Behalve van koopmannen zijn wij vooral ook het land van dominees. Een driftige seculariseringslag mag de kracht van de preek dan hebben verminderd, hij heeft ons niet verlost van de predikers onder ons. Die nemen nog elke dag vele gedaanten aan, met name op sociale media. De online-dominee van nu heeft zijn of haar oordeel snel klaar en is vervolgens genadeloos.
Een mening of een daad die niet door de beugel kan van zo’n digitale prediker – vaak met een leger van talloze anonieme volgers – leidt regelmatig tot een cascade van haatberichten, als megafoon van zo’n monolithisch oordeel. Een Tweede Kamerlid kwalificeerde een minister als „heks”, nota bene als repliek op een artikel dat ze schreef over grof taalgebruik in de Tweede Kamer. Een kinderboekenschrijver werd uitgemaakt voor „uitgeteerde pedo” en een Finse premier was na het verschijnen van een videoclipje waarin ze danst „haar ambt onwaardig”.
Vaak waait zo’n haatgolf na een tijdje wel weer over. Toch kan die dolgedraaide online oordelenmachine, of de angst ervoor, verregaande consequenties hebben. Zelfs als er sprake is van een enkele misstap.
Een van ons verloor zijn baan als woordvoerder bij een politieke partij, nog voordat hij daar goed en wel begonnen was, nadat er een online stormpje was opgestoken over een oude foute tweet. De jonge acteur Bilal Wahib bood op Instagram een minderjarige jongen geld om zijn geslacht te tonen, een compleet mislukte ‘grap’, en is sindsdien in de ban gedaan. Minister van Justitie Ferd Grapperhaus (CDA) bleef maar nauwelijks overeind na een onzorgvuldige knuffel op zijn eigen huwelijk in coronatijd, een andere minister, Halbe Zijlstra (Buitenlandse Zaken, VVD), kon na een stortvloed aan kritiek over diens merkwaardige verzinsel – een ontmoeting met Poetin in diens datsja – zonder pardon vertrekken uit Den Haag.
Wie zonder zonde is
Wat is hier aan de hand? Traditionele zielenherders lieten zich – anders dan veel sociale media-predikers van nu – inspireren door een verhaal waarin veroordeling niet voorop stond. De kern van het Bijbelse verhaal is immers een nieuw begin, niet de ondergang in het oordeel. Als aan Jezus gevraagd wordt of een vrouw die op overspel betrapt is, overeenkomstig de wet gestenigd moet worden, antwoordt hij nadat hij een lange stilte heeft laten vallen: wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. En vervolgens, als iedereen met zijn mond vol tanden staat en niemand een steen heeft gegooid, laat hij de vrouw heengaan. „Ga heen, zondig vanaf nu niet meer!”
Dat nieuwe begin zijn we in onze ijver om de ander de les te lezen onderweg ergens kwijtgeraakt. We roepen in eindeloze politieke, maatschappelijke en ethische discussies vooral veel normen aan maar we vergeten nogal eens de achterliggende waarden. Een norm als ‘gij zult niet…’ schaadt de toenadering die besloten ligt in waarden als naastenliefde, kwetsbaarheid of respect voor elkaars feilen. Daarmee doen we onszelf en de ander tekort.
Voor de goede orde: we spreken hier niet over misdrijven als diefstal of moord die terecht leiden tot veroordeling en straf. De realiteit is echter dat de meeste gesprekken over gedrag dat wel of niet door de beugel kan, over goed en kwaad, over – modewoord – ‘integriteit’, zich in een groot grijs gebied bevinden. Dat gebied dient te worden onderzocht en dat vraagt om een buitengewone zorgvuldigheid. Voor dergelijk onderzoek lijken we, zeker in het digitale meningendomein, geen geduld meer te hebben. Het liefst vellen we direct een oordeel: stenig hem!
Alle gesprekken tussen doven die elkaar de les lezen op grond van een onwrikbaar eigen gelijk leiden ertoe dat rigiditeit gaat heersen over kwetsbaarheid. We zien een grote verkramping ontstaan door de gesel van deze tijd: een absolutistische normering van aanvaardbaar en slecht gedrag, het indelen in ‘goede’ en ‘foute’ kampen, het ‘cancellen’ van alles dat anders is dan je eigen morele schatkist. Die gesel belaagt onze natuurlijke conditie die ruimte laat voor twijfel, uitglijders, fouten en missers, en voor de lering die we daaruit kunnen trekken.
De mens is kwetsbaar en feilbaar. Niemand is volmaakt en juist dat gegeven schept een ongekende verbondenheid. Het is tijd voor de herontdekking van het diepe besef van (genderneutrale) broederschap, met een gemeenschappelijk doel: samen geestelijk te groeien, door te leren van onze fouten.
Lees ook
Vergeving is zo’n moeilijk onderwerp
Broederschap
De politieke denker Hannah Arendt leerde dat je een persoon altijd kunt vergeven – zelfs na een onvergeeflijke daad. Dat is – we hoeven de actuele, gruwelijke situatie in Israël en de Gazastrook maar als voorbeeld nemen – soms een vrijwel onmogelijke opgave, maar hij schept uiteindelijk wel licht en perspectief.
Het is tijd voor een nieuw besef van broederschap – elkaar vinden in gedeelde waarden zonder elkaar met onze persoonlijke normen om de oren te slaan. In zo’n samenleving kunnen sommige oude tweets natuurlijk nog steeds fout zijn, blijft het goed om open en eerlijk te zijn over misstappen in een vorig leven en blijven sommige gedragingen onaanvaardbaar. Maar zulke kwetsbaarheden vormen dan juist het uitgangspunt voor een dialoog, een leerproces, voor heling.
Misschien zijn wij, die zo graag dominee willen zijn, wel jaloers op de ander die wel de vrijheid neemt om de stem van zijn hart of geweten te laten horen. En ook al kunnen we die ander niet volgen in diens gedrag, hij of zij is en blijft een gewaardeerd mens. We wagen het weer met elkaar, ook na een misstap. We drinken er een borrel op. Of twee.
