Als Palestijns journalist schrik je nergens meer van. Ik heb alles al gezien! Ik was dan ook niet verbaasd toen ik duizenden Israëliërs, onder wie leden van de Knesset, ministers en zelfs rabbijnen, geestdriftig en verheugd zag dansen op de conferentie ‘Kolonisatie brengt ons veiligheid en de overwinning’ in Jeruzalem. Daar werd opgeroepen tot de verdrijving van de inwoners van Gaza en werden borden opgehouden waarop hun onmiddellijke verplaatsing werd geëist. Onder de aanwezigen waren vijftien leden van de Knesset en twaalf ministers, onder wie Itamar Ben-Gvir van Nationale Veiligheid, Bezalel Smotrich van Financiën, Orit Struck van Nederzettingen en Nationale Taken en Yitzhak Goldknopf van Volkshuisvesting en Bouw. Ben-Gvir deed een oproep aan Netanyahu: „Het is tijd om terug te keren naar Gush Katif en Noord-Samaria; het is tijd om migratie te bevorderen; het is tijd voor de overwinning!”
Hoe schokkend deze uitspraken ook mogen klinken, ze leidden niet tot noemenswaardige publieke aandacht of kritiek op de regering. Premier Netanyahu was weliswaar tegen het initiatief, maar belette zijn ministers niet om aanwezig te zijn. Maar eerlijk gezegd kán hij de extreem-rechtse religieuze elementen in zijn regering ook niet beletten om met rampzalige plannen te komen, omdat hij ze niet onder controle heeft. Hij is bang voor hen omdat zijn politieke voortbestaan in hun handen ligt. Oppositieleider Yair Lapid heeft de conferentie daarentegen wel krachtig afgekeurd en Netanyahu’s leiderschap bekritiseerd, waarbij hij de bijeenkomst als „een schande voor Netanyahu’s leiderschap” omschreef. Maar geheel in de Israëlische linkse traditie bood Lapid geen enkel politiek alternatief om de retoriek te neutraliseren.
Oud zionistisch verhaal
Verder riep die retoriek om Gaza en Samaria opnieuw te koloniseren of ‘vrijwillige migratie aan te moedigen’ – wat feitelijk de verdrijving van de Palestijnen inhoudt – geen noemenswaardige tegenstand op, simpelweg omdat het helemaal niet nieuw was in het Israëlische publieke debat. Dit is immers een aloud zionistisch verhaal dat al in de oervorm van de zionistische beweging naar voren kwam en dat in de bezette gebieden vanaf de jaren vijftig tot op de dag van vandaag Israëlisch beleid en een blijvende werkelijkheid werd. Bovendien ging dit verhaal helemaal niet over ‘vrijwillige migratie’, zoals Ben-Gvir het voorstelde, omdat Israël tijdens de oorlog van 1948 zo’n 700.000 Palestijnen met geweld en massaal heeft uitgezet. Het is hoe dan ook essentieel om deze aanhoudende retoriek, en ook de huidige oorlog tegen Gaza, te bekijken uit deze invalshoek en beide te zien als een natuurlijke historisch-ideologische voortzetting van het oude zionistische verhaal én van het Israëlische beleid van nu. Ben-Gvir is dan ook geen idiote extremist; hij verwoordt gewoon onvervaard het Israëlische beleid sinds 1948.
Retoriek
Israël stelde zich niet alleen tevreden met de normalisering van het zogeheten ‘vrijwillige migratie’-verhaal van de Palestijnen binnen Israël. Jarenlang heeft het die retoriek ook proberen te normaliseren binnen de Arabische wereld en de internationale arena, door het ‘Palestijnse probleem’ te categoriseren als een collectief ‘Arabisch probleem’ – oftewel een probleem dat een alomvattende regionale oplossing vergt waarbij meer Arabische landen betrokken zijn, vooral Egypte en Jordanië. Volgens dit verhaal heeft Israël vruchteloos al het mogelijke gedaan om het conflict op te lossen en is het nu dus tijd dat de Arabische landen ingrijpen.
Dit verhaal is zo gevaarlijk omdat het impliceert dat de Palestijnen niet te regeren zijn; het zijn wilden die op bloed uit zijn en die daarom gestraft en naar het Sinaï-schiereiland verbannen moeten worden om daar verder in bedwang gehouden en gevangengezet te worden. De Jordaanse en Egyptische publieke opinie mag dan eisen dat de grenzen worden geopend, het overheidsstandpunt van beide landen is standvastig en vastberaden. Op een persconferentie in Berlijn zei de Jordaanse koning Abdullah II: „We weten dat sómmige regionale partijen een status quo proberen te scheppen; dat is een rode lijn. Er komen geen vluchtelingen naar Jordanië of Egypte.” De Egyptische president Abdel Fattah al-Sisi trok dezelfde beleidslijn door en zei dat de huidige oorlog niet wordt gevoerd om het Hamas-bewind in de Gazastrook te verslaan, maar een poging is om burgers te bewegen naar Egypte te emigreren en zo een einde aan de Palestijnse zaak te maken. Het is belangrijk op te merken dat Abdullah en Sisi zich niet bepaald om de Palestijnse zaak bekommeren, maar dat ze wel bang zijn dat de komst van duizenden Palestijnen hun fragiele regimes kan ondermijnen en zelfs de frontlinie van de strijd in Israël naar hun landen kan verleggen. Abdullah wil geen herhaling van de gebeurtenissen van Zwarte September in 1970 en Sisi wil de Moslimbroederschap niet versterken door ideologische bondgenoten naar Egypte te brengen.
Het verhaal van de ‘vrijwillige immigratie’ en het beleid om de Palestijnen te verdrijven, vooral uit Gaza, hadden op de gebruikelijke manier kunnen worden voortgezet, dus als officieus beleid met een minimale omvang en intensiteit. Maar op 7 oktober veranderde het verhaal van een apocalyptisch visioen in een legitiem scenario en een actieplan dat werkelijkheid werd. Ook al staat de tragiek van de Hamas-aanval buiten kijf, het was wel de gouden kans waar Israël op wachtte om de ‘definitieve oplossing’ van een Palestijns ‘probleem’ in een pragmatischer realiteit om te zetten.
‘Tweede Holocaust’
Het overheersende zionistisch-seculiere rechtse verhaal en het overheersende religieus-messiaanse verhaal leveren beide overweldigende steun voor de keuze van deze oplossing als de beste weg voorwaarts. Aan de ene kant heeft het overheersende zionistisch-seculiere rechtse verhaal in Israël deze specifieke gebeurtenis niet alleen als een terroristisch incident voorgesteld, maar ook als een gebeurtenis met een betekenis die de geschiedenis overstijgt – vergelijkbaar met de Holocaust – en die dan ook ongeëvenaard is en niet te vergelijken met enige andere gebeurtenis in de Joodse geschiedenis. Deze voorstelling droeg niet alleen het aura van de historische Holocaust of de oude Jodenvervolging met zich mee, maar kreeg een nieuwe draai in de vorm van het aura van een ‘tweede Holocaust’ onder leiding van de nieuwe ‘nazi’s’, namelijk Hamas en zijn aanhangers die het Joodse volk probeerden uit te roeien. Volgens dit verhaal zou daarom de verdrijving van de Palestijnen essentieel zijn om te voorkomen dat een tweede Holocaust, begonnen op 7 oktober, zou worden voortgezet.
Aan de andere kant stelde het religieus-messiaanse verhaal de gebeurtenis voor als een soort verraad aan de religieuze en morele lotsbestemming van het Joodse volk. Gesteld werd dat de zevende oktober voortkwam uit de verwaarlozing door het Joodse volk van zijn religieus-morele missie, te weten de vestiging van het Land Israëls. De correctie op de gebeurtenis van 7 oktober is dan ook de volledige kolonisatie van het Land Israëls, waaronder Gaza. Maar zoals we hebben gezien was dit verhaal ook gehuld in een religieus-messiaanse morele rechtvaardiging, die ditmaal inhoudt dat de verdrijving van de Palestijnen een goddelijk gebod is waar niet aan te tornen valt. De Palestijnen worden inmiddels niet alleen meer als politiek koppige vijanden neergezet – ze vormen een obstakel dat het Joodse volk belet om zijn morele missie te vervullen. Het is daarom een noodzaak om ze te verwijderen.
Lees ook
‘Tweestatenoplossing kan alleen zonder Israëlische bezetting’
‘Vluchtelingenprobleem’
Tot slot gaan beide verhalen ervan uit – ondanks hun verschillende voorstelling van zaken – dat deze gebeurtenis, politiek en op vlak van de veiligheid, noopt tot een volledige stopzetting en herbeoordeling van alle strategieën en instrumenten die Israël tot nu toe heeft gebruikt om het conflict op te lossen. Dus inclusief de overweging van ‘extreme actieplannen’ die in normale tijden niet zijn uitgevoerd, zoals de massale verdrijving van de Palestijnen uit Gaza en hun verspreiding over de Arabische landen. Wie denkt dat deze oorlog alleen dient om de infrastructuur van Hamas te vernietigen, om de verdrijving die in de jaren vijftig begon definitief te bestendigen of om Gaza opnieuw te koloniseren, heeft het mis. Israëls hoofddoel is een blijvende oplossing van het langdurige Palestijnse ‘vluchtelingenprobleem’ door de status van Palestijnen in andere landen te regelen. De aanval op VN-vluchtelingenorganisatie UNRWA van een paar weken geleden was dan ook niet zomaar toeval; de opschorting van de steun aan UNRWA is bedoeld om een blijvend einde te maken aan het Palestijnse ‘vluchtelingenschap’, dat de kern van het conflict vormt. Het Palestijnse ‘vluchtelingenschap’ is het laatste bewijs van het historische onrecht dat Israël de Palestijnen in 1948 heeft aangedaan; met de verdwijning hiervan verdwijnt ook het rechtvaardige verzoek van het Palestijnse collectief om een correctie. Dit is dus geen ‘knock-out’ voor Hamas, maar een ‘knock-out’ voor het recht op terugkeer. Als Egypte zijn grens opent, zal de ‘definitieve oplossing’ van het ‘Palestijnse probleem’ op gang komen.
Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’