Er waart een spook door onze landen: het spook van het alarmisme. De voorzitter van het NAVO Militair Comité, de Nederlandse admiraal Rob Bauer, bepleit een „oorlogstransformatie” van het bondgenootschap en de burgersamenleving. De Duitse minister van Defensie waarschuwt voor een toekomstige Russische aanval en maant ons tot paraatheid. In Zweden gebruikten regering en opperbevelhebber eveneens ronkende woorden: we zijn in de ernstigste veiligheidspolitieke situatie sinds de Tweede Wereldoorlog verzeild geraakt.
De betreffende topmilitairen en politici benadrukken dat ze geen alarmisten zijn – maar hoe moeten we hun uitspraken anders opvatten? Natuurlijk is een gezond wantrouwen jegens het Poetin-regime terecht. Maar de golf van alarmisme die nu met name de NAVO-landen overspoelt, is opvallend. De oorzaak van de omslag ligt mede bij het stokken van het Oekraïense offensief. Waar velen een jaar geleden nog hoopten dat de Oekraïners dankzij ‘ons’ wapentuig de Russen technisch knock-out zouden slaan, overheerst nu pessimisme. Dit vanwege de patstelling aan het front, het snelle opvoeren van de wapenproductie in Rusland en Poetins voortgaande gewetenloze verkwisting van mensenlevens.
Maar rechtvaardigt dit een radicale ‘oorlogstransformatie’? Dat is immers een transformatie met verreikende en ontwrichtende gevolgen. Onze economie zou er een op oorlogvoering gerichte economie door worden. De samenleving zou te maken krijgen met herinvoering van (vormen van) de dienstplicht. De kosten van de krijgsmacht zouden er minstens door verdubbelen. Dus geen 2 procent van ons nationaal inkomen, het huidige NAVO-streefpercentage, maar 4 procent of meer.
Verspilling van levens
Het is echter zeer de vraag of Rusland nog een existentiële militair-strategische bedreiging voor de NAVO zal zijn. Poetin weet heel goed dat hij niet achteloos kan blijven doorgaan met kostbare oorlogsproductie, want de Russische burgers willen voldoende consumptiegoederen. De verspilling van levens aan het front zal hopelijk zelfs de Russische legertop een keer te ver gaan. En de militaire kwaliteit van de Russische krijgsmacht blijft beperkt. Zelfs met een half miljoen man is die krijgsmacht slechts met moeite in staat een kleine 20 procent van het grondgebied te bezetten van de op papier veel zwakkere tegenstander Oekraïne. De kans dat Russische mariniers een landing op de kust bij Stockholm aandurven, is de aankomende jaren redelijk beperkt.
Wij kiezen voor een nuchtere en meer doelgerichte strategische route voorwaarts. Op kortere termijn liggen twee keuzes voor de hand. Ten eerste blijvende steunverlening aan Oekraïne (inclusief het gericht opvoeren van de productie van specifieke wapensystemen en munitie). Ten tweede het permanent ongedaan maken van de lichtzinnige defensiebezuinigingen in Nederland en andere NAVO-staten.
Lees ook
90.000 troepen, 50 schepen, 166 tanks: de grootste NAVO-oefening sinds de Koude Oorlog is een signaal aan Moskou
