Opinie | Waarom zou ik als Palestijnse journalist in de kracht van woorden blijven geloven?

Er zijn dagen dat ik wil vergeten dat ik Palestijnse ben, omdat de genocide die zich in Gaza voltrekt en de gevoelens van hulpeloosheid het persoonlijke en collectieve Palestijnse bestaan ondraaglijk hebben gemaakt. Er zijn ook dagen dat ik wil vergeten dat ik een Palestijnse journalist ben, omdat de krachtige woorden waar ik eens op vertrouwde nu, in het licht van de genocide in Gaza, zonder betekenis zijn. Mijn woorden en die van vele journalisten overal ter wereld, en zelfs de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, hebben de kinderen en vrouwen in Gaza niet het leven gered. Dus waarom zou ik blijven schrijven? Waarom zou ik in de kracht van woorden blijven geloven?

Na ruim elf maanden oorlog lijkt er geen reden te zijn om de wereld te vertellen dat de Israëlische regering Palestijnse kinderen en vrouwen opzettelijk laat verhongeren, omdat iedereen dit al weet. De wereld luistert niet naar een Palestijnse journalist die simpelweg om haar kritiek op het beleid van de Israëlische regering in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever wordt beschuldigd van antisemitisme, gebrek aan professionaliteit en onbetrouwbaarheid. En bovenal wordt de journalistieke geloofwaardigheid van veel Palestijnse journalisten in het Westen in twijfel getrokken, vooral omdát we Palestijn zijn.

In veel interviews, vooral met de westerse pers, kreeg ik consequent dezelfde vraag gesteld: hebben mijn Palestijnse identiteit en emotionele betrokkenheid bij de gebeurtenissen in Gaza invloed op mijn vermogen om onbevooroordeeld verslag te doen van de situatie die zich daar voltrekt? Het is belangrijk op te merken dat deze vraag niet alleen aan mij, maar aan veel Palestijnse journalisten wordt gesteld, zie recent het Zomergasten-interview met documentair fotograaf Sakir Khader.

Niet objectief

De vraag is zeer problematisch. Verondersteld wordt dat wij als Palestijnse journalisten daardoor de politieke omstandigheden in Gaza niet objectief kunnen verslaan, beschrijven en analyseren. Bovendien wordt de suggestie gewekt dat de Palestijnse identiteit als zodanig niet ethisch of onbevooroordeeld is.


Lees ook

Israëls obsessie met Palestijnse lichamen is morbide

Nabestaanden rouwen in een ziekenhuis in Rafah.

Nu denkt u misschien dat dit geval op zichzelf staat, maar de ontmenselijking van Palestijnse journalisten is helaas gebruikelijk. CNN en FoxNews beschrijven Palestijnse strijders als terroristen, The Washington Post en de BBC gebruiken termen als extremisten en militanten. Dat is problematisch omdat het ook het geweldloze verzet van de Palestijnen tegen bezetting onder de paraplu van terrorisme plaatst.

Palestijnse journalisten, experts en politici krijgen in sommige westerse pers alleen het recht om te spreken als zij het recht van Israël om zichzelf te verdedigen steunen en Hamas beschouwen als een terroristische beweging die geëlimineerd moet worden. Deze vragen vereenvoudigen het politieke discours en negeren de Israëlische bezetting en het excessieve geweld door het Israëlische leger. In de meeste westerse berichtgeving is een structureel gebrek aan context. Genegeerd wordt het langdurige Israëlisch-Palestijnse conflict, het lijden van de inwoners van Gaza sinds de Israëlische belegering 17 jaar geleden.

Geen journalisten in Gaza

CNN-journalist Christiane Amanpour suggereerde dit voorjaar bij de talkshow The Daily Show dat er geen journalisten verslag van de oorlog in Gaza deden. Wie het interview bekijkt, hoort dat ze wordt gecorrigeerd door interviewer Jon Stewart, die zegt dat er wel journalisten ter plaatse waren, maar dat dit Palestijnen zijn die in meerderheid bij de Israëlische bombardementen omkwamen. Amanpour verontschuldigt zich – heel even leek ze haar fout in te zien. Maar ze herhaalt dezelfde neerbuigende journalistieke mantra later: „Ik heb het over onafhankelijke westerse journalisten die er niet kunnen komen.”


Lees ook

Deze hongersnood is bedoeld om de Palestijnse geest te breken

Palestijnen bij een uitgiftepunt van steun in Gaza Stad.

In hetzelfde interview zegt ze vervolgens ook nog: „Als we ons werk doen, gaan we erheen om de ogen en oren te zijn van iedereen die er niet heen kan.” Als Amanpour zegt dat er geen journalisten in Gaza zijn, bedoelt ze dat er geen westerse ‘witte’ journalisten zijn die de oorlog tegen Gaza ‘objectief en professioneel’ kunnen verslaan. Want er zijn wel journalisten in Gaza, maar dat zijn Palestijnen en die kunnen daarom niet de ogen en oren van de wereld zijn. Ook kunnen ze niet objectief zijn, want ze hebben een gebrek dat ‘Palestijnsheid’ heet. Palestijnse journalisten wordt niet alleen hun journalistieke geloofwaardigheid ontnomen, maar ook hun vermogen zelf eigenaar van hun verhaal te zijn. Met andere woorden: alleen ‘westerse ogen en oren’ kunnen de situatie naar waarheid overbrengen.

De beschaving verdedigen

Maar wie denkt dat Amanpour en anderen deze mening verkondigen omdat Palestijnse journalisten emotioneel betrokken zijn en daarom niet objectief verslag kunnen doen, heeft het mis. Hun standpunt komt vooral voort uit het beeld waarin de Palestijnse identiteit wordt opgevat als een amoreel identiteitsonderdeel en zelfs als een onderdeel dat frontaal botst met alles wat als westers, ethisch, liberaal en moreel wordt beschouwd. Talkshows en opiniestukken, zoals het hoofdredactioneel commentaar van The New York Times op 14 oktober 2023, beweren dat „Israëliërs oorlog voeren om de waarden van de beschaving te verdedigen”. Wat betekent dat de Palestijnse bedreiging voor de waarden van de beschaving moet worden geëlimineerd.

Ze noemden herhaaldelijk „de barbaarse daden gepleegd door Hamas-strijders”, „verkrachting van vrouwen”, „verminkte lichamen” en „het verbranden van families terwijl ze elkaar omhelsden”. Zoals gezegd ontkent niemand dat onschuldige Israëlische burgers op 7 oktober bruut werden vermoord, maar veel beschuldigingen bleken later onjuist. Zelfs bij uitzendingen over menselijke slachtoffers bleef de BBC verslag doen van Palestijnen die „stierven” terwijl Israëliërs „werden gedood”. Dit onderdeel is niet nieuw, maar speelde in deze oorlog een cruciale rol in het geven van ongekende legitimiteit aan de voortzetting van de genocide in Gaza.

Israëls onbetwiste recht op zelfverdediging

Dit is ook zichtbaar in Israëls onbetwiste recht op zelfverdediging. Palestijnse slachtoffers zijn een marginale prijs om de veiligheid van Israël te beschermen. Daarom wordt elke Israëlische actie als legitiem beschouwd. Westerse media bleven de term „evacuatie” van inwoners van Gaza gebruiken in plaats van duidelijke termen die goed zijn vastgelegd in het internationaal recht, zoals „gedwongen verplaatsing” en „etnische zuivering”.

Wat maakt deze situatie duidelijk over het journalistieke landschap in de wereld? In plaats van aan de geloofwaardigheid van Palestijnse journalisten te twijfelen, zouden westerse journalisten het moeten veroordelen dat zij vermoord en monddood gemaakt worden, en zich moeten verzetten tegen de mediabeperkingen die de internationale journalistieke gemeenschap door Israël worden opgelegd.