoveel woorden artikel 1 van de Grondwet. BBB is ook tegen discriminatie maar onderstreept dan meteen dat bij woningtoewijzing niemand achtergesteld wordt: “urgentie, niet afkomst” moet het criterium zijn. De PVV zegt het expliciet: de partij “maakt een einde aan de discriminatie van Nederlanders.” En: “De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme moet weg.”

Het onderstreept opnieuw dat deze formatie partijen met volmaakt botsende wereldbeelden bij elkaar moet brengen. Neem deze opvattingen over kolonialisme en slavernij:

NSC: “Kolonialisme en het slavernijverleden verdienen een duidelijke en vaste plek in ons geschiedeniscurriculum en in het cultuuraanbod, naast andere vormen van onderdrukking die onze samenleving uiteindelijk heeft overwonnen.”
PVV: “Excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties worden ingetrokken.” En: “Einde aan de linkse haat tegen helden uit onze geschiedenis.”

And never the twain shall meet.

Gevaren

Nu is het altijd zo dat een kabinet uit partijen met uiteenlopende wereldbeelden bestaat. De – papieren – extraparlementaire variant waaraan wordt gewerkt biedt hier ook ruimte voor. Tegelijk liet ik in een eerdere nieuwsbrief al eens zien dat deze partijen sterk verschillend denken over wat rechts is. En dit geldt dus ook voor hun kijk op conservatisme. Voor de kabinetsvorming hoeft het geen definitief beletsel te zijn. Maar omdat compromissen over identiteitskwesties (discriminatie, kolonialisme, etc.) lastiger zijn dan over reguliere beleidskeuzes zoals het begrotingstekort, is dit wel een handicap. Dus wat je krijgt mocht dit kabinet er toch komen: fixatie op de korte termijn. Deze week bracht de gevaren ervan in beeld.

Zo wilde staatssecretaris Hans Vijlbrief (Economische Zaken, D66) niets weten van mogelijk uitstel van de beëindiging van de Groninger gaswinning. Logisch na jaren van uitblijvende reacties van het Rijk op de aardbevingen. Maar er is een keerzijde. Als de VS in november Donald Trump kiezen als president, en Europa zonder Amerikaanse hulp Oekraïne militair blijft steunen, kan Russische sabotage van de gasverbinding met Noorwegen het dagelijks leven in de EU volledig verstoren: 30 procent van het gasverbruik in de EU kwam vorig jaar uit Noorwegen.

Normaal geldt: de vervuiler betaalt. Voor de boeren geldt: de vervuiler krijgt uitbetaald.

Dus dat mensen voor die noodsituatie gaswinning in Groningen achter de hand willen houden, is niet per se een krankzinnige gedachte. Nota bene de Noorse nationale veiligheidschef zélf waarschuwde zes weken terug voor het risico van een Russische aanval op Noorse installaties. Toch gaf Den Haag toe aan Vijlbrief.

Iets vergelijkbaars: het plan van minister Piet Adema (Landbouw, CU) voor uitbreiding van de opkoopregeling voor veehouders. Los van de stikstofkwestie dwingt de EU Nederland in te grijpen in de veestapel omdat er te veel nitraat in het oppervlaktewater terechtkomt door mestoverschotten. Een langslepende zaak: ik schreef er al in 1990 over.

Als landbouwgrootmacht kent ons land alle achterommetjes in Brussel, en dus bedong het in 2006 een soepele behandeling. Daar houdt Brussel nu mee op – vandaar Adema’s uitgebreide opkoopregeling. Toch zijn BBB en LTO tegen zijn plan. Zij willen, zeiden ze deze week, u raadt het al, dat ons land nogmaals een soepele mestbehandeling in Brussel bedingt.

Dit is dus een zaak van herhaaldelijk kortetermijndenken. En van een minister die de boerensector op zijn weg vindt hoewel hij een belangrijk beleidsprincipe voor die sector laat varen. Normaal geldt: de vervuiler betaalt. Voor de boeren geldt: de vervuiler krijgt uitbetaald. Nog zijn zij en BBB ontevreden. En die partij moet gaan regeren.

Het is kortetermijndenken ten voeten uit. Alles platslaan tot: what’s in it for us? Dinsdag werd in deze formatieronde voor het eerst over financiën gesproken. Ook hier herkenbare verdeeldheid. VVD en NSC staan in de conservatieve traditie van zuinig overheidsbeleid, terwijl PVV en BBB allereerst kijken of ze hun voorkeuren uitgevoerd kunnen krijgen.

En NRC beschreef donderdag op basis van een Duitse studie wat je in het laatste geval krijgt: data van ettelijke decennia tonen aan dat de economische prestaties van populisten slecht afsteken bij die van niet-populisten.

Kortetermijndenken is kortom niet consequentieloos.