Opinie | Waarom ik de oorlog in Gaza geen genocide wil noemen

Allereerst, en voor de duidelijkheid, van A tot Z verwerp ik de excessieve reactie van de Israëlische regering op de wrede aanval van Hamas op 7 oktober 2023. Anno nu wordt deze reactie door tallozen gelabeld als genocide. Om slechts enkelen te noemen: Amnesty International, Omer Bartov (historicus), Artsen zonder Grenzen en allerlei anderen, onder wie ook prominente Joden in Israël en daarbuiten.

De term genocide werd gemunt door de Pools-Joodse jurist Raphaël Lemkin. Jarenlang vocht hij om zijn definitie aanvaard te krijgen. Lemkin omschreef genocide als het systematisch en planmatig vernietigen van een bevolkingsgroep, hun taal en hun cultuur. Dankzij hem kon kort na de oorlog, tijdens de processen in Neurenberg, met deze definitie in de hand worden aangetoond of de aangeklaagden Joden wel of niet op basis van hun etniciteit, nationaliteit of religie, geheel of gedeeltelijk hadden vernietigd.

Inmiddels zijn stemmen die Israël betichten van genocide niet meer te tellen. In interviews en gesprekken met vrienden wordt mij dan ook steeds dringender gevraagd of ik wil onderschrijven en uitspreken dat het in Gaza gaat om genocide. Maar ik blijf me verzetten tegen die benaming.

Daarbij ervaar ik de roep Israël te betichten van genocide, ook als het oprekken van Lemkins definitie, met als doel er de oorlogsmisdaden van Israël in te kunnen stoppen. En ook met als doel te zeggen: dat wat Israël doet is even erg als wat de nazi’s hebben gedaan. Om tevens zo het collectieve Europese schuldgevoel uit te wissen en schoon te wassen.

Maar al is het nog zo verschrikkelijk wat er in Gaza gebeurt, het is niet hetzelfde, en daarom waag ik me aan dit stuk.

Voorbeelden van genocides

Om het ingewikkelder te maken: Israël eigent zich, in zijn verweer tegen de beschuldiging van genocide, het recht toe zich daarvan als het enige het slachtoffer te kunnen noemen. Ten onrechte. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het Armeense volk door de Turken uit hun huizen gesleept en in colonnes te voet, in een wekenlange tocht, naar de Syrische woestijn gedreven om daar achtergelaten, te sterven van dorst en uitputting – een voorbeeld van genocide. Er is eveneens genocide gepleegd op Tutsi’s door Hutu’s. Genocide op de Aboriginals. Op inheemse volkeren van heel Amerika. En van Nieuw-Zeeland. Genocide ook in Srebrenica en op de Jezidi’s in Irak. Mijn opsomming is verre van compleet, ik weet het.

Israël betichten van genocide is mijns inziens, zo schreef ik al, niet juist. Maar denk ik zo door wie ik ben, door waar ik vandaan kom? Blijf ik daardoor denken aan de Holocaust? Kan ik er daardoor niet onder uit een wezenlijk verschil te ervaren tussen de in mijn ogen verwerpelijke dingen die de Israëlische regering, in naam van zijn verdediging, doet in Gaza, en anderzijds de Holocaust?

De ellende die de Gazanen nu ondergaan is onverdraaglijk. En op individueel gebied is elk verdriet, elk leed, het ergste verdriet, het ergste leed. En kan en mag je leed niet met elkaar vergelijken.

Het gaat deze Israëlische regering niet zozeer om het elimineren van het Palestijnse volk, als om het innemen van hun land

Waarom verzet ik me dan toch zo? Ik ben schrijver, geen historicus, geen jurist. Weet ik te veel over de genocide die plaatsvond in de jaren ’40-’45? Heb ik van hen die hebben overleefd te veel gehoord over de vernietiging van onze familie en vrienden? Heb ik te veel getuigenisliteratuur gelezen? Van Charlotte Delbo, Primo Levi, Tadeusz Borowski, Imre Kertész en vele anderen? Weet ik er daarom te veel van om mee te kunnen gaan in het narratief van de betiteling genocide anno nu? En dat er precies hetzelfde plaats zou vinden in Gaza?

Ook ik ben diep verontwaardigd. Ik ben beschaamd, wanhopig, geschokt. Maar genocide? Nee, denk ik en ik wil laten weten waarom ik zo denk. En zo blijf denken.

Ongekend en ongeëvenaard

De genocide op de Joden ervaar ik als het dieptepunt van het kwaad dat de mens de mens heeft aangedaan. Uitgedacht door heren in pak, gerieflijk gezeten rondom een mooie houten bureautafel, in een villa aan de Wannsee, royaal voorzien van sigaren, sigaretten en drank. Waar zij bespraken hoe het beste, het snelste, het minst geldverspillend, het meest geruisloos de eliminatie van een heel volk kon worden uitgevoerd. Met medewerking van ingenieurs, architecten, medici, psychologen, chemici.

Om u een indruk te geven hoe die eliminatie, die genocide in zijn werk ging, zou ik u willen meenemen en laten lezen wat Vasili Grossman, auteur en oorlogscorrespondent in die jaren, schreef over het vernietigingskamp Treblinka. Ik zou hier scènes willen aanhalen van de getuigen die hij sprak. Om te laten zien, te laten voelen, dat wat er in de Holocaust heeft plaatsgevonden, ongekend en ongeëvenaard is. En iets anders dan het mensonterende dat er nu plaatsvindt in Gaza. En nogmaals, ik realiseer me dat op individueel gebied elk lijden het ergste lijden is.

Toch aarzel ik Grossmans scènes hier aan te halen, omdat wat ik zou willen laten lezen, te gruwelijk is. En ik ervan beticht zou kunnen worden – onterecht meen ik – andersdenkenden daarmee argumenten uit handen te slaan. Maar toch, wat ik hier zou willen zeggen is waar, het ís de waarheid, het ís wat er tijdens de Holocaust heeft plaatsgevonden. Aarzelend laat ik er toch iets van zien. Iets relatief heel kleins. En beschrijf de foto van een veld vol neergeschoten Joden. Ergens in Oost-Europa. En het opgerichte hoofdje van een per ongeluk gespaard gebleven jongetje. Het kind ligt naast het lichaam van zijn moeder. In verwondering en niet begrijpend kijkt het uit over de zee van doden om zich heen.

En mijn tante Jet. Zij moet haar dochtertjes, Mirjam en Hetty, hebben geholpen met uitkleden en het dichtbinden van schoenveters, zogenaamd om die later terug te kunnen vinden, voor zij drietjes naakt de gaskamers van Sobibor werden ingedreven. Ik denk aan mijn jonge schoonouders die eenzelfde lot ondergingen. En dan laat ik het erbij, u zou niet verder kunnen lezen.

De nazi’s bezetten land na land, ook om in al die landen Joden op te pakken en te deporteren naar vernietigingskampen. 75 procent van de Nederlandse Joden werd daar vermoord.

Zorgvuldigheid geboden

Maar deze regering van Israël wil land – land dat de Palestijnen toebehoort. Daarom zou je terecht kunnen spreken van etnische zuiveringen. Deze regering van Israël wil een Groot-Israël, een Bijbels Israël. Zonder Palestijnen. En – een hypothese – zouden de Palestijnen, eenmaal verdreven, hun toevlucht hebben gezocht en gevonden in de hen omringende landen, en daar een nieuw bestaan hebben opgebouwd, met hun eigen taal en hun eigen cultuur, dan zou Israël zijn aandacht voor hen verliezen. Het gaat deze Israëlische regering niet zozeer om het elimineren van het Palestijnse volk, als om het innemen van hun land. Dat is een van de redenen waarom de definitie genocide hier onterecht is.

Oorlogsmisdaden in Gaza? Ja. Maar haal de Holocaust er niet bij, laat de slachtoffers ervan met rust

Doet de benaming van het kwaad er eigenlijk toe, kan je je afvragen? Doet het ertoe hoe deze oorlog wordt genoemd? Want die oorlog wordt er daardoor niet minder of meer verschrikkelijk door. Maar woorden zijn van belang, we moeten daar zorgvuldig mee omgaan. Verkeerd gebruik en misbruik van woorden – dat laatste dus met opzet – hebben al veel te veel ellende veroorzaakt. En doen dat nog altijd.

In Gaza en op de Westelijke Jordaanoever vinden etnische zuiveringen plaats, dat is een misdaad. De niet aflatende heftige bombardementen op Gaza zijn misdaden. Het vrijwel geheel onthouden van de voortdurend vluchtende burgerbevolking van water, voedsel medische hulp, het zijn misdaden. Het doden van journalisten: oorlogsmisdaden. Maar geen genocide. Haal de Holocaust er niet bij, laat de slachtoffers ervan met rust.

Laat rechters oordelen over – hopelijk kunnen we binnenkort de verleden tijd schrijven – wat deze desastreuze Israëlische regering heeft aangericht in Gaza. En op de Westelijke Jordaanoever. Het zijn oorlogsmisdaden, het zijn etnische zuiveringen, het gaat ver voorbij zelfverdediging. Het heeft er uiteindelijk niet eens meer mee te maken. Maar genocide, nee. Bedenk eventueel een eigen en nieuwe definitie voor wat er nu plaatsvindt.

Hoe je de situatie in Gaza ook benoemt, het blijft even verschrikkelijk en verandert daar niets aan. Toch is zorgvuldig gebruik van woorden, definities en termen geboden.


Lees ook

‘Nooit meer’ zal altijd een symbolische slogan blijven

Palestijnen kijken naar de verwoesting van een Israëlische luchtaanval in Rafah, februari 2024.


Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’